Formule voor het berekenen van steenstabiliteit in waterstroming Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Izbash-formule is een formule voor de stabiliteitsberekening van waterbouwsteen in stromend water.
De stabiliteit van korrelig materiaal in stroming kan bepaald worden met de Shields-formule of de Izbash-formule. De eerste is meer geschikt voor fijnkorrelig materiaal (zoals zand en grind), terwijl de Izbash-formule meer geschikt is voor grotere steen. De Izbash-formule is ontwikkeld door Sergej Vladimirovitsj Izbasj. In algemene vorm is de formule [1]
waarin:
De coëfficiënt 1,7 is de door Izbash gemeten experimentele constante. Feitelijk bevat deze constante twee componenten, nl. een effect voor de wrijving, traagheid, etc. en een component die het turbulente karakter van de stroom beschrijft. Het gebruik van de coëfficiënt 1,7 is dan ook alleen toegestaan in stroming waar de turbulentie lokaal door de ruwheid van de waterbouwsteen is opgewekt. In andere gevallen moet dit worden aangepast.
Izbash beschouwde de krachten op een steen in de stroming. Dit zijn drie actieve krachten en twee passieve krachten. De actieve krachten zijn de liftkracht FL, de wrijvingskracht FS en de sleepkracht FD. De passieve krachten zijn het gewicht W en de weerstandskracht FF. Als nu het momentenevenwicht rond punt A bekeken wordt, dan valt FF weg (want de arm is nul). De actieve krachten kunnen uitgeschreven worden als:
De totale actieve kracht is dus evenredig met ρwu²d². De passieve kracht die overblijft is evenredig met (ρw−ρw)g²d³. En als dit aan elkaar gelijk gesteld wordt volgt daaruit uc²=KΔgd. Deze formule is ook om te schrijven in de vorm zoals boven de bladzijde; de coëfficiënt is door metingen bepaald, en blijkt 1,7 te zijn.
Vraag: welke steengrootte is nodig om de bodem van een kanaal van 1 m diepte bij een gemiddelde stroomsnelheid van 2 m/s te verdedigen?
De formule gebruikt de snelheid nabij de steen. Met name bij gladde bodems en grotere waterdiepten is die niet goed te bepalen. In die gevallen heeft de formule van Shields de voorkeur.
Omdat de coëfficiënt 0,7 wel erg algemeen is heeft Pilarczyk rond 1985 de formule aangepast, waardoor er wat specifieker gerekend kan worden.[2] Deze uitbreiding heeft de vorm:
waarin:
In onderstaande uitleg is φ de helling van natuurlijk talud van het bodemmateriaal. Er is een component langs de helling (W sinα), waardoor het effectieve gewicht loodrecht op de helling minder wordt (Wcosα). Als de helling in dezelfde richting is als de stroming(figuur b) dan wordt de sterkte F(αloodrecht) = Wcosα tanφ - Wsinα (Opmerking: als de stroming de andere kant op is, is de steen stabieler en is F=Wcosα tanφ+ Wsinα.) Het verband tussen F(α) en F(0) geeft de reductiefactor voor de sterkte:
Doordat in deze versie van de Izbash-formule een dieptefactor Kh is opgenomen, kan voor de snelheid de gemiddelde snelheid boven de stenen genomen worden, bij de oorspronkelijke Izbash formule was dat de snelheid "nabij de steen", wat niet goed gedefinieerd was.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.