Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een hormoonverstorende stof of hormoonverstoorder (in het Engels endocrine disruptor) is een lichaamsvreemde stof die functies van het hormoonsysteem verstoort. Zo'n stof veroorzaakt daardoor nadelige effecten op de gezondheid in een intact organisme of diens nageslacht of in (sub)populaties.[1] Een hormoonverstorende stof moet worden onderscheiden van een hormoonbeïnvloedende stof die niet noodzakelijkerwijs een nadelig effect hoeft te hebben. Als nadelig wordt beschouwd veranderingen op het niveau van de cel of het orgaan binnen het intacte organisme, het organisme als geheel of de (sub)populatie, die leiden tot een ziekte of fysiologisch disfunctioneren, of een veranderde timing van de ontwikkeling.[2] Het effect van het verstoren van het hormoonsysteem kan op verschillende manieren tot uitdrukking komen, zoals in de ontwikkeling van het lichaam, de reactie op infecties, het ontstaan van kanker of bij de voortplanting. Chemische stoffen van verschillende afkomst kunnen verstorend werken op het hormoonsysteem, zoals natuurlijke en synthetische hormonen, secundaire plantenstoffen, andere synthetische stoffen en uitstoot van vervuilende stoffen.[3] Stoffen met diverse toepassingen kunnen het hormoonsysteem verstoren, zoals bestrijdingsmiddelen, vlamvertragers, weekmakers, grondstoffen voor plastics en voor cosmetica. Hormoonverstorende stoffen kunnen van bijvoorbeeld de verpakking terechtkomen in voedsel, en ook andere producten kunnen dergelijke stoffen bevatten of ermee zijn verontreinigd. Hormoonverstorende stoffen kunnen vrijkomen uit dergelijke producten tijdens de fabricage, bij consumptie of gebruik en in de afvalfase.[4]
Sommige effecten van blootstelling aan hormoonverstorende stoffen tijdens de vroege ontwikkeling worden vaak pas duidelijk lang nadat de blootstelling heeft plaatsgevonden, in een latere levensfase en de effecten zijn dan onomkeerbaar. De gevoeligste periodes voor blootstelling aan hormoonverstorende stoffen zijn van de conceptie tot aan de puberteit. Blootstelling tijdens de ontwikkeling, ook als die niet leidt tot herkenbare geboorteafwijkingen, kan permanente veranderingen veroorzaken die gedurende het hele leven kunnen leiden tot het vaker voorkomen van bepaalde ziekten.[4]
Hormoonsystemen zijn sterk vergelijkbaar in gewervelde diersoorten en de effecten van hormoonverstoring doen zich voor onafhankelijk van de soort. Effecten die zijn aangetoond in wilde dieren of experimenten op proefdieren kunnen ook optreden bij mensen als ze worden blootgesteld aan dezelfde hormoonverstorende stoffen.[4]
De aandacht voor hormoonverstoring onder wetenschappers en in de maatschappij neemt toe als gevolg van drie ontwikkelingen:
Stoffen kunnen het hormoonsysteem op verschillende manieren ontregelen.
De blootstelling aan hormoonverstorende stoffen van mensen neemt toe.[bron?] Naast voedsel en drinkwater, zijn er sinds het jaar 2000 nieuwe blootstellingsroutes voor (potentieel) hormoonverstorende stoffen geïdentificeerd.[bron?] Kinderen hebben een hogere blootstelling aan chemische stoffen in vergelijking met volwassenen, bijvoorbeeld doordat ze voorwerpen in hun mond stoppen en door hun hogere stofwisselingssnelheid.[4]
Een aantal ziektes en afwijkingen die een gevolg zijn van verstoring van het hormoonsysteem komen steeds vaker voor.[bron?]
Hormoonverstorende stoffen verspreiden zich in het milieu en sommige van deze stoffen hopen zich op in planten, dieren en sedimenten. Bijvoorbeeld wanneer de mens zulke planten of dieren eet vindt secundaire blootstelling plaats.[bron?]
Verschillende stoffen werken in op verschillende delen van het hormoonsysteem, hebben verschillende manieren waarop ze het hormoonsysteem beïnvloeden en blootstelling heeft verschillende effecten op de ontwikkeling of de gezondheid.[bron?]
Het is in praktijk lastig om overtuigend aan te tonen dat een stof het hormoonstelsel zodanig beïnvloedt dat dit een nadelig effect heeft. Daarvoor zijn verschillende oorzaken.
Maatregelen zoals verboden en beperkingen op lood, chloorpyrifos, tributyltin, pcb's en andere persistente organische verontreinigende stoffen zijn effectief gebleken om blootstelling aan hormoonverstorende stoffen te verminderen. Dit heeft bijgedragen aan de afname van bepaalde aandoeningen bij mensen en dieren.[4]
In de Europese regelgeving wordt op verschillende manieren met hormoonverstorende stoffen omgegaan. In REACH kunnen hormoonverstorende stoffen op een case-by-case basis worden aangewezen als zeer zorgwekkende stoffen (of SVHC's: Substances of Very High Concern), als er wetenschappelijk bewijs is dat er waarschijnlijk ernstige gevolgen zijn voor de menselijke gezondheid of het milieu (artikel 57f). De stof wordt dan op de lijst geplaatst van kandidaten voor autorisatie. Indien een bedrijf een dergelijke stof wil gebruiken moet voor de betreffende toepassing van die stof worden aangetoond dat met de voorgestelde beschermingsmaatregelen het risico beperkt is en dat er nog geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn.[6] Dit heeft tot doel de blootstelling aan deze stoffen terug te dringen en ze uiteindelijk te vervangen door veiligere alternatieven. Tot dusver is er slechts één stof, bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), in verband met z'n hormoonverstorende werking op de kandidatenlijst geplaatst.[7]
Volgens de Gewasbeschermingsmiddelenverordering mag een middel met een hormoonverstorende werking alleen worden toegelaten als de blootstelling verwaarloosbaar is.[8] De Europese Commissie voert momenteel een impact assessment[9] uit naar de gevolgen van verschillende sets criteria om hormoonverstorende stoffen te identificeren. De Europese Commissie verwacht in 2016 of 2017 criteria te kunnen voorstellen om hormoonverstorende stoffen op een eenduidige manier te identificeren.[10] Tegelijkertijd is de Europese Commissie begonnen om met de lidstaten "verwaarloosbare blootstelling" te definiëren.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.