Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Twee woorden zijn elkaars homoniemen als ze op dezelfde manier worden uitgesproken en geschreven, maar verschillende betekenissen hebben.
Voorbeelden van dergelijke woordparen in het Nederlands zijn 'bank', dat zowel zitmeubel als geldinstelling kan betekenen, en 'schop', dat zowel schep als trap met de voet kan betekenen. De beide betekenissen van bank zijn overigens van dezelfde oorsprong, maar schop als schep komt van scheppen, en als trap met de voet van schuiven.
Er bestaat ook een specialistisch gebruik van de term homoniem binnen de biologie, specifiek de taxonomie. Daar wordt de term homoniem gebruikt voor één naam die verwijst naar twee verschillende taxa. Om deze situatie op te lossen wordt er normaliter een besluit genomen om een van de twee taxa de naam toe te kennen en het andere taxon een nieuwe naam te geven. Het taxon waarvan de naamgeving als "senior homoniem" geldt, dat wil zeggen het taxon waarnaar als eerst werd verwezen met de naam in kwestie, mag doorgaans zijn naam behouden; voor het taxon waarvan de naamgeving als "junior homoniem" geldt moet dan echter een nieuwe naam worden gevonden.[1]
Homonymie kan in de eerste plaats ontstaan doordat twee woorden in een taal dezelfde vorm hebben of krijgen. Ondanks die vormovereenkomst zijn het echter twee geheel verschillende woorden.
Homoniemen zijn daarmee het tegenovergestelde van cognaten of leden van een doublet.
Een woord kan meerdere betekenisschakeringen hebben, waarbij het toch om een en hetzelfde woord gaat (polysemie). Als echter de betekenissen van dit woord zover uiteen gaan lopen ("divergeren") dat de taalgebruiker ze niet meer als betekenissen van hetzelfde woord ervaart, spreken we toch van homonymie. Er is dan voor het gevoel sprake van twee wezenlijk verschillende woorden.
Het omgekeerde komt echter ook voor: homoniemen kunnen worden opgevat als betekenisvarianten van een en hetzelfde woord. De vele uitdrukkingen met oortje (bijvoorbeeld Hij heeft zijn laatste oortje versnoept) gaan terug op een oud muntstuk met de naam oord, dat in vier parten, "oorden", werd verdeeld. Aangezien "oord" in deze betekenis niet meer gangbaar is, zal de huidige Nederlandse taalgebruiker bij deze uitdrukking in de eerste plaats de associatie met het lichaamsdeel maken. Op grond hiervan gaat hij de uitdrukking als geheel mogelijk anders interpreteren. In soortgelijke verbanden worden ook veel woordspelingen gemaakt.
Ook zinsdelen en zinnen kunnen soms homonymie vertonen. Dan is er slechts één gelijkluidende zin, die op verschillende manieren (meestal twee) kan worden geïnterpreteerd. Vooral bij samengestelde zinnen komt dit geregeld voor. Zie verder zinssemantiek.
De zin
kan op twee manieren worden geïnterpreteerd ("werden afgedankt" of "werden naast de weg geparkeerd"). Hij heeft dus twee betekenissen; preciezer: het gaat om twee verschillende zinnen. Maar die twee zinnen hebben exact dezelfde vorm; beide bevatten dezelfde opeenvolging van klanken. Ook vertonen ze allebei dezelfde zinsbouw: beide bevatten dezelfde opeenvolging van zinsdelen, in dit geval
De homonymie is hier gelegen in het polysemische karakter van de collocatie "aan de kant zetten". Deze woordgroep kan immers zowel letterlijk als figuurlijk worden opgevat. Op grond hiervan kan de zin op twee totaal verschillende manieren worden geïnterpreteerd; de zin als geheel is homoniem. Van homonymie op woordniveau is hier echter geen sprake; elk van de woorden afzonderlijk heeft één specifieke, afgebakende betekenis.
Twee zinnen die exact dezelfde geschreven vorm hebben, kunnen van elkaar afwijken in zinsbouw.
kan door de vooropstelling van intimiderende jongeren tot dubbelzinnigheid leiden. De zinsbouw kan gelezen worden als:
maar de bedoeling is anders: het zijn de mensen die iets eng vinden, en de intimiderende jongeren die eng gevonden wórden. De zinsbouw is dan:
De homonymie (gelijke vorm) biedt ruimte aan twee geheel verschillende betekenissen.
In gesproken taalgebruik zullen dergelijke zinsparen soms een iets verschillende klemtoon en zinsmelodie hebben. Dan worden ze weliswaar identiek geschreven, maar lichtelijk verschillend uitgesproken. Ze zijn dan eerder homograaf dan homoniem.
In 1994 verscheen er een boek met de onbedoeld verwarrende titel:
Hierin is "uw hond" uiteraard als meewerkend voorwerp bedoeld; hem of haar moest iets worden geleerd. Maar de gehele woordgroep "uw hond gehoorzamen" kan ook als lijdend voorwerp worden opgevat van "leer": "U moet leren uw hond te gehoorzamen." Hier berust de homonymie overigens niet alleen op alternatieve zinsbouw, maar tegelijkertijd op woordbetekenis: met "leer" wordt bedoeld: "instrueer", maar in de onbedoelde betekenis kan het worden opgevat als "train uzelf erin".
Letterlijk vertaald in het Engels zou deze verwarring niet kunnen plaatsvinden, omdat daar verschillende woorden voor de beide betekenissen van 'leren' gebruikt worden (met een andere woordvolgorde daar nog aan toegevoegd). Men zou dus verwachten dat de oorspronkelijke titel van het boek (dat vertaald was uit het Engels) een van de twee volgende had kunnen zijn:
Maar de echte titel was: The Complete Dog Training Handbook, wat laat zien dat zinshomonymie niet tot het Nederlands beperkt is.
Ook andere zinsdelen dan onderwerp en lijdend voorwerp kunnen zinshomonymie veroorzaken.
biedt opnieuw ruimte voor twee interpretaties. Spoor ik het falen systematisch op? Dan is systematisch een bijwoordelijke bepaling bij op te sporen. Of ben ik niet op zoek naar ieder falen, maar alleen naar systematisch weerkerende vormen van dat euvel? Dan is systematisch een bijvoeglijke bepaling bij falen.
In beide vorige voorbeelden werd de homonymie veroorzaakt doordat bepaalde woordgroepen verschillende zinsdelen konden zijn. Onderwerp of lijdend voorwerp? bijwoordelijke bepaling of bijvoeglijke bepaling? Maar in:
is dinsdag altijd een bijwoordelijke bepaling, en toch is er homonymie in de zinsbouw. In termen van de betekenis: heb ik het hem dinsdag gevraagd, of wilde ik dat hij dinsdag thuisbleef? In termen van de zinsbouw: hoort dinsdag bij verzocht of bij thuis te blijven? Verwijst dinsdag dus terug of juist naar voren?
Een bijzonder geval van homonymie vinden we in sommige lijdende zinnen. Die bevatten immers vaak een bepaling met door.
Maar soms is niet duidelijk of die bepaling een handelend voorwerp is; dan zou er bedoeld worden: "Die vrouw heeft heel wat reputaties beschadigd." Het kan echter ook gaan om een bepaling van causaliteit: "Er zijn omwille van die vrouw heel wat reputaties beschadigd."
Krantenkoppen en andere opschriften van nieuwsberichten vormen vaak verkorte zinnen. Ook bij telegramstijl worden onder andere structuurwoorden als overbodig weggelaten, maar soms blijken die woorden toch niet geheel overtollig te zijn geweest, al dragen ze geen zelfstandige betekenis:
Werd de cocaïne op een schip aangetroffen (dat zal wel) of is zij dieren gaan vangen (een onbedoeld grappig effect)? Daarnaast is het nog de vraag hoeveel cocaïne er was: 1500 kilogram, 1,5 long ton of anderhalf vat? Er zijn nog ettelijke betekenissen mogelijk, die historisch gezien polyseem zijn,[3] al kunnen de betekenissen vat en duizend kilo ervaren worden als homoniem. Op de grappige effecten valt gemakkelijk te variëren, juist doordat nieuwskoppen zo beknopt zijn en dus van de lezer vereisen dat hij de weggelaten woorden erbij denkt:
Verwarrende, of onbedoeld grappige, zinshomonymie kan op verschillende manieren worden vermeden.
Sommige taalkundigen vatten het begrip "homoniem" ruimer op, en rekenen hiertoe ook de woorden en woordgroepen die dezelfde uitspraak en dezelfde spelling hebben, maar tot verschillende woordsoorten behoren, ofwel de homofonen. Volgens deze definitie zijn de volgende woordparen ook homoniemen:
Ook wordt wel de opvatting gehuldigd dat de verbuiging van woorden in bepaalde talen homoniemen oplevert. Dit is wel een zeer ruime opvatting; alle leden van hetzelfde paradigma (taalkunde) (verbuigingsrijtje) die qua vorm hetzelfde zijn behoren volgens deze definitie tot de homoniemen. In het Latijn bijvoorbeeld kan het zelfstandig naamwoord piscis een nominatief zijn: de vis. Maar piscis kan ook een genitief zijn: "van de vis". In deze opvatting is de genitief dus een homoniem van de nominatief.
Het bestempelen van dergelijke woordparen als homoniem strookt uiteraard niet met de traditionele definitie van het begrip homonymie, en kan daarom beter worden vermeden.
zelfde uitspraak | zelfde spelling | zelfde betekenis | |
homoniem | +(?) | + | - |
homofoon | + | - (?) | - |
homograaf | ? | + | - |
polyseem | + | + | ± |
Ook in andere talen dan het Nederlands komen homonieme woorden voor. Ook dan speelt het toeval een rol, óf de twee woorden zijn al zo lang geleden "uit elkaar gegroeid" dat ze onmogelijk nog als één woord te beschouwen zijn. Hier doen zich echter ook verschillen tussen de talen voor, doordat een woordpaar pas als homoniem wordt beschouwd, als er tussen die woorden geen betekenissamenhang is (anders zijn ze immers polyseem). Daarover kunnen de opvattingen verschillen.[4] Bij de volgende voorbeelden is gepoogd paren te selecteren waarvan de homonymie onomstreden is.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.