Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Hockeystick is een veelgebruikte benaming voor een grafiek uit de paleoklimatologie. De grafiek geeft een reconstructie weer van de temperatuur op het Noordelijk Halfrond gedurende het afgelopen millennium (jaar 1000-2000). Omdat gestandaardiseerde metingen met thermometers pas begonnen omstreeks 1850, werd de reconstructie uitgevoerd aan de hand van proxies. Dit zijn indirecte gegevens waaruit de temperatuur kan worden afgeleid. In het geval van de Hockeystick ging het daarbij om boomringen.
In 1998 publiceerden Michael E. Mann, Raymond S. Bradley en Malcolm K. Hughes (MBH) een artikel[1] met de eerste kwantitatieve temperatuursreconstructie aan de hand van proxies van de eeuwen voor 1850. De studie ging terug tot 1400 en toonde aan dat de temperaturen op het einde van de 20e eeuw sterk begonnen te stijgen. In 1999 publiceerden MBH een uitbreiding van hun werk die terugging tot het jaar 1000.[2] In dit artikel stond de grafiek die, vanwege zijn overeenkomst met een IJshockeystick, de "Hockeystick" werd gedoopt door klimatoloog Jerry Mahlman van NOAA. Het Intergovernmental Panel on Climate Change, dat klimaatwetenschap samenvat, nam in 2001 de hockeystick samen met de resultaten van de reconstructies van andere onderzoekers op in het derde assessment rapport.
De grafiek werd in bredere kringen bekend vanwege de vele kritiek, vooral omdat het middeleeuws klimaatoptimum bijna niet te zien is. Sommige klimaatsceptici beweren ten onrechte dat de hele theorie van de opwarming van de aarde op de hockeystick berust.[bron?] Hoewel de grafiek vaak aangehaald wordt om de opwarming van de aarde te laten zien, gaan klimaatmodelleurs er niet van uit. Vele onderzoekers vinden de onzekerheden in temperatuurreconstructies tot de middeleeuwen nog te groot.[3][4]
Verschillende wetenschappelijke artikelen die sinds 1998 zijn verschenen gebruiken andere proxies en statistische technieken, maar bevestigen in grote lijnen de Hockeystick, met enige variatie in hoe vlak de "steel" van de Hockeystick loopt. In 2008 verscheen een nieuw onderzoek van Michael E. Mann waarin meer dan duizend proxy-reeksen werden gebruikt. Hierbij bleek dat het resultaat niet afhangt van bepaalde gegevens als boomreeksen.[4]
Omdat gestandaardiseerde metingen met thermometers pas beginnen omstreeks 1850, moet de reconstructie van de temperatuur gebeuren aan de hand van proxies (indirecte kenmerken). Deze proxy-gegevens moeten de temperatuur goed weergeven en een groot deel van de aarde bestrijken. Alles moet uiteraard statistisch correct verwerkt worden.[5]
Er kwam kritiek op de hockeystickcurve. McIntyre en McKitrick beweerden in 2003 dat hockeystickvorm een artefact (bijproduct) is van het gebruik van gebrekkige gegevens en een slechte statistische verwerking.[6] Dit wordt door de auteurs MBH verworpen.[7] Hierop ontstond een polemiek over de grafiek en uiteindelijk werd op verzoek van het Amerikaans Congres een commissie van onderzoekers van de National Research Council samengesteld om het artikel van MBH door te lichten. Ze kwamen tot de conclusie dat het artikel inderdaad enkele statistische tekortkomingen had, maar dat die het eindresultaat niet aantasten.[5]
De Amerikaanse Republikeinse senatoren Joe Barton en Ed Whitfield vroegen daarnaast op eigen initiatief aan Edward Wegman een nader onderzoek door statistici. Wegman bevestigde dat er statistische problemen waren en veroordeelde de statistische methode als "een slechte methode + een goed resultaat = slechte wetenschap". Het Wegman-rapport kwam echter zelf ook weer onder vuur te liggen.
Willie Soon en Sallie Baliunas kwamen in 2003 in het tijdschrift Climate Research met de eerste kritiek op de hockeystick. Deze kritiek werd snel weerlegd, en veroorzaakte de Soon en Baliunas-controverse, omdat hun artikel zoveel fundamentele fouten bevatte dat het nooit door een peer review had mogen komen. Vier beoordelaars van het artikel hadden bezwaren. Het tijdschrift Climate Research gaf toe dat het reviewproces niet gewerkt had en de helft van de redactie van het tijdschrift stapte op, onder andere hoofdredacteur Hans von Storch.[8][9] De Amerikaanse senator James Inhofe vertrouwde op het artikel van Soon en Baliunas toen hij de opwarming van de aarde "de grootste hoax (misleiding) die Amerika ooit trof" noemde.[10]
Datzelfde jaar publiceerden Stephen McIntyre en Ross McKitrick (M&M) een artikel in het tijdschrift Energy and Environment. Zij vielen de statistische methode van MBH aan en konden de resultaten van MBH niet reproduceren. Mann, Bradley en Hughes publiceerden vervolgens in Nature een correctie waarin ze een aantal fouten dat in het materiaal dat online stond verbeterden, maar ze hielden vast aan hun oorspronkelijke resultaten.[11]
Eugene Wahl en Caper Ammann toonden aan dat M&M de resultaten van MBH niet terugvonden omdat die de methode van MBH anders toepasten. De resultaten waren wel reproduceerbaar als de methode op dezelfde manier gebruikt werd.[12] Volgens Mann hadden McIntyre en McKitrick verder 80% van de data uit de 15e eeuw weggelaten, waardoor de curve van M&M in die eeuw een opwarming vertoonde midden in de kleine ijstijd, wat in geen enkele van de tientallen andere temperatuurreconstructies wordt waargenomen.[13] Door weglating van die gegevens is de grafiek van M&M niet meer statistisch significant.[4] Met de kritiek van M&M kwam de discussie over de hockeystickcurve op gang.
Hans von Storch, de ex-hoofdredacteur van Climate Research, vond die eerste kritiek van M&M weinig gefundeerd, en noemde zijn artikel uit 2004 de eerste serieuze kritiek.[14] Von Storch beweerde dat Mann en zijn medeauteurs de natuurlijke variabiliteit met een factor twee onderschatten.[15] Wahl et al. hebben echter fouten in Von Storchs werk ontdekt.[16]
In 2005 publiceerden McIntyre en McKitrick een nieuwe kritiek in het tijdschrift Geophysical Research Letters waarbij ze weer stelden dat de hockeystick vorm een artefact is van de statistische verwerking. Ze vonden met Manns methode in 99% van de gevallen een hockeystick, zelfs als ze rode ruis als gegevens gebruikten.[17] Michael Mann werd verder aangevallen omdat hij de gebruikte gegevens niet volledig beschikbaar zou stellen. Maar alle gegevens kwamen uiteindelijk toch op zijn ftp-server te staan.
Het debat over de statistische verwerking ging over het gebruik van een gedecentreerde vorm van hoofdcomponentenanalyse, een methode waarbij normaal gecentreerd wordt rond de hele dataperiode. MBH wilden de componenten vergelijken met de temperaturen in de 20e eeuw, en hadden daarom gecentreerd op de periode 1900-1980 (het einde van de reconstructie), wat een weinig gebruikelijke manier van verwerken is.[17] Latere studies toonden aan dat deze manier van standaardisering echter weinig invloed heeft op de uitkomst, en dat een eenvoudige middelingsmethode eveneens een hockeystick oplevert.[4]
Het IPPC betrok de kritiek van McIntyre en McKitrick in het vierde assessment rapport, maar stelde dat de kritiek gegrond was, maar nauwelijks uitmaakte zoals bleek uit het artikel van Wahl et al.(2006). Ook de andere reconstructies die tegen die tijd bestonden werden in de analyse betrokken.[12] Naast een aantal methodologische problemen in M&M's kritiek bleek dat ze van hun 10.000 computerruns met ruis alleen de 100 lieten zien die het meest op een hockeystick leken, een vorm van cherry picking.[18]
In juni 2005 moest Michael Mann verschijnen voor een onderzoekscommissie van het Amerikaanse congres. De American Association for the Advancement of Science beschouwde dit eerder als een poging om klimaatonderzoekers in diskrediet te brengen dan om de waarheid te achterhalen.[19] Het Congres verzocht om een onafhankelijk onderzoek. Op 22 juni 2006 kwam de Amerikaanse National Academy of Sciences met een voorpublicatie van hun rapport over de temperaturen van de afgelopen 2000 jaar. Ze stelden dat MBH's conclusie dat het de afgelopen decennia warmer was dan de voorafgaande eeuwen waarschijnlijk juist is.
Op verzoek van het Congres stelde de National Research Council een speciale "Committee on Surface Temperature Reconstructions for the Past 2,000 Years" samen. Deze bestond uit 12 onderzoekers uit verschillende vakgebieden met Gerald North als voorzitter.
De commissie concludeerde in 2006[5] dat de analyse van MBH inderdaad statistische tekortkomingen had, maar dat die weinig uitmaakten. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn :
Mann en anderen reageerden op RealClimate, dat "de commissie voldoende redenen vond om de bevindingen van eerdere onderzoeken te bevestigen, en ook de argumenten die we in het verleden hebben benadrukt".[20] Maar Roger Pielke Jr. noemde het rapport een "bijna volledige veroordeling van het werk van Mann et. el.".[21] Nature stelde dan weer dat het rapport de Hockeystick bevestigde, maar dat de manier waarop het resultaat werd verkregen bekritiseerd werd.[22]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.