Remove ads
soort uit het geslacht Carpinus Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De haagbeuk (Carpinus betulus), helzenteer, hesselteer,[1] steenbeuk, jukbeuk of wielboom is een 15-25 meter hoge boom uit de berkenfamilie (Betulaceae).
Haagbeuk | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vrijstaande haagbeuk in de zomer | ||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
soort | ||||||||||||||||||
Carpinus betulus L. (1753) | ||||||||||||||||||
Haagbeuk met vruchten | ||||||||||||||||||
Haagbeuk met een omtrek van 475 cm | ||||||||||||||||||
Stampers van haagbeukhout in de Kilsdonkse Molen | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||
Haagbeuk op Wikispecies | ||||||||||||||||||
|
De haagbeuk is eenhuizig: mannelijke en de vrouwelijke bloemen komen op één plant voor. De boom bloeit in april en mei. Het stuifmeel wordt door de wind verspreid.
Het omhulsel van de vrucht is drie-slippig, waarbij de middelste slip duidelijk langer is dan de beide andere. De vrucht bevat een groen tot bruin zaad van 65 mg.
De kale takken zijn grijsachtig. De bladen staan hieraan verspreid.
De gesteelde, elliptische of eironde bladeren zijn veernervig en hebben een dubbelgezaagde rand. De zijnerven van de eerste orde zijn tot aan de bladrand ongedeeld. De bladvoeten zijn rond of hartvormig en de bladtoppen spits. Waar een gesnoeide beuk 's winters de dode, bruine bladeren laat hangen, is de haagbeuk min of meer kaal. De haagbeuk loopt echter weken eerder uit dan de beuk.
De boom komt van nature voor in West-, Midden- en Zuid-Europa alsook in West-Azië.
In België is de haagbeuk zeer algemeen in het Lotharings district. Elders is ze algemeen, maar zeldzaam in het maritiem district, het Vlaams district en het Kempens district. De haagbeuk ontbreekt in de Hoge Ardennen. In Herentals staat de haagbeuk in het wapenschild. De haagbeuk, die vroeger ook wel Hekelteer of Heern werd genoemd, ligt aan de oorsprong van de naam 'Herentals'.
In Nederland is de haagbeuk algemeen in Limburg (Zuid-Limburg), delen van Gelderland, delen van Noord-Brabant namelijk de Kempen.
Haagbeuk wordt vaak aangeplant als laanboom of als heg omwille van zijn verdraagzaamheid van snoei.
De haagbeuk komt in het wild in heel wat bosbestanden voor. Hij geeft de voorkeur aan vochtige, voedselrijke en vaak kalkrijke bodems.
De haagbeuk is een kensoort voor het Eiken-haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum).
Haagbeuk is een belangrijke waardplant voor de meikever. Volwassen kevers voeden zich met de bladeren en de bloemen. De plant speelt tevens een belangrijke rol in de voortplanting van de kever. Mannelijke kevers zouden sterk gevoelig zijn voor alcoholen die vrijgesteld worden uit door vraat beschadigde bladeren. Zo kunnen ze efficiënt op zoek gaan naar de locatie van mogelijke partners. Vrouwtjes zijn niet gevoelig voor de verbindingen.[2]
De bladeren van de haagbeuk vormen eveneens voedselbron voor een groot aantal larven van vlinders. Zo is de boom een waardplant voor larven van de Kleine wintervlinder (Operophtera brumata), haagbeukmot (Agrotera nemoralis), hazelaaruil (Colocasia coryli), Acleris cristana, Coleophora ahenella, Coleophora anatipenella, Coleophora currucipennella, Coleophora fuscocuprella, Coleophora milvipennis, Coleophora orbitella, Coleophora serratella, Coleophora siccifolia, Pamphilius marginatus, Stigmella floslactella, Stigmella microtheriella en Ypsolopha parenthesella.
Onder meer de appelvink en de boomklever zijn in de herfst dol op de zaden van de haagbeuk.
Ook bosmuizen en hazelmuizen doen zich vaak te goed aan de nootjes van de haagbeuk.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.