Groot-Waterschap van Woerden
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Groot-Waterschap van Woerden was een hoofdwaterschap rond de stad Woerden op de grens van de Nederlandse provincies Utrecht en Zuid-Holland.
Waterschap in Nederland | |||
---|---|---|---|
Locatie op de polderkaart van W.H. Hoekwater uit 1901 | |||
Locatie | |||
Provincie | Utrecht, Zuid-Holland | ||
Oppervlakte | ? ha | ||
Geschiedenis | |||
Opgericht | 1226 | ||
Opgeheven | 1995 | ||
Opgegaan in | Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | ||
|
Ontstaansgeschiedenis
Samenvatten
Perspectief
De oorsprong van het Groot-Waterschap ligt in de elfde en twaalfde eeuw en vloeit voort uit de ontginning van de uitgestrekte veenvlakte in Holland en Utrecht. Om het tot dan toe nauwelijks bewoonde gebied geschikt te maken voor landbouw en bewoning werd een systeem van watergangen gegraven, dat loosde op rivieren als de Oude Rijn en de Hollandsche IJssel. De afvoer via de Oude Rijn was echter moeilijk. Al in de eerste helft van de twaalfde eeuw zorgden stormvloeden voor het verzanden van de Rijnmonding bij Katwijk, terwijl extreme regenval in 1144 en misschien ook tussen 1155 en 1160 voor nog meer af te voeren water zorgde.
In het gebied van het latere Groot-Waterschap van Woerden kon het overvloedige water nog in westelijke richting worden afgevoerd. Verder richting Katwijk deden zich problemen voor en traden grote overstromingen op. Deze vormden voor de Hollandse graaf Floris III de aanleiding om bij Zwammerdam een dam in de Oude Rijn te laten opwerpen, die de grote hoeveelheid naar het westen stromende water moest tegenhouden.
Dat water kwam niet alleen uit de 'Woerdense' gebieden, maar ook uit de graafschappen Gelre en Kleef. In 1165 riepen de Utrechtse bisschop Godfried van Rhenen, graaf Hendrik I van Gelre en graaf Diederik III van Kleef de hulp in van keizer Frederik I Barbarossa. Tijdens een hofdag in Nijmegen bepaalde de keizer dat de dam bij Zwammerdam moest worden doorgestoken en hij beval het graven van een nieuwe kanaal tussen de Gelderse Vallei en de Zuiderzee. In 1202 werd de uitspraak van de keizer nog eens herzien.
Afwatering naar het IJ
De toen in 1202 gesloten overeenkomst tussen graaf Dirk VII van Holland en bisschop Dirk van Are wordt beschouwd als de oorsprong van het Hoogheemraadschap van Rijnland. In 1202 bepaalden beide partijen dat de dam bij Zwammerdam geopend moest blijven en dat op kosten van de Utrechtse gebieden drie kanalen van de Rijn naar het IJ gegraven mochten worden. Deze drie, de Heimanswetering, Woudwetering en Goog mondden uit in het Haarlemmermeer en via Spaarndam werd het water naar het IJ afgevoerd. Al in 1204 waren de drie nieuwe waterwegen klaar. Om de afwatering te verbeteren werden in 1220 in de Wendeldijk, aan de zuidkant van het Leidsemeer, zeven spuisluizen (duikers) aangelegd. Holland zou het onderhoud van vier betalen, Utrecht dat van de overige drie.
Die verplichting voor het onderhouden van die spuisluizen werd in 1226 nog eens bekrachtigd, toen de graaf en de bisschop de kwestie van de afwatering voorlegden aan een gezant van paus Honorius III. Hierbij werd bepaald dat beide partijen uitvoerende en controlerende taken dienden uit te voeren. Aan Hollandse zijde waren dit vertegenwoordigers van Rijnland. Of voor 1226 al een dergelijke organisatie aan de Woerdense/Utrechtse kant bestond, is onduidelijk. De bepalingen van 1226 wijzen erop dat in elk geval vanaf dat jaar een waterschapsorganisatie rondom Woerden optrad. Dit is het latere Groot-Waterschap van Woerden.
De oudste oorkonde over het Groot-Waterschap dateert van 13 mei 1322.[1] Graaf Willem III vatte er onder meer in samen waar de bestuurders van het waterschap zich aan moesten houden. De dijkgraaf werd bijgestaan door vijf heemraden.[1] De tekst wijst er ook op dat er (ruim) voor 1322 al een waterschap in de streek actief was.[2][3]
Het onderhoud van de verschillende sluizen in Spaarndam van het Hoogheemraadschap van Rijnland was de verantwoordelijkheid van acht steden of dorpen binnen het Hoogheemraadschap met hun omgeving. Ook het Groot-Waterschap van Woerden droeg hieraan bij. Zo waren er omstreeks 1500 van west naar oost de Kolksluis, Eerste Woerdersluis, Alphensesluis, Aalsmeerdersluis, Alkemadersluis, Tweede Woerdersluis, Rietwijkersluis, Haarlemmersluis en Noordwijkersluis.[4] De nog bestaande Woerdersluis in Spaarndam herinnert hier nog aan.
Afwatering richting Hollandsche IJssel
In 1364 werd de Enkele Wiericke aangelegd door het waterschap; enkele jaren later de Dubbele Wiericke.[1]
Bestuur
Het bestuur vergaderde eerst in de Stadsherberg aan de Voorstraat in Woerden. Tot ver in de 17e eeuw vergadert het bestuur in het Kasteel van Woerden.[1] De dijkgraaf was namelijk tegelijkertijd baljuw en beheerder van het kasteel.[5] Vanaf 1705 vergaderen zij in het net gereedgekomen Gemeenlandshuis in de Havenstraat. Het wapen van het Groot-Waterschap is boven de deur te zien.[1]
Enkele dijkgraven:
Omvang van het Groot-Waterschap
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.