Remove ads
bedrijf in Verenigde Staten van Amerika Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
GMC (Tussen 1911-1943 bekend als General Motors Truck Company en tussen 1943-1999 als GMC Truck & Coach Division) is een Amerikaans automerk. In 1911 werd het bedrijf opgericht als divisie van General Motors en dat is het vandaag de dag nog steeds. De producten van GMC zijn SUV's, pick-ups, bedrijfswagens en lichte vrachtwagens.
<GMC> | ||||
---|---|---|---|---|
Eigendom | General Motors | |||
Motto of slagzin | We are professional grade[1] | |||
Oprichting | 1911 | |||
Oprichter(s) | William C. Durant | |||
Land | Verenigde Staten Midden-Oosten Zuid-Korea | |||
Hoofdkantoor | Detroit, Michigan, VS | |||
Producten | SUV's Pick-ups Bedrijfswagens Lichte vrachtwagens | |||
Industrie | auto-industrie | |||
Website | Officiële website | |||
|
In 1900 bouwden de broers Max en Morris Grabowsky een eerste vrachtwagen, de Rapid. Het was de eerste vrachtwagen met verbrandingsmotor die in Detroit rondreed. Max was de ingenieur die hem ontwierp en Morris was de zakenman. Het voertuig werd voor $1250 verkocht aan een bedrijf.[2]
In 1902 richtten ze de Grabowsky Motor Vehicle Company op. In de drie volgende jaren produceerden en verkochten ze een 75-tal vrachtwagens en enkele auto's. In 1904 werd de naam van het bedrijf veranderd in Rapid Motor Vehicle Company. In 1906 verhuisde men van Detroit naar een nieuw gebouwde fabriek in Pontiac (Michigan). Hier kon men zo'n tweehonderd voertuigen per jaar bouwen.
In 1907 werd het gamma uitgebreid met lichtere vrachtwagens, bestelwagens en autobussen. Ook begon een viercilindermotor hun originele ééncilinder te vervangen.
In 1908 verliet Max het bedrijf om een nieuwe vrachtwagenbouwer op te richten. Maar Max was niet de zakenman die zijn broer was en de Grabowsky Power Wagon Company ging in 1913 failliet.
Rapid ging intussen met hem verder. In 1909 was het gamma verder uitgebreid met politievoertuigen, ambulances en lijkwagens. Dat jaar nam William Durant, die een jaar eerder General Motors had opgericht, een meerderheidsbelang in Rapid. Morris Grabowsky vertrok daarop naar de Kelsey Wheel Corporation. Kort na de overname van Rapid nam General Motors ook de Reliance Motor Car Company over. Dat bedrijf was ook in 1902 opgericht en had eerst auto's geproduceerd maar was in 1907 overgegaan naar vrachtwagens. Binnen GM werd de nieuwe divisie General Motors Truck Company opgericht waaronder beide merken opereerden.
In 1911 werd de productie van Reliance overgebracht naar Pontiac en daar samengevoegd met die van Rapid. Een jaar later verdwenen beide merknamen ten voordele van GMC Truck. De productie dat jaar was overigens nog slechts 372 stuks. De rapidmodellen bleven de middelzware modellen met een laadvermogen tot 2 ton. Reliance bouwde zware vrachtwagens van 3,5 tot 5 ton.
Na de Eerste Wereldoorlog verscheen de GMC K-Series met een laadvermogen tot 5 ton. De zware modellen hadden massieve banden. In 1922 werd ook een productiesite opgezet in Canada. Eind jaren 1920 werd de K-Series opgevolgd door de T-line. Deze hadden gewone luchtbanden en een gesloten cabine. In 1933 werd een nieuwe benzinemotor geïntroduceerd op de zware modellen en werden de eerste slaapcabines beschikbaar. Tegen 1935 werden nieuwe gestroomlijnde cabines voorgesteld. In 1939 werden ook dieselmotoren van GM-makelij (Detroit Diesel) beschikbaar en veranderde de naam van het bedrijf in GMC Truck & Coach Division.[3]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwde GMC zo'n 560.000 CCKW's, een militaire vrachtwagen met een laadvermogen van 9,5 ton, en 20.000 amfibievoertuigen (DUKW) voor het Amerikaanse leger. Daarmee was het merk destijds de grootste oorlogsproducent.
In 1986 ging GMC een joint venture aan met Volvo Trucks. Begin jaren 1990 werd de afdeling zware vrachtwagens volledig overgenomen door Volvo om uiteindelijk onderdeel te worden van Volvo Trucks North America.
In 2002 vierde GMC haar 100e verjaardag. Voor die gelegenheid werd het boek GMC: The First 100 Years uitgebracht dat de volledige geschiedenis van het merk verhaalt.
Tegenwoordig produceert GMC SUV's, pick-ups, bestelwagens en lichte vrachtwagens. De meeste modellen zijn ook te verkrijgen als Chevrolet. De Chevrolet-versies worden als privéauto verkocht terwijl de GMC-equivalenten meer als commerciële voertuigen gepositioneerd worden, hoewel er nauwelijks verschil is tussen beide.
In 2009 beëindigde GMC, na 100 jaar, de productie van middelzware pick-ups en vrachtwagens.[4] Dit was een besluit van General Motors, nadat het bedrijf de concurrentie van andere merken zoals Navistar International Corporation, Peterbilt en Isuzu niet meer aankon.[4] Pas in 2018 keerde de middelzware pick-ups weer terug, als de Chevrolet Silverado 4500/5500 serie.
In 2020 maakte GM bekend dat de Hummer weer zou terugkeren, als onderdeel van GMC. De nieuwe Hummer EV is een volledig elektrische pick-up, en de koop daarvan moet in 2023 beginnen.[5][6]
In 2022 werd GMC geïntroduceerd in Zuid-Korea, als onderdeel van GM Korea. Naast GMC verkoopt GM Korea ook Chevrolet en Cadillac modellen.[7]
Volgend zijn GMC's verkoopcijfers voor de Amerikaanse markt van de voorbije jaren:[8]
Jaar | Aantal | Groei | Marktaandeel |
---|---|---|---|
1980 | 141.029 | 1,26% | |
1981 | 139.381 | -1,17% | 1,32% |
1982 | 200.412 | 43,79% | 1,94% |
1983 | 238.411 | 18,96% | 1,96% |
1984 | 280.531 | 17,67% | 1,97% |
1985 | 312.274 | 11,32% | 2,03% |
1986 | 306.580 | -1,82% | 1,91% |
1987 | 311.217 | 1,51% | 2,09% |
1988 | 252.999 | 13,43% | 2,28% |
1989 | 352.397 | -0,17% | 2,42% |
1990 | 325.065 | -7,76% | 2,36% |
1991 | 283.965 | -12,64% | 2,31% |
1992 | 334.707 | 17,87% | 2,48% |
1993 | 383.778 | 14,66% | 2,61% |
1994 | 431.261 | 12,37% | 2,84% |
1995 | 427.997 | -0,76% | 2,70% |
1996 | 444.256 | 3,80% | 2,94% |
1997 | 443.640 | -0,14% | 2,93% |
1998 | 467.982 | 5,49% | 3,00% |
1999 | 541.987 | 15,81% | 3,20% |
2000 | 528.639 | -2,46% | 3,05% |
2001 | 554.753 | 4,94% | 3,20% |
2002 | 560.868 | 1,10% | 3,30% |
2003 | 563.684 | 0,47% | 3,38% |
2004 | 581.684 | 3,23% | 3,44% |
2005 | 537.572 | -7,58% | 3,16% |
2006 | 456.565 | -15,07% | 2,76% |
2007 | 484.932 | 6,21% | 3,00% |
2008 | 361.739 | -25,40% | 2,73% |
2009 | 253.053 | -30,05% | 2,4% |
2010 | 333.204 | 31,67% | 2,87% |
2011 | 397.973 | 19,44% | 3,11% |
2012 | 413.881 | 4,00% | 2,86% |
2013 | 450.901 | 8,94% | 2,89% |
2014 | 501.853 | 11,30% | 3,04% |
2015 | 558.697 | 11,33% | 3,20% |
2016 | 546.628 | -2,16% | 3,12% |
2017 | 560.687 | 2,57% | 3,25% |
2018 | 556.946 | -0,76% | 3,21% |
2019 | 564.946 | 1,53% | 3,31% |
2020 | 515.311 | -8,79% | 3,53% |
2021 | 482.437 | -6,38% | 3,21% |
2022 | 374.004 |
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.