Merz werd geboren in Brilon, een stadje in Noordrijn-Westfalen. Na het behalen van zijn Abitur in 1975 ging hij in militaire dienst. Vanaf 1976 studeerde hij rechten met een beurs van de Konrad Adenauer Stichting, eerst aan de Universiteit van Bonn en later aan de Universiteit van Marburg. Aansluitend was hij gedurende een korte periode actief als rechter in Saarbrücken, waarna hij als bedrijfsjurist aan de slag ging bij het Verband der Chemischen Industrie (VCI).
Merz is lid van de christendemocratische CDU sinds hij zich in 1972 (op 16-jarige leeftijd) aansloot bij de jongerenvereniging van deze partij. In 1989 stelde hij zich verkiesbaar bij de Europese parlementsverkiezingen van dat jaar, waarna hij verkozen werd in het Europees Parlement. Hij diende er één termijn, van juli 1989 tot juli 1994.[1]
Na de Bondsdagverkiezingen van 1994 nam Merz namens de Hochsauerlandkreis zitting in de Bondsdag, een functie die hij bijna vijftien jaar zou bekleden. Hij werd in oktober 1998 aangeduid als vicevoorzitter van de parlementaire fractie van de Union en in februari 2000 werd hij fractievoorzitter, als opvolger van Wolfgang Schäuble. In deze hoedanigheid was Merz de oppositieleider in de Bondsdag tijdens de eerste termijn van bondskanselier Gerhard Schröder (SPD).[2]
Bij de verkiezingen van 2002 was Merz adviseur van kanselierskandidaat Edmund Stoiber. De Union leed echter een electorale nederlaag, waarna de leiding van de Bondsdagfractie overgenomen werd door CDU-partijleider Angela Merkel. Merz was tot 2004 wel opnieuw vicevoorzitter en tevens lid van de raad van bestuur van de CDU, eveneens onder Merkel. In 2009 stelde Merz zich niet meer verkiesbaar voor de Bondsdag en ging hij zich concentreren op zijn werk als bedrijfsjurist. Daar klom hij op tot president van de Duitse afdeling van BlackRock, de grootste Amerikaanse vermogensbeheerder.[3]
Partijleiderschap
Bondskanselier Merkel maakte in het najaar van 2018 haar besluit bekend om af te treden als partijleider. De verkiezingen voor haar opvolging werden in december 2018 gehouden en Merz stelde zich kandidaat. Hij moest het opnemen tegen twee andere partijkopstukken: Annegret Kramp-Karrenbauer en Jens Spahn. In de eerste ronde viel Spahn af, waarna Merz in de tweede ronde nipt verslagen werd door Kramp-Karrenbauer.[4] Na povere resultaten bij de Europese parlementsverkiezingen (2019) en de betrokkenheid van de CDU bij een politieke crisis in Thüringen (2020) besloot Kramp-Karrenbauer haar partijleiderschap (en daarmee ook het mogelijke lijsttrekkerschap voor de Bondsdagverkiezingen van 2021) echter op te geven. Nieuwe partijleiderverkiezingen werden georganiseerd in januari 2021. Merz stelde zich wederom kandidaat en kreeg daarbij concurrentie van Armin Laschet en Norbert Röttgen.[5] Merz, die als de meest conservatieve van de drie gold, leed in de eerste ronde al een nipte nederlaag tegen Laschet en werd in de tweede ronde definitief verslagen. Hij kreeg 466 stemmen achter zich, tegenover 521 stemmen voor Laschet.[6] Na de verkiezingsnederlaag van september 2021 trok Laschet zich terug en stelde Merz zich ten derde male kandidaat. Werden de vorige verkiezingen gehouden onder het partijkader, in december 2021 konden alle 400.000 partijleden stemmen. Nu kwam Merz met 60% van de stemmen overtuigend als overwinnaar uit de bus.[7] In januari 2022 werd hij formeel tot partijvoorzitter gekozen met een stemmenpercentage van 94,62% op een digitaal partijcongres en 95,33% bij een aansluitende stemming per post.[3]
Naast zijn partijleiderschap zetelt Merz sinds oktober 2021 opnieuw in de Bondsdag.
Bronnen, noten en/of referenties