Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Electronic commerce, e-commerce, e-business of elektronische bedrijfsvoering is het bedrijven van handel via computernetwerken als het internet of een extranet en de studie hiervan.
Het begrip electronic commerce is dus breder dan geld verdienen op internet. Maar met name internet heeft gezorgd voor een explosieve toename van e-commerce. In de eerste plaats doordat aanbieders en afnemers tegen betrekkelijk geringe kosten een wereldwijde markt kunnen betreden die door internet bovendien veel transparanter is geworden.
Hoewel er volgens bepaalde auteurs geen verschil is tussen e-commerce en e-business, definiëren velen e-business ruimer. E-business incorporeert volgens hen ook de transacties binnen de organisatie. E-commerce wordt dan gezien als een onderdeel van e-business, waarbij de nadruk veelal ligt op de buy-side (e-procurement) en de sell-side.
De term e-business is een handelsmerk van IBM en werd door hen gedefinieerd als: de transformatie van essentiële bedrijfsprocessen via internettechnologieën.
In de rest van dit artikel wordt e-business als een synoniem van e-commerce beschouwd.
Er zijn verschillende vormen van e-commerce:
De overheid speelt ook een belangrijke rol in de e-commerce:
Tegenwoordig worden ook werknemers (Employees) in dit model betrokken, zoals bij B2E, E2E, E2B.
Een andere classificatie is naar de volgende drie verschijningsvormen van electronic commerce.
Electronic commerce is een interdisciplinaire academische en toepassingsgerichte discipline. Het bevat elementen uit de volgende vakgebieden:
Naarmate de communicatiemiddelen verbeteren, nemen de handelsmogelijkheden toe. Dat vond al toepassing bij de ontwikkeling van de geschreven taal en de boekdrukkunst. Maar ook door de ontwikkeling van transportmogelijkheden: de ontwikkeling van de scheepvaart, de trein, de auto en het vliegtuig. En door het ontstaan van de posterijen, telegrafie en telefonie.
Het beginpunt van e-commerce is het moment dat computers met elkaar konden communiceren. Tot die tijd moesten computers het hebben van hun eigen opslag- en bewerkingscapaciteit. Voor bedrijven hadden computers al veel nut: op die manier konden grote hoeveelheden gegevens systematisch worden opgeslagen en bewerkt. Bijvoorbeeld financiële gegevens en gegevens over het assortissement en de klanten. De ontwikkeling van Enterprise Resource Planning (ERP) was begonnen.
De opkomst van electronic commerce begon in de jaren 1970 met innovaties zoals Electronic Fund Transfers (EFTs). Deze systemen maakten via een netwerk geld over tussen verschillende rekeningen. De opkomst van electronic data interchange (EDI), een systeem voor data-uitwisseling tussen organisaties, zorgde ervoor dat electronic commerce zich ook uitbreidde naar niet-financiële transacties. Telecommunicatietoepassingen, zoals digitale veilingen en ticketreserveringssystemen, en vergroting van de netwerkcapaciteit, zorgden ervoor dat electronic commerce in de jaren 1990 echt een factor van belang ging worden voor veel bedrijven.
Internet is eind jaren 1960 in de Verenigde Staten begonnen toen het onderzoeks- en defensienetwerk ARPANET onder leiding van Robert Kahn diverse servers van militaire en academische knooppunten met elkaar verbond.
Een belangrijke mijlpaal was de ontwikkeling van The Internet and Transmission Control Protocols (TCP), in 1973 ontwikkeld door de computerspecialist Vinton Cerf. De term internet werd in 1974 voor het eerst gebruikt in een document van Kahn en Cerf over Transmission Control Protocol.
Al bestond het dus al jaren, internet werd pas toegankelijk het grote publiek in de jaren 1990. In augustus 1991 publiceerden Tim Berners-Lee en Robert Cailliau het World Wide Web-project nadat zij enige jaren bij CERN in Zwitserland hadden gewerkt aan HTTP en HTML. Door de uitvinding en introductie van klikbare aan elkaar gelinkte pagina's (HTML/www) werd het internet bereikbaar voor het grote publiek.
Rond 1994 werd internet een bekend publiek verschijnsel. De eerste publicaties verschenen over de economische potentie van internet. Het Witte Huis richtte in 1994 een eigen website (whitehouse.gov) op, de zoekmachines van Yahoo! en Lycos zagen het licht, Netscape kwam met zijn eerste webbrowser, Netscape Navigator. En de eerste bedrijven gingen hun producten online aanbieden: bij Pizza Hut konden pizza's uitgekozen worden, Monster.com bood online banen aan en First Virtual maakte als eerste online bankbetalingen via het web mogelijk. Een jaar later, in 1995, werden Amazon.com en eBay opgericht.
Gratis browsers, de ontwikkeling van beveiligde internetprotocollen (zoals HTTPS) en de opkomst van goede zoekmachines zoals Google bespoedigden de opkomst van e-commerce.
Rond 1996 werd het grote publiek zich bewust van de economische potenties van internet. Yahoo! kreeg als eerste internetbedrijf zijn eigen beursnotering en veel bedrijven volgden. Binnen drie jaar verdrievoudigde de NASDAQ-index in waarde. Dotcoms, zoals internetbedrijven werden genoemd, werden niet meer gewaardeerd op basis van hun winstcijfers. De aantallen bezoekers, of zelfs het verwachte aantal bezoekers, bepaalden voor investeerders de waarde. Als je bezoekers zou trekken en merkbekendheid en marktaandeel kon bouwen, kreeg je vanzelf wel omzet en winst.
Achteraf beschouwd kan deze hype wel worden verklaard. Er was nog weinig kennis over de conversie van sitebezoek naar omzet. En men besefte wel dat bedrijven die in die tijd startten, konden uitgroeien tot de economische molochen van de toekomst. Men kon alleen niet identificeren welke dat zouden worden. De huidige omvang van bedrijven als Yahoo!, Amazon.com en Google tonen aan dat men daar niet per se ongelijk in had.
Op 13 maart 2000 barstte de bel. De kerstinkopen van 1999 waren tegengevallen, de rente was al een paar keer verhoogd en bedrijven hadden veel uitgegeven om de millenniumbug te bestrijden. De investeringscapaciteit was daardoor afgenomen, waardoor aandelen in hardwarebedrijven als Dell, Cisco en IBM minder populair werden. Binnen een jaar halveerde de NASDAQ-index weer in waarde. Talloze dotcoms gingen failliet en vele beleggers waren hun geld kwijt. Een jarenlange recessie volgde.
In anderhalf jaar tijd waren de technologiebedrijven 5 biljoen dollar aan waarde kwijtgeraakt. Investeerders waren er nauwelijks meer: de kater was groot en het geld was op. Slechts een paar dotcoms hadden de slag overleefd. Waar voorheen onder beleggers denigrerend werd gedaan over bricks and mortar-bedrijven, stonden die in veel gevallen nog recht overeind.
Geleidelijk en behoedzaam bleven de traditionele bedrijven hun e-commerce activiteiten ontwikkelen van bricks and mortar naar bricks and clicks. Ook resterende dotcoms stonden niet stil, maar bouwden geleidelijk aan hun imperium. Amazon.com ging na boeken en cd's ook allerhande andere artikelen verkopen en begon aan een affiliate platform. Google veroverde de wereld met haar superieure zoekmachine en talloze gratis functionaliteiten en kocht YouTube.
Web 2.0 werd geboren: in plaats van consumeren, gingen internetgebruikers nu zelf het internet bevolken met Wikipedia, YouTube, sociale netwerksites als MySpace en weblogs. Op eBay en Marktplaats.nl konden consumenten gratis, tegen een geringe betaling of klein percentage van de opbrengst hun spullen te koop zetten. Talloze kleine particuliere webshops zagen het licht.
Op e-commerce gebied zette Google de toon met Adwords en Adsense. Adverteren hoefde niet meer op basis van pageviews te worden afgerekend, maar op basis van cost per click (kosten per klik). Dat model zet de online-advertentiewereld op zijn kop. Met Analytics bood Google bovendien gratis tools om websites te optimaliseren op conversie. Marketing en e-commerce werden in toenemende mate data-gestuurd waardoor investeringen en opbrengsten veel directer op elkaar kunnen worden afgestemd.
Vanaf de lancering van Apples iPhone in 2007 vond de langverwachte doorbraak van het gebruik van internet op mobiele telefoons plaats. In navolging van Apple lanceerde Google enkele jaren later zijn besturingssysteem Android en boden telecombedrijven steeds vaker databundels aan voor het onbeperkt gebruiken van internet op smartphones. Deze ontwikkelingden zorgen ervoor dat de smartphone een tweede scherm voor de e-commerce werd: m-commerce leek eind 2010 zijn definitieve doorbraak te gaan beleven door de introductie van mobiele betaalmogelijkheden, zoals PayPal.
In 2017 maakten twee miljard mensen een mobiele e-commercetransactie.[1]
De directe interventie van de centrale overheid is belangrijk om technologische innovatie te bevorderen, i.e. internet. Toelaten van overheidsbeleid, zoals handel- en telecommunicatieliberalisering, zullen waarschijnlijk de grootste invloed op de adoptie van e-commerce hebben. De overheid maakt ICT en de toegang van internet meer betaalbaar. De overheid geeft raad op het gebied van beleidsvorming, financiële investering, infrastructuurontwikkeling, en onderwijs.
Op 8 juni 2000 werd de Richtlijn inzake elektronische handel van kracht, met als doel de harmonisering en regulering van de sector.[2] Van juni tot september 2020 organiseerde de Europese Commissie een publieke consultatie met het oog op een herziening van de richtlijn. Die zou dan in december 2020 moeten uitmonden in de Digital Services Act, een project van de Commissie-Von der Leyen.[3]
Electronic commerce heeft vele gevolgen voor de betrokken partijen. Hieronder worden er een aantal opgesomd.
Commerciële ondernemingen kunnen succesvol zijn vanwege hun product en de markt waarin zij opereren. Ook zijn een goede organisatiestructuur en management van belang, adequaat financieel beheer, personeelsbeleid, distributie en marketing. Voor e-commerceondernemingen gelden daarbovenop nog een aantal specifieke omstandigheden die mede bepalend kunnen zijn voor hun succes. Hierbij gaan wij uit van een onderneming die via een website opereert. Het is belangrijk dat er gedetailleerde informatie over de producten en services van het bedrijf op de website staan.
De website moet bezoekers aantrekken. Dat kan op verschillende manieren:
Handel drijven op internet kent een aantal bijzondere implicaties:
Op het gebied van electronic commerce zijn diverse standaarden in omloop. In veel gevallen denkt men bij electronic commerce aan webshops, maar ook gestandaardiseerde berichten rond handelstransacties vallen hieronder. De belangrijkste standaarden zijn:
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.