Remove ads
stad Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Döbeln is een Große Kreisstadt in de Duitse deelstaat Saksen, gelegen in de Landkreis Mittelsachsen. De stad, die ook bekendstaat als Stiefelstadt (laarzenstad), telt 23.467 inwoners.[1]
Stad in Duitsland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Deelstaat | Saksen | ||
Landkreis | Mittelsachsen | ||
Coördinaten | 51° 7′ NB, 13° 7′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 91,75 km² | ||
Inwoners (31-12-2020[1]) |
23.467 (256 inw./km²) | ||
Hoogte | 168 m | ||
Burgemeester | Sven Liebhauser (CDU) | ||
Overig | |||
Postcode | 04720 | ||
Netnummer | 03431 | ||
Kenteken | FG (alternatief: BED, DL, FLÖ, HC, MW, RL) | ||
Stad | 38 Ortsteile, 9 Stadtteile | ||
Gemeentenr. | 14 5 22 080 | ||
Website | www.doebeln.de | ||
Locatie van Döbeln in Mittelsachsen | |||
|
Döbeln ligt in het Middelsaksisch heuvelland , ongeveer in het midden tussen de steden Chemnitz, Dresden en Leipzig. De omgeving kenmerkt zich door de dalen van de Freiberger Mulde en haar zijrivier de Zschopau,[2] en het omliggende heuvelachtige landschap met verscheidene oude kastelen en kasteelruïnes.
Blijkens artikel 1, lid 2 t/m 5, van de op 23 maart 2021 voor het laatst gewijzigde hoofdgemeenteverordening (Hauptsatzung,[3]) bestaat de gemeente uit de kernstad Döbeln en 4 Ortschaften, overeenkomende met vroegere gemeentes. Deze zijn bij herindelingen onderdeel van de gemeente Döbeln geworden.
De kernstad Döbeln (oppervlakte volgens de gemeentewebsite 2.861 hectare) bestaat uit de traditionele binnenstad, waarvan het centrale deel op een riviereiland ligt en door twee armen van de Freiberger Mulde omsloten is, de vroegere dorpen Gärtitz, Großbauchlitz, Keuern, Kleinbauchlitz, Masten, Pommlitz, Sörmitz en Zschackwitz, alsmede de na 1950 nieuw gebouwde stadsdelen Döbeln-Ost I, Döbeln-Ost II en Döbeln-Nord.
De vier Ortschaften en de daarbinnen gelegen 38 Ortsteile zijn:
Verreweg de meeste van deze Ortsteile zijn agrarische of rondom een landgoed ontstane dorpjes met minder dan 500 inwoners.
Buurgemeenten zijn Großweitzschen, de stad Roßwein en Waldheim, die alle in de Landkreis Mittelsachsen liggen. Ook Stauchitz, Lommatzsch en Nossen liggen alle drie niet ver ten oosten van Döbeln, in de Landkreis Meißen.
De volgende belangrijke verkeerswegen lopen door de gemeente:
Het in 1868 geopende centraal station van de stad, Döbeln Hauptbahnhof, in de buurtschap Kleinbauchlitz 2 km ten westen van de binnenstad, ligt aan verscheidene spoorlijnen, waarvan er een aantal echter in het verleden, wegens onvoldoende rendement en verouderde infrastructuur, voor passagiersvervoer gesloten zijn. De enige spoorlijn met reizigersvervoer, die Döbeln aandoet, loopt naar Riesa (25 km noordoostwaarts; traject reeds in 1847 geopend), en de andere kant op via Waldheim naar Chemnitz Hauptbahnhof, 41 km in zuidwestelijke richting. Aan deze laatste lijn heeft het Döbelner stadsdeel Limmritz, 3½ km ten zuidwesten van het centraal station, nog een spoorweghalte. Het in 1847 geopende station te Bauchlitz, later Döbeln-Nord geheten, werd in 1965 om economische redenen gesloten, evenals de smalspoorlijn die daarlangs liep.
Van het centraal station naar het centrum v.v. liep aanvankelijk, van 1892 tot 1926, een ruim 2 km lang paardentramtraject. Over een stuk van 500 meter is dit in 2007 als toeristische attractie in ere hersteld.
Met Waldheim, Nossen en Freiberg bestaan streekbusverbindingen; de meeste buslijnen hebben echter een lage frequentie, en vallen, als er op de Autobahn files staan, uit of lopen grote vertraging op.
Het spoortraject Limmritz - Waldheim had in de periode 1848 - 1852, waarin de spoorlijn werd aangelegd, de bijnaam Faillissementsmijl (Bankrottmeile). De hoge bouwkosten van 6 bruggen en viaducten leidden tot het faillissement van de spoorwegmaatschappij, die uiteindelijk met overheidssteun onder een andere naam de lijn alsnog kon openen en gaan exploiteren.
Ten oosten van het stadscentrum, bij de stadsdelen Zschackwitz en Großsteinbach, aan de B175 en nabij afrit 35 van de A 14, liggen bedrijventerreinen voor met name logistieke en distributiecentra, en voor lokaal midden- en kleinbedrijf.
Ten noorden van het stadscentrum, bij de stadsdelen Gärtitz en Pommlitz, aan de B169 en nabij afrit 34 van de A 14, liggen een zonnepanelenpark en een bedrijventerrein, eveneens voor met name logistieke en distributiecentra, en voor lokaal midden- en kleinbedrijf.
Oudere industrieterreinen liggen verspreid langs de spoorlijnen, o.a. tussen het centraal station en het noordwaarts gelegen Bauchlitz. Grote ondernemingen zijn sedert de Duitse hereniging in 1990 niet meer in de gemeente gevestigd.
Döbeln heeft een ziekenhuis (privé-kliniek) met 195 bedden; dit is één van de belangrijkste werkgevers van de gemeente.
Ten oosten van de gemeente strekt zich een agrarisch gebied met vruchtbare lössgrond uit, de Lommatzscher Pflege. Hier vindt, evenals tussen enige van de dorpjes ten noordoosten van Döbeln zelf, intensieve akkerbouw plaats.
De mooie omgeving, in de rivierdalen nabij de stad, trekt sedert circa 2000 een toenemend aantal wandel- en fietstoeristen aan.
Het 19e-eeuwse herenhuis Gut Gödelitz, bij het dorp van die naam, huisvest een stichting, die beter begrip tussen mensen uit Oost- en West-Europa nastreeft, met name tussen Duitsers en Polen. Deze stichting exploiteert in het landhuis een conferentieoord van bovenregionale betekenis, vooral rondom deze thematiek.
Döbeln ontstond in de 10e eeuw (oudste vermelding in een document: 21 juli 981) en werd, evenals de meeste dorpen in de omgeving, gesticht door leden van een Slavisch volk. Bij de plaats lag op een heuveltje een kasteel, Burg Doblin, dat in later eeuwen verviel tot een ruïne, en waarvan de laatste restanten in 1869 werden verwijderd. In de 13e eeuw vestigden zich hier Duitstalige kolonisten. In 1350 wordt Döbeln als civitas , stad, vermeld. Vanaf de late middeleeuwen kende de textielnijverheid hier enige bloei.
In de 14e tot en met de 18e eeuw werd de plaats zeker 9 keer door een pestepidemie en 8 keer door een grote stadsbrand getroffen. In de 16e eeuw , tijdens de Reformatie, gingen de meeste christenen in de gemeente over tot de evangelisch-lutherse gezindte. De in dit artikel genoemde kerkgebouwen zijn, tenzij anders vermeld, ook evangelisch-luthers.
In 1762 vonden tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) bij Döbeln zware, door troepen uit Pruisen gewonnen, gevechten plaats.
Na de aansluiting op het spoorwegnet, in 1847, vestigden zich enige textielindustrieën en sigarenmakerijen in Döbeln. De landbouw, met name de akkerbouw was, en is nog steeds, van betekenis. In de streek rondom Döbeln is de lössgrond vruchtbaar. De wat rijkere boeren lieten boerderijen bouwen van het type Vierseithof (vierkantshoeve), rondom een binnenplaats. Enkele van deze, vaak 18e- of 19e-eeuwse, boerderijen hebben de eeuwen doorstaan, en staan er nog steeds; deze hoeven staan doorgaans onder monumentenzorg. In Nederlandse oren bizar is de regionale, ook hier gebruikelijke, aanduiding besessener Mann. De betekenis hiervan was tot en met de 19e eeuw, ook in officiële geschriften: man, die een boerderij met eigen grond in bezit had.
Van 1887 tot 1991 was in een kazerne in het stadje een aantal militairen, van verschillende legeronderdelen, gestationeerd.
De Tweede Wereldoorlog bezorgde Döbeln betrekkelijk weinig schade. Op 6 mei 1945 werd de stad door troepen van het Russische Rode Leger bezet. Gedurende de DDR-periode groeide Döbeln tijdelijk tot een industriestad met ruim 30.000 inwoners uit. In de plaatsjes ten oosten van Döbeln werden tot circa 1970 veel suikerbieten verbouwd, zoveel, dat hier een apart goederenspoorlijntje tot 1969 lonend was. De plaatselijke suikerfabriek werd, na de Duitse hereniging, in 1992 gesloten; evenals andere industrieën in de stad, was deze naar Westerse maatstaven economisch niet levensvatbaar.
De stad, die in een rivierdal ligt, had veel te lijden van het Hoogwater in Centraal-Europa 2002 en de overstromingen in Centraal-Europa 2013.
Döbeln onderhoudt jumelages met de volgende gemeentes:
Döbeln draagt de bijnaam Stiefelstadt (Laarzenstad).
De geschiedenis hierachter begon op kasteel Mildenstein te Leisnig, een stadje, dat evenals Döbeln aan de Freiberger Mulde ligt, maar 20 km verder stroomafwaarts. Rondom dit kasteel ontstond het stadje Leisnig, waar al in de middeleeuwen het gilde der schoenmakers het belangrijkste in de stad werd. Nog omstreeks 1850 waren daar 150 meester-schoenmakers actief. Daarna werden ze door een moderne schoenfabriek uit de markt geconcurreerd. Ook in Döbeln waren veel schoenmakers actief; hun gilde werd in 1325 opgericht. Het was gebruikelijk, dat de schoenmakers bij wijze van reclamestunt, of om hun vaardigheid te bewijzen, soms zeer kleine of juist zeer grote producten vervaardigden en ten toon stelden. In 1925 vierden de resterende schoenmakers van Döbeln het zesde eeuwfeest. Mede ter ere van de toenmalige president Hindenburg maakten ze een reuzenlaars van 1,85 meter zoollengte en 2,48 m hoogte. In 1957 werd deze in een hoekje van het stadhuis teruggevonden door een schoenmaker uit Leisnig, die de laars repareerde en meenam naar een museumvertrek in Kasteel Mildenstein in zijn stad. De inwoners van Döbeln beschouwden de laars echter als een stuk van hun historisch erfgoed, en er volgden verhitte discussies en zelfs een rechtszaak over waar de laars thuishoorde. In 2010 besliste de rechter ten gunste van Döbeln, en sedertdien is het stuk schoeisel daar weer terug.
De reuzenlaars van Leisnig werd in 1996, 950 jaar na de stichting van Leisnig, door plaatselijke schoenmakers geproduceerd. Deze heeft een hoogte van 4,90 m, en de zool is 2,20 m lang; de laars bereikte een vermelding in het Guinness Book of Records. De tweede reuzenlaars te Döbeln, in 2003 gemaakt door schoenmakers uit zowel Döbeln als Leisnig, en gemakkelijker te transporteren dan die uit 1925, heeft een hoogte van 3,90 meter. Deze staat in het Brauhaus opgesteld, en wordt daarom wel de brouwhuislaars genoemd.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.