adellijk geslacht Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dibbets is een Nederlandse familie waarvan een tak sinds 1835 tot de Nederlandse adel behoort. De naam is van oorsprong een patroniem, afgeleid van de voornaam Dibbet (Dietbald).
De stamreeks begint met Derrik Jansen die op 20 mei 1663 in Terwolde zijn eerste kind liet dopen. Een directe nakomeling van hem, Bernardus Cornelis Johannes Dibbets (1782-1839), luitenant-generaal, werd in 1835 verheven in de Nederlandse adel met de titel van baron bij eerstgeboorte; alle anderen verkregen daarmee het predicaat jonkheer of jonkvrouw. Dibbets had zijn verheffing te danken aan persoonlijke verdiensten, niet aan afkomst. De Hoge Raad van Adel was niet om advies gevraagd. Op subtiele wijze gaf de Raad bij de bevestiging van het wapen zijn blijk van ongenoegen hierover door als wapenspreuk 'Arma nobilitant' voor te stellen, met de opmerking vertrouwende dat er in het onderhavige geval weinig meer doelmatige spreuken kunnen gebezigd worden.[1]
Gerrit Dibbets (1695-1743), rijdende bode bij het Hof van Gelre en Zutphen, en tabakskoopman; trouwde in 1722 met Dirkjen van Varseveld (1695-1757)
Arnoldus Dibbets (1722-1783), bouwmeester te Nijmegen; trouwde in 1744 met Johanna Nijhoff (1721-1799)
Gerrit Jan Dibbets (1745-1813), bouwmeester en vetweider te Arnhem; trouwde in 1770 met Beatrix Melsert (1747-1778); hij hertrouwde in 1780 met Johanna Cornelia van Meurs (1760-1790)
jkvr. Idaline Gérardine Dibbets (1814-1890); trouwde in 1835 met Philippe Henri Marcella (1808-1877), luitenant-kolonelKoninklijke Marechaussée, officier Orde van de Eikenkroon[5], lid van de familie Marcella
Guillaume Zenon Philidor Marcella (1836-1875), kapitein der genie, trouwde in 1863 Louise Caroline Viruly (1841-1893), dochter van Jan Viruly van Vuren van Dalem (1814-1876)
Zenon Guillaume Philidor Marcella (1871), luitenant-ter-zee tweede klasse
Suzanna Elisabeth Marcella (1839-1910);[6] trouwde in 1866 met George Frederik Willem Borel (1837-1907), generaal-majoor, ridder Militaire Willems-Orde
Julie Desirée Borel (1867-1933), trouwde in 1895 met assistent-residentEduard Ludwig Martin Kühr
jkvr. Bernardine Julie Louise Dibbets (1817-1884); trouwde in 1837 met Pieter Hendrik van der Kemp (1801-1867), luitenant-kolonel, Ridder Militaire Willems-Orde
mr. Frederik Willem Karel baron Dibbets (1820-1917), rechter-plaatsvervanger in de arrondissementsrechtbank te Maastricht en vanaf 1850 griffier provinciaal Hof van Limburg[7]
Antoon Hendrik Dibbetz (1799-1849), luitenant-kolonel en tweede directeur der genie op Java, ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
mr. Derk Jan Dibbetz (1731-1764), lid van de raad van justitie te Batavia; trouwde in 1760 met Baukje Maria Lycklama à Nijeholt (1730-1805); zij hertrouwde in 1771 met mr. Henricus Beucker Andreae.[8]:286
dr. Reinier de Klerk Dibbetz[fy] (1764-1808), geneesheer te Heerenveen, later directeur en chef der hospitalen en directeur der gouvernements-drukkerij aan de Kaap de Goede Hoop
Zij was een directe afstammeling van Daniël Wolff baron van Dopff (1650-1718), de bouwer van het kasteel Neercanne en eerste steenlegger van het nieuwe Statenhuis in 1700.
In de 's-Gravenhaagse courant van 4 juni 1821 werd gesproken van het grootkruis in de Militaire Willems-Orde voor Van Tengnagel en het commandeurschap in die Orde voor generaal A.Ch.G. d'Aubremé. G.C.E. Köffler spreekt over een ridderschap maar waarschijnlijk is dit een fout gezien de overige onderscheidingen van dit Koninklijke Besluit en was de onderscheiding een grootkruis