De DR-Baureihe V 100 is een Oost-Duitse diesellocomotief die in de jaren zestig van de twintigste eeuw is ontworpen voor de middelzware reizigers- en goederendienst en de zware rangeerdienst. De locomotief vertoont grote gelijkenis met de West-Duitse V100.

Snelle feiten DR-Baureihe V 100DR-Baureihe 108/110/111/112/114/199.8 DB-Baureihe 201/202/203/204/298, Aantal ...
DR-Baureihe V 100
DR-Baureihe 108/110/111/112/114/199.8
DB-Baureihe 201/202/203/204/298
Thumb
Aantal 1146
Fabrikant LKM Babelsberg, LEW Hennigsdorf
Bouwjaar 1966-1985
Uit dienst vanaf 1992
Asindeling B'B'
Spoorwijdte 1435 mm (normaalspoor)
1000 mm (serie DR 199)
Massa 64,0 ton
Aslast 16,0 ton
Lengte over buffers 13.940 mm / 14.240 mm *
Drijfwieldoorsnee 1000 mm
Draaistelafstand 2300 mm
Radstand 9300 mm
Maximumsnelheid 100, 80, of 65 km/h
Overbrenging hydrodynamisch
Vermogen 736 kW (DR 110)
750 kW (DR 108)
883 kW (DR 112)
1100 kW (DR 114)
Trekkracht 227 / 155 kN
Tractiemotoren 12-cilinder 4 takt-diesel-V-motor met turbolader (gedeeltelijk met interkoeler)
Inhoud brandstoftank 2600 l
Remsysteem Westinghouserem
Treinverwarming Grootvolumeketel
Opmerking(en) * 201.2-8, 204, 293
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer
Sluiten
Thumb
202 330-7, een van de vele machines die na 1992 een twee leven kregen, hier voor EBM-Cargo bij station Hagen, maart 2014

Geschiedenis

Het midden jaren vijftig door de Deutsche Reichsbahn (DR) voorgestelde diesellocprogramma voor de vervanging van de stoomlocomotieven omvatte de series V 15, V 60, V 180 en V 240. Er ontbrak echter een loc met ongeveer 1000 pk vermogen voor zowel de lichte tot middelzware personen- en goederendienst als de zware rangeerdienst, die de stoomlocs van de series 38, 55, 57, 78 en 93 zou kunnen vervangen. Dit gat zou in eerste instantie door import van op de Russische TGM3 gebaseerde locs opgevuld worden. Toen duidelijk werd dat de Sovjet-Unie niet in staat zou zijn de locomotieven te leveren, begon men in 1963 met de ontwikkeling van een eigen 1000-pk-dieselloc, waarbij zo veel mogelijk onderdelen van de serie V 180 gebruikt zouden kunnen worden.

Bij Lokomotivbau Karl Marx Babelsberg ontstond op basis van deze uitgangspunten een vierassige diesellocomotief met hydraulische aandrijving, met cabine in het midden. Het eerste prototype, V 100 001, werd in 1964 gebouwd, en had een twaalfcilinder 900 pk motor type 12 KVD 18/21 A-2, zoals die ook in de V 180 werd gebruikt. Het tweede prototype, van 1965, kreeg de 1000 pk motor van het type 12 KVD 18/21 A-3 van VEB Motorenwerk Johannisthal, die in de serie werd toegepast. De twee prototypes werden niet door de Reichsbahn afgenomen, en zijn op 19 december 1968 bij een brand in het Reichsbahnausbesserungswerk van Cottbus verloren gegaan.[1] De nummers V100 001 en 002 zijn in maart 1969 opnieuw toegekend aan op dat moment nieuw geleverde machines.[2]

Nadat duidelijk werd dat de serieproductie zou gaan plaatsvinden bij Lokomotivbau Elektrotechnische Werke Hans Beimler Hennigsdorf, werd daar in 1966 een derde prototype gebouwd. Deze V 100 003 is het oudst bewaarde exemplaar, en is in bezit van het DB Museum Nürnberg, die de machine uitleent aan de Förderverein Berlin-Anhaltische Eisenbahn in Lutherstadt Wittenberg. De serieproductie van de locomotief begon in 1967. In 1978 werd de laatste gebouwd. In totaal werden er van deze locomotief 1146 gebouwd: 3 prototypes, 746 als V 100.1, 120 als V 100.2, 86 als V 100.4 en V 100.5 (van die laatste twee series ook een aanzienlijk aantal voor industriële bedrijven), en daarnaast nog 190 locs van de typen V 100.2 en V 100.3, die naar China geëxporteerd werden. Vanaf 1970 werd de serie bij DR omgenummerd in Baureihe 110. De volgnummers van de bij DR ingezette machines waren 110 001-171 en 110 201-896, 111 001-037, en 110 961-970 en 110 980. Bij latere verbouwingen van deze machines ontstonden de series 108, 112, 114, 115 en 199.

Na de samensmelting van DR en DB tot DB AG in 1994, kwamen problemen met de serie aan het licht. Bij het rijden op nieuw aangelegde en recent geslepen sporen, vertoonden de locs bij hogere snelheden schommelloop. Het probleem was terug te voeren op ongelijke slijtage van het loopvlak van de wielen (Hohllauf). De bedrijfsleiding verlaagde daarom de maximumsnelheid voor de locs tot 80 km/uur, wat erin resulteerde dat de serie van het hoofdnet geweerd werd. Het probleem werd later bij een aantal locs aangepakt door ze van extra dempers in de draaistellen te voorzien.

Veel van de door DB AG terzijdegestelde locomotieven werden door het Reichsbahnausbesserungswerk (hoofdwerkplaats) in Stendal overgenomen. De locs werden daar naar de wens van de klant gereviseerd en omgebouwd. In sommige gevallen kon door de revisie ook de maximumsnelheid weer verhoogd worden tot 100 km/uur. Van zulke locs werd door sommige afnemers het serienummer in 203 veranderd.

Techniek

De dieselloc rijdt op twee tweeassige draaistellen, die beide met een draaipen met het frame verbonden zijn. Het hoofdframe rust middels drukveren met geleideplaten op de draaistellen. De loc heeft een middenstuurstand. In het voorste compartiment zijn de dieselmotor en de koeleenheid ondergebracht. In het achterste compartiment bevinden zich de ventilatorgeneratoren, de startmotor, de schakelkast, de compressor, het drukvat, de accu's, de verwarmingsketel (of andersoortige verwarming), ballastgewichten en de zekeringen en meestal ook radioapparatuur.

In het chassis onder de stuurstand hangt de hydraulische aandrijving. De aandrijving bestaat uit een start- en twee rijversnellingen en een keerkoppeling. De eerste locomotieven (V 1000-1) waren nog met een versnellingsbak uitgerust die een keuze bood tussen rij- en rangeerstand. Omdat deze serie (tot de latere subseries 108 en 111) nauwelijks voor rangeerdiensten ingezet werd, zag men vanaf 1969 (V 1002) van deze gangwissel af. Vanaf deze versnellingsbak worden via differentiëlen en kruiskoppelingen de vier assen aangedreven. Links en rechts van het versnellingshuis zijn de brandstoftanks ondergebracht.

De locomotief kan in treinschakeling rijden. De regeling van de draaisnelheid van de motor wordt daartoe elektromechanisch geregeld. Voor de treinverwarming was in de locomotief aan het eind van het achterste deel een lagedruk stoomketel geplaatst. Drinkwater werd aan boord gemaakt door middel van een ionenwisselaar.

Varianten

Wikiwand in your browser!

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.

Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.