Cheilanthes is een geslacht van ongeveer 200 soorten varens uit de lintvarenfamilie (Pteridaceae).
Cheilanthes | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cheilanthes parryi | ||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Geslacht | ||||||||||||||||||
Cheilanthes Sw. (1806) | ||||||||||||||||||
Typesoort | ||||||||||||||||||
Cheilanthes micropteris Sw. (1806) | ||||||||||||||||||
Habitus van Cheilanthes lanosa | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||
Cheilanthes op Wikispecies | ||||||||||||||||||
|
Cheilanthes-soorten zijn wereldwijd verspreid, voornamelijk in de Nieuwe Wereld. Het zijn vooral lithofyten uit warme, droge en rotsige biotopen. Enkele soorten komen ook voor in het zuiden van Europa.
Naamgeving en etymologie
- Synoniemen: Allosorus Farwell (1911), Allosurus Endlicher (1836) & auctt., Cheilanthastrum Fée (1850-52), Cheilosoria Trevisan (1877), Choristosoria Kuhn (1879), Eriochosma J. Smith (1841), Gymnia Hamilton ms. ex Don (1825), Hypolepidopsis Hieronymus (1920), Myriopteris Fée (1852), Neurosoria Mett. ex Kuhn (1869), Oeosporangium Visiani (1867), Othonoloma Link (1833), Parallosorus Keyserling (1873), Physapteris Presl (1836), Pomatophytum Jones (1930), Sinopteris C. Chr. & Ching (1933), Aleuritopteris Fée (1852), Leptolepidium Hsing & S.K. Wu (1979)
- Engels: Lip ferns
De botanische naam Cheilanthes is afgeleid van het Oudgriekse χεῖλος (cheilos), "lip" of "rand" en ἄνθος (anthos), "bloem", naar de sporenhoopjes die op de rand van het blad gelegen zijn.
Kenmerken
Cheilanthes-soorten zijn kleine litofytische varens met korte, rechtopstaande tot lange en horizontale, kruipende, meestal vertakte, met lijnvormige tot lancetvormige, bruine, zwarte of tweekleurige schubben bezette rizomen. De bladen zijn eenvormig, in bundels of alleenstaand, van enkele cm tot 60 cm lang. De bladsteel is geel, bruin of zwart, rolrond, afgeplat of met een enkele groef, behaard, beschubd of kaal, met een enkele vaatbundel. De bladschijf is lijn- of lancetvormig, ovaal of handvormig, één- tot viermaal geveerd, dikwijls lederachtig, meestal behaard. De bladslipjes zijn zittend of gesteeld, rond tot spatelvormig, meestal smaller dan 4 mm, de randen naar beneden omgekruld.
De sporenhoopjes staan langs de rand van de blaadjes aan het einde van de nerven, beschermd door de omgekrulde bladranden, zogenaamde valse dekvliesjes. Er zijn geen echte dekvliesjes.
Taxonomie
Wikiwand in your browser!
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.