Nederlands patriciaatsgeslacht Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Altena is een Nederlands geslacht dat in 1943 werd opgenomen in het Nederland's Patriciaat.[1] Er is geen verwantschap met de Brabantse, adellijke familie Altena.
De stamreeks begint met Jan Altena (1663-1741), die in 1702 in Utrecht trouwde met Catharina Brugman (1679-1762). In 1721 verkochten zij hun houtzaagmolen Den ouden keijzer aan de Vaartsche Rijn buiten de Tolsteegpoort. Hun zoon Pieter Altena (1703-1783) werd koopman in Amsterdam. Pieters gelijknamige kleinzoon Pieter Altena Mzn (1775-1838) en diens vrouw Grietje van Regteren (1774-1840) lieten in 1805 een zoon dopen met de namen Martines van Regteren. Uit hem is de lijn Van Regteren Altena ontstaan.
Mr. Johan Quirijn van Regteren Altena (1832-1915), advocaat en procureur, commissaris van de Deli Maatschappij; getrouwd in 1862 met Gerardina Maria Jonker (1836-1910)
Mr. Lucas van Regteren Altena (1865-1934), kassier-generaal bij De Nederlandsche Bank; trouwde met Charlotte Octavia Loman (1873-1963), dochter van prof. dr. Abraham Dirk Loman
Mr. Abraham Dirk van Regteren Altena (1897-1985), rechter arrondissementsrechtbank
Jean François (Jan) van Regteren Altena (1930), archeoloog
Maarten van Regteren Altena (1943), componist en contrabassist, zich noemende Maarten Altena; in relatie met juriste prof. dr. Inge van der Vlies die een biografisch artikel over de drukker Jean François van Royen publiceerde in het BWN
Gerardina Maria van Regteren Altena (1873-1967); trouwde in 1903 met Nicolaas Beets (1878-1963), kunsthandelaar en onderdirecteur van het Rijksprentenkabinet
Mr. Pieter van Regteren Altena (1877-1941), raadsheer Hoge Raad der Nederlanden; trouwde in 1904 met jkvr. Jeannette Philippine Catharina Conradine Mollerus (1882-1939), lid van de familie Mollerus
Het wapen bestaat uit een rood schild met daarop een gouden rechter schuinbalk. De schuinbalk is beladen met drie roodgesnoerde jachthoorns met zilverbeslag.[1]