Alban Chambon
Frans architect, beeldhouwer en decorateur (1847-1928) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Frans architect, beeldhouwer en decorateur (1847-1928) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alban Chambon (Varzy, 13 juni 1847 - Brussel, februari 1928) was een Frans-Belgische architect die vooral bekend is door zijn eclectische, exuberante, sprookjesachtige interieurs. Hij was een autodidact die onder meer gewerkt heeft in Parijs, Brussel, Amsterdam, Antwerpen, Londen, Wenen, Boedapest, Oostende en Spa. Uit zijn rijke carrière is maar weinig bewaard gebleven: voornamelijk het Hotel Métropole, de Ranelagh en Garrick theaters, het kasteel van Roumont en het voormalige ASLK-gebouw aan de Wolvengracht.
Alban Chambon | ||||
---|---|---|---|---|
Alban Chambon met zijn dochters | ||||
Persoonsinformatie | ||||
Nationaliteit | Fransman Belg | |||
Geboortedatum | 13 juni 1847 | |||
Geboorteplaats | Varzy | |||
Overlijdensdatum | februari 1928 | |||
Overlijdensplaats | Brussel | |||
Beroep | architect | |||
Werken | ||||
Archieflocatie | Archieven voor Moderne Architectuur | |||
|
Chambon werd geboren in het Bourgondische stadje Varzy. Al op zestienjarige leeftijd trok hij naar Parijs.
Hij begon er als leerjongen en toonde zich in verschillende ateliers bekwaam om alle soorten werk te doen (stukadoor, ornamentist, plafondwerker, ciseleerder, beeldhouwer, tapijtwerker, meubelmaker...). Hij behaalde een diploma van beeldhouwer aan de école des Beaux-Arts van Parijs.[1]
Vier jaar later vertrok hij naar Brussel (1868), mogelijk op aanraden van zijn vriend Georges Houtstont. Later zou zij hierover zeggen: "In Parijs was alles gecodificeerd. In Brussel was alles vrij".[2] Aanvankelijk was hij er tekenaar bij verschillende architecten. In 1870 trad hij in het huwelijk. Hij zou twee dochters en drie zonen krijgen. Drie jaar later werd hij ook vrijmetselaar. In datzelfde jaar 1873 begon Chambon voor zichzelf. In zijn atelier aan de Elsense Livornostraat[3] maakte hij zijn ontwerpen niet alleen op papier, maar ook als gipsmodel op ware grootte. Daardoor kon hij de verhoudingen en lichtwerking beter beoordelen. De methode liet ook toe om zijn ideeën beter over te brengen op uitvoerders en opdrachtgevers, desnoods door hen er foto's van op te sturen.[4]
Eind jaren 70 kreeg hij de opdracht voor het Eden, een variététheater in Brussel. Met Wilhelm Kuhnen ontwierp hij een sprookjespaleis in neomoorse stijl. Het theater opende in 1880 en betekende het begin van een ware specialisatie voor Chambon. In Brussel werkte hij samen met Albert Dumont en Charles Gys. Van 1885 tot 1888 ontwierp hij in Londen vijf theaterinterieurs, met Charles John Phipps en Walter Emden.
Hij werd ook gevraagd voor andere interieurs. Het meest bekende is dat van het befaamde Hotel Métropole, een opdracht van de familie Wielemans Ceuppens. Voor de Franse industrieel Louis Mors ontwerpt hij een eiken muzieksalon in Vlaamse neorenaissancestijl, een biljartzaal en een vestibule. Het muzieksalon, gekend voor zijn uitstekende akoestiek, is later het Théâtre Ranelagh geworden.
In 1896 nam Chambon de titel van architect aan en begon hij complete architecturale en urbanistische projecten te aanvaarden. Rond deze periode was Chambon doorgedrongen tot de hoogste kringen, en werd hij bijvoorbeeld fel gewaardeerd door koning Leopold II. In zijn Elsense ateliers werkten tot 200 mensen. Hij ging ook samenwerken met zijn zonen: vanaf 1898 met Fernand, later ook met Gaston en Alfred.
In 1894 had Édouard Otlet hem gevraagd om een compleet masterplan te maken voor de aanleg van Westende als badplaats. Hij ontwierp meteen ook een twintigtal villa's en cottages, die typisch zouden worden voor de stijl aan de Belgische kust.[5] Daaronder ook zijn eigen villa La westendaise.[6] In deze periode maakte hij ook plannen voor de renovatie van Otlets Parijse kasteel. Hij moest een rechtszaak aanspannen tegen Otlet om betaling te ontvangen, waardoor in 1901 een einde kwam aan hun samenwerking. Het was Octave van Rysselberghe die het project in Westende verderzette.
Chambon verlegde zijn aandacht terug naar Oostende, waar zijn meesterwerk tot stand kwam. In acht seizoenen herbouwde hij het Kursaal van Joseph Naert. Aan het op zich al frivole origineel voegde hij zijn eigen uitbundige accenten toe. Aan de Van Iseghemlaan liet hij ook in recordtempo een schouwburg optrekken (1904), in zijn eclectische, kleurrijke, figuratieve stijl.[7]
Meer en meer ging hij zich toeleggen op urbanistische projecten voor Leopold II. Hij maakte grote plannen voor de omgeving van de Congreskolom, het Troonplein en de Kunstberg in Brussel. Door de dood van de vorst zou er echter niets van in huis komen. De ster van Chambon was tanende.
In 1912 ontwierp hij nog een volledig kasteel op het domein van Roumont (Ochamps) voor baron Evence III Coppée, die gevraagd had om het Kasteel van Azay-le-Rideau als model te nemen.[8]
Alban Chambon was op 13 augustus 1870 in Brussel gehuwd met Palmyre Corteyn, in aanwezigheid van kunstenaars Georges Houtstont en Henri De Nobele. Ze kregen vijf kinderen. Hun drie zonen, Fernand, Gaston en Alfred, werden zelf architecten en ontwerpers.
Alban Chambon stierf, vrijwel onopgemerkt, in 1928.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.