1601-1604: Beleg van Oostende. Ambrogio Spinola komt met 9000 man aan in de Nederlanden. Koning Filips III redt daarmee het bewind van landvoogd Albrecht van Oostenrijk. Spinola wordt vrijwel direct benoemd tot opperbevelhebber van het leger van de Zuidelijke Nederlanden. Hij is vooral bekend en berucht om zijn belegering van Oostende. In 1604 verovert hij de stad.
In Breda breekt in 1603 de pest uit. Er vallen 1823 doden. In 1604-1605 sterft de bevolking van oudenbosch vrijwel uit als gevolg van de pest.
1604: Engeland sluit vrede met Spanje, de Republiek komt er alleen voor te staan.
Vanaf 1602 wordt door Johannes Piscator de eerste Bijbelvertaling van de hervormden gepubliceerd. Deze vertaling heeft een grote invloed op het christelijke leven in de hervormde gemeenten in Duitsland, Nederland, Zwitserland en de Verenigde Staten.
In 1604 ontstaat een meningsverschil tussen de calvinistische Leidse theologen Arminius en Gomarus. Volgens de eerste kan de mens door zijn levenswandel bijdragen aan zijn zaligheid, terwijl voor de tweede alles is voorbeschikt. Het conflict laait hoog op en steeds meer mensen worden gedwongen partij te kiezen.
In 1601 arriveert de Italiaanse jezuïet Matteo Ricci in Peking, waar hij met toestemming van keizer Wanli een missiepost sticht. In 1610 wordt hij vermoord.
Hollandse steden met veel joodse vluchtelingen stellen een "jodenreglement" op, met regels waaraan de vreemdelingen zich dienen te behouden. Alkmaar (1604), Haarlem (1605) en Rotterdam (1610) bepalen, dat joden geen christenen mogen bekeren, en dat gemengde huwelijken uit den boze zijn.