Loading AI tools
het verbergen van de illegale oorsprong van geldsommen Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Witwassen is het uitvoeren van transacties met als doel om de illegale oorsprong van geldsommen of andere zaken te maskeren. Het doel van witwassen is om illegaal verkregen vermogen te kunnen besteden of investeren zonder dat de illegale oorsprong bewezen kan worden. Zodoende kan voorkomen worden dat het geld door justitie of belastingdienst in beslag wordt genomen en kan men eveneens voorkomen dat justitie via het geld de dader van het misdrijf kan opsporen.
Witwassen is in vrijwel alle landen strafbaar als misdrijf. Wie zich hiermee bezighoudt riskeert strafvervolging, bestuursrechtelijke sancties en tuchtsancties. Witwassen is in Nederland meestal een zelfstandig delict. Door het zo moeilijk mogelijk te maken financiële voordelen uit criminele activiteiten te trekken, hoopt men criminaliteit zelf te ontmoedigen. Hierin bestaat een parallel met heling.
Hoewel het witgewassen vermogen uit enig strafbaar feit afkomstig moet zijn, hoeft het gronddelict niet bewezen te worden. Het gronddelict kan een criminele activiteit zijn zoals drugshandel, maar ook vermogen uit legale arbeid waarover geen aangifte bij de belastingdienst is gedaan (ook wel zwart geld genoemd) levert het delict witwassen op.
Hoewel het meestal om witwassen van geld gaat, kunnen ook andere objecten worden witgewassen om hun illegale oorsprong te verhullen. Dit betreft vaak het uit elkaar halen, overspuiten, papieren vervalsen of meerdere malen doorverkopen van gestolen of verduisterde goederen (hoewel men dit strafrechtelijk vaak onder heling schaart). Zelfs kinderen kunnen worden witgewassen.
Het gaat om vermogensvoordeel dat niet opgegeven is bij de fiscus (er is dan naast witwassen vaak ook sprake van fiscale fraude of uitkeringsfraude) en dat bovendien veelal verkregen is uit criminele activiteiten zoals drugshandel, mensenhandel of diefstal.
In sommige landen is de lijst van zogenoemde gronddelicten (misdrijven die een bestraffing wegens witwassen kunnen opleveren) beperkt tot een zeker aantal, in andere landen kunnen alle misdrijven aanleiding zijn tot een vervolging wegens witwassen.
Over het algemeen wordt bij witwassen een drietal fasen onderkend:
Bij het witwassen wordt een scala van methodes toegepast.
Iemand die een fortuin heeft verdiend met drugshandel, fraude of andere delicten zou de volgende methode kunnen toepassen:
Transacties die daarbij een rol spelen zijn:
Dergelijke transacties zijn te herkennen aan het feit dat ze niet te herleiden zijn tot een economisch of logisch zakelijk doel, of omdat de kosten die worden gemaakt niet in verhouding staan tot de baten.
Een andere methode om geld wit te wassen en die weinig als dusdanig (h)erkend wordt is het misbruik/gebruik van de rechtspersoon (vennootschap) zelf. De (boekhoudkundige) structuren van de vennootschap kunnen worden gebruikt om wit te wassen geld te injecteren:
In de voorbeelden 1 en 3 moet vroeg of laat de zaak rechtgetrokken worden omdat deze lening of rekening-courant te zwaar doorweegt op de balans: naar de buitenwereld (via de gepubliceerde jaarrekening) geeft de vennootschap de indruk een (zeer) slechte betaler te zijn omdat de schulden (ogenschijnlijk) niet betaald worden. Meestal wordt overgegaan tot een kapitaalverhoging waarbij de "schuld" van de vennootschap aan de schuldeiser (meestal één der aandeelhouders) wordt omgezet in aandelen. Dergelijke kapitaalverhoging wordt (in België) beschouwd als "inbreng in natura" en maakt verplicht het voorwerp uit van een analyse door een bedrijfsrevisor. De kapitaalverhoging wordt vervolgens gepasseerd in een notariële akte en gepubliceerd.
Bij deze witwasmethoden ligt een grote verantwoordelijkheid bij professionals die betrokken zijn bij vennootschappen zoals revisoren, accountants en notarissen. Zij zijn verplicht vermoedens van witwassen te melden aan het centraal meldpunt (Financial Intelligence Unit - Nederland of Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) in België). Van het aantal meldingen leidt een relatief klein aantal daadwerkelijk tot strafrechtelijke vervolging en veroordeling, zo blijkt uit criminologisch onderzoek.
Het witwassen via een fictieve verhoging van de omzet is veel moeilijker te detecteren: dit vereist bijna een permanente vergelijking van het aantal klanten met het opgegeven aantal verkopen. Bedrijfstakken die hiermee relatief vaak in verband worden gebracht, zijn cash-intensieve ondernemingen zoals nagelsalons, kapsalons, belwinkels, gokautomatenenhallen en (in Nederland) de legale prostitutie.
Een methode die soms wordt gebruikt om geld wit te wassen is het kopen en weer verzilveren van fiches in een casino. De bezitter van het geld verklaart dan dat hij het geld gewonnen heeft met gokken. Dit veronderstelt echter een verregaande naïviteit van de casino-uitbater of diens medeplichtigheid.
Zie ook het antiwitwasbeleid van Holland Casino.
Ook kunnen valse facturen worden uitgeschreven. De ontvanger van het geld beweert daarvoor diensten of goederen te hebben geleverd, die in werkelijkheid nooit geleverd zijn. Deze handeling kan strafrechtelijk een zelfstandig delict opleveren, namelijk valsheid in geschrifte.
Digitaal en elektronisch geld kunnen ook online worden witgewassen. Hiervoor worden onder meer bitcoin en mixing services gebruikt, al dan niet in combinatie met bovenstaande witwasmethoden.[1] Dit gebeurt bijvoorbeeld regelmatig met de opbrengsten van ransomware.[2]
Niet-financiële goederen worden vaak witgewassen om hun illegale oorsprong te verbergen. Meestal betreft dit gestolen of verduisterde goederen, zoals fietsen, auto´s, bouwbenodigdheden, metalen, merkkleding. Dit geschiedt door onder andere de goederen over te spuiten, te demonteren om onderdelen apart te verkopen, door eigendoms- of registratiepapieren te vervalsen, of door de goederen meerdere keren door te verkopen, vaak via grensoverschrijdende transacties.
Zakelijk dienstverlenend personeel wordt getraind indicators te herkennen dat er wellicht witwassen in het spel is, de zogenoemde rode vlaggen. Veelgenoemde voorbeelden zijn:
Financiering van terrorisme wordt vaak in één adem genoemd met witwassen omdat de methode vrijwel identiek is.[3] Het voornaamste verschil is dat het geld bij witwassen altijd een illegale herkomst heeft en dat gelden die ten behoeve van terroristische activiteiten gebruikt kunnen worden ook afkomstig kunnen zijn uit legale bronnen (zoals salaris). Bij financiering van terrorisme wordt geld ingebracht in het financiële systeem en tracht men hiermee terroristische activiteiten te financieren zonder dat dit naar de oorspronkelijke eigenaars of inbrengers is terug te traceren. Ook hier kan men dezelfde fasen onderscheiden waarbij precies dezelfde methoden kunnen worden aangewend:
In de jaren '80 kwam internationale aandacht voor het witwasprobleem naar aanleiding van het witwassen van geld via internationale transacties door drugsbaronnen. Dit leidde tot een aantal VN-verdragen, waaronder het VN-verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. De terroristische aanslagen van 11 september 2001 leidden eveneens tot een verhoogde aandacht voor financiering van terrorisme, hoewel hier al sinds 1999 een verdrag voor bestond. Ook in EU-verband zijn richtlijnen en verordeningen tegen witwassen uitgevaardigd, meer bepaald de Europese Anti-witwasrichtlijnen (Anti Money Laundering Directive, AMLD): Richtlijn (EU) 2015/849, gewijzigd door de richtlijnen 2018/843 en 2019/2177[4]
De verdragen noemden criminalisering van witwassen, hetgeen vrijwel alle landen hebben overgenomen in een of andere vorm. Ook is er een trend tot strengere regels; aanvankelijk was slechts opzettelijk witwassen strafbaar, anno 2015 wordt vooral van de goede trouw uitgegaan: wat wist men en wat behoorde men te weten. De eisen voor wat men behoort te weten worden bovendien met name voor professionele partijen steeds hoger opgeschroefd. Ook worden kleinere gevallen hard aangepakt.
Naast soevereine staten en de EU bestaan er ook organisaties die richtlijnen uitvaardigen, zoals de FATF/GAFI en de Egmont Group. Staten hebben internationale verdragen, standaarden en Europese wetgeving direct geïmplementeerd, of tot nationale wetgeving gemaakt. Daarnaast kan ook niet-formele wetgeving worden uitgevaardigd. Deze regels leggen organisaties de verplichting op normen te implementeren die witwassen tegengaan. Het niet invoeren, naleven of afdwingen van deze normen kan op zichzelf al een reden zijn tot het toepassen van sancties, ook wanneer niet daadwerkelijk witwasdelicten hebben plaatsgevonden. Een aantal van deze normen zijn:
Witwassen is in vrijwel alle landen strafbaar als misdrijf. Wie zich hiermee bezighoudt, of de antiwitwaswetgeving onvoldoende respecteert, riskeert sancties op verschillende niveaus:
Niet alleen witwassen zelf, maar ook bepaalde aanverwante handelingen kunnen leiden tot bovengenoemde sancties, zoals het niet implementeren van de door de wetgeving vereiste procedures of deze procedures niet naleven (ook als er nog geen daadwerkelijke witwaspraktijken hebben plaatsgevonden), of naar een klant lekken dat diens transactie als verdacht is aangemerkt ('tipping off').
In België is het witwassen van illegaal verworven vermogensvoordeel van alle misdrijven strafbaar volgens artikel 505, lid 1, 2°-4° van het Strafwetboek.
In België moeten verdachte transacties gemeld worden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Het juridisch kader is de Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.
Een heleboel meldingsplichtigen (praktisch iedereen die op een professionele manier met geld bezig is) (art. 2 van de Wet van 11 januari 1993) moeten verdachte transacties of andere zaken waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met witwassen melden aan de CFI. Bepaalde bankverrichtingen, waarvan de omvang of frequentie aanzienlijk zijn, worden bijna ambtshalve doorgegeven aan de CFI.
De CFI onderzoekt de melding en indien de verdachte transactie of handeling kan gelinkt worden aan een misdrijf dat of strafbare gedraging die omschreven staat in een beperkte lijst (art. 3 van de Wet van 11 januari 1993) wordt een rapport overgemaakt aan de procureur des Konings.
Sedert 1 september 2007 geldt dat meldingsplichtigen (art. 2, 2bis en 2ter van de Wet van 11.1.1993), in die gevallen waarvan vermoed wordt dat het gaat om vermogensvoordelen afkomstig van fiscale fraude, enkel nog moeten melden indien het gaat om ernstige en georganiseerde fiscale fraude. Een apart Koninklijk Besluit heeft bepaald welke criteria deze fraude heeft. Indien een van deze criteria in een transactie gebruikt wordt moet de CFI ingelicht worden. Indien de meldingsplichtige meldt, geldt voor hem/haar een verschoningsgrond.
Nieuwe regelingen die witwassen in België moeten tegengaan zijn onder andere het voorschrift dat een transactie waarbij een handelaar betrokken is niet in contanten mag worden uitgevoerd wanneer het bedrag van de transactie gelijk of meer is dan € 15.000. In dat geval moet de transactie via girale weg verlopen. Deze beperking zal ook in EU verband gaan gelden.
Vanaf 2008 bestaan er geen effecten aan toonder meer zodat de werkelijke eigenaar steeds bekend zal zijn.
Ingevolge het Koninklijk Besluit (KB) van 5 oktober 2006 geldt vanaf 15 juni 2007 in België een "aangifteplicht". Dit houdt in dat het "grensoverschrijdend vervoer van liquide middelen ter waarde van € 10.000 of meer" op verzoek van de bevoegde autoriteiten dient te worden aangegeven. Deze aangifteplicht geldt voor liquide middelen die vervoerd worden tussen België en een lidstaat van de Europese Gemeenschap of tussen deze lidstaat en België op de persoon, in de bagage of aan boord van een vervoermiddel hetzij op enige andere manier. Alle politiediensten en de douane zijn bevoegd om deze maatregel te controleren. Indien er aanwijzingen zijn dat het gaat om mogelijk witwassen of financiering van illegale activiteiten (lees financiering van terrorisme) worden de liquide middelen in bewaring genomen gedurende maximaal 14 kalenderdagen onverminderd de mogelijkheid tot (voorlopige) inbeslagname door de gerechtelijke autoriteiten.
Dit KB is de Belgische implementatie van de EG-verordening 1889/2005 betreffende de controle van liquide middelen: ingevolge de strengere anti-witwasmaatregelen (voornamelijk in het Westen) is het voor witwassende criminelen moeilijker geworden om geld rechtstreeks te "injecteren" in het financieel stelsel. Daarom wordt er terecht van uitgegaan dat zij andere wegen of manieren zoeken om hun constante stroom van crimineel verworven geld wit te wassen of op een andere manier te gebruiken. Een van deze wegen is het fysiek vervoer van geld (liquide middelen) om het van een streng(er) gecontroleerd land te verplaatsen naar een land waar minder anti-witwasmaatregelen zijn. Via de aangifteplicht, die in de ganse Europese Gemeenschap van kracht is of zal worden, wordt getracht het de criminelen moeilijker te maken om zo geld wit te wassen.
2 juli 2020: de Europese Commissie besluit Oostenrijk, België en Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens onvolledige tenuitvoerlegging van de antiwitwasregels van de EU. Persbericht in het Nederlands.[5]
In het ministerie van Justitie, is er een directie Lutte contre le blanchiment et contre le financement du terrorisme die deelneemt aan de GAFI / FATF (Groupe d'action financière / Financial Action Task Force), intergouvernementele organisatie tegen het witwassen en het financieren van het terrorisme.
In de Europese Unie, werkt deze directie met de groep Expert group on money laundering and terrorist financing (EGMLTF).[6]
Witwassen is in Nederland strafbaar gesteld in een aparte, in 2001 ingevoegde Titel XXXA in het Wetboek van Strafrecht (art. 420bis).
Er is de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet op de economische delicten (WED). Hierin is geregeld dat bepaalde beroepsgroepen en branches ongebruikelijke transacties moeten melden bij de Financial Intelligence Unit - Nederland (FIU-Nederland).
Alle instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme vallen, moeten ongebruikelijke transacties melden bij de overheidsdienst Financial Intelligence Unit - Nederland (FIU). Bijvoorbeeld grote geldopnames of transacties naar landen met een hoog risico op witwassen of terrorismefinanciering. De FIU analyseert deze transacties.
Nationaal is de FIU-Nederland volgens de Wwft-wetgeving aangewezen als enige dienst in Nederland bij welke de meldplichtige instellingen hun ongebruikelijke transacties dienen te melden. FIU-Nederland is organisatorisch ondergebracht bij de nationale politie en is een zelfstandig orgaan van de Staat der Nederlanden. Internationaal maakt FIU-Nederland deel uit van een wereldwijd netwerk van FIU's. Dit doet zij via de 164 FIU's vanuit de Egmont groep, het Europese netwerk van FIU's en FIU.NET[7]
De FIU beoordeelt of een ongebruikelijke transactie 'verdacht' verklaard kan worden. Slechts dan kan een transactie pas ter beschikking komen van opsporingsdiensten als politie, FIOD (Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst), Koninklijke Marechaussee en overige Bijzondere Opsporingsdiensten.
In 2018 is een Wijziging van de Vierde Antiwitwasrichtlijn aangenomen door het Europees Parlement en de Raad: Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (Voor de EER relevante tekst).[8]
Uiterlijk in 2020 moeten Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie uitvoering hebben gegeven aan de verplichtingen die uit deze nieuwe richtlijn voortvloeien.[9]
2 juli 2020: de Europese Commissie besluit Oostenrijk, België en Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens onvolledige tenuitvoerlegging van de antiwitwasregels van de EU. Persbericht in het Nederlands.[10]
Uiterlijk in 2020 moeten de lidstaten van de Europese Unie uitvoering hebben gegeven aan de verplichtingen die uit de nieuwe Richtlijn (EU) 2018/843 voortvloeien.[9]
2 juli 2020: de Europese Commissie besluit Oostenrijk, België en Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens onvolledige tenuitvoerlegging van de antiwitwasregels van de EU. Persbericht in het Nederlands[10]
Onder overcompliance verstaat men het verschijnsel dat een instelling verdere maatregelen implementeert dan de wetgeving oplegt.
Vaak ligt hieraan de reden ten grondslag dat men verdere verzwaringen van de wetgeving of van sancties voor wil zijn, of dat men het risico of de kosten bij bepaalde categorieën klanten te hoog vindt. Een voorbeeld is de praktijk van veel dienstverleners na het instellen van sancties tegen een bepaald land, om in het geheel niet meer met wederpartijen in dat land zaken te doen, ook niet wanneer de personen en ondernemingen niet onder de sancties vallen.
Een andere reden voor overcompliance is het sanctiebeleid van een derde land waarmee men zaken doet of dat economisch belangrijk is. Een voorbeeld is de praktijk van veel Europese bedrijven om in het geheel geen zaken te doen met Cuba, ook al staat Cuba niet op Europese sanctielijsten. omwille van belangen in de Verenigde Staten.
Op antiwitwaswetgeving bestaat kritiek.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.