Bij de mannetjes is een van de scharen naar verhouding zeer groot.
Wenkkrabben komen vooral voor in mangrovebossen en op stranden langs tropische en subtropische kusten van de Atlantische Oceaan en de Stille Zuidzee. In Europa is alleen in het zuidwesten van het Iberisch Schiereiland een soort inheems: Uca tangeri.
Gedurende hoogwater (vloed) verschuilen ze zich in hun zelf gegraven holletjes die tot 60cm diep kunnen zijn. Bij eb kruipen ze naar buiten en dwalen ze over het strand.
Het rugschild van wenkkrabben wordt tussen de 2 en 4,5cm breed. Hun ogen dragen ze op steeltjes. Ze leven hooguit twee jaar.
Ze behoren tot de orde der Decapoda en hebben dus tien poten. Twee daarvan zijn uitgerust met scharen. De grote schaar van het mannetje wordt alleen gebruikt voor uiterlijk vertoon en tijdens gevechten. De schaar vormt een derde tot de helft van het lichaamsgewicht. Eten doen mannelijke wenkkrabben uitsluitend met de kleine schaar. Als ze de grote schaar verliezen, bijvoorbeeld in een gevecht met een ander mannetje, groeit bij de meeste soorten de kleine schaar uit tot een nieuwe grote schaar. Uit het stompje van de verloren schaar groeit een nieuwe kleine schaar.
Burenhulp
Australische wenkkrabben blijken een vorm van burenhulp te kennen. Als een vreemde wenkkrab het territorium binnenwandelt, zal de buurman van de aldaar levende wenkkrab zijn buurman helpen bij het verjagen van de nieuwkomer - mits die nieuwkomer een bedreiging vormt, bijvoorbeeld omdat hij groter is. Vormt de nieuwkomer geen bedreiging, dan staat de buurman er alleen voor.[1]
Het voedsel bestaat vooral uit algen en verder alles wat ze op drooggevallen stranden kunnen vinden.
Zelf zijn de wenkkrabben voedsel voor strand- en kustvogels en voor andere dieren die in hun leefgebied leven.
Het vrouwtje kiest meestal een partner uit meerdere mannetjes, die allemaal met hun grote schaar staan te wenken voor hun holletjes. Na de paring verschuilt het vrouwtje zich gedurende twee weken in haar hol, waarbij ze de kluit eieren vasthoudt met haar achterste poten. In die tijd rijpen de larven in de eieren. Na twee weken worden de eieren uitgezet in getijdewater, waar de larven uit de eitjes komen. In enkele stadia ontwikkelen ze zich in het water, alvorens als krab aan land te gaan.
In Portugal wordt de grote schaar als een delicatesse beschouwd.
Vanwege het zwaaien met de schaar worden wenkkrabben ook wel vioolkrabben genoemd. Dit is een letterlijke vertaling van het Spaanse cangrejo violinista.