Loading AI tools
compositie van Richard Strauss Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De cyclus Vier letzte Lieder (Vier laatste liederen) voor sopraan en symfonieorkest behoort tot de laatste composities van Richard Strauss (1864-1949). Ze werden geschreven in 1948, toen hij 84 was. De gebruikte liedteksten zijn drie gedichten van Hermann Hesse en een van Joseph von Eichendorff.
Vier letzte Lieder | ||||
---|---|---|---|---|
Richard Strauss | ||||
Componist | Richard Strauss | |||
Gecomponeerd voor | sopraan en orkest | |||
Première | 22 mei 1950 | |||
Duur | ca. 21 minuten | |||
Oeuvre | Oeuvre van Richard Strauss | |||
|
Toen Strauss het gedicht Im Abendrot van Joseph von Eichendorff in mei 1948 tegenkwam, kreeg hij onmiddellijk het gevoel dat het een bijzondere betekenis voor hem had, en zette het op muziek. Bovendien had hij net een exemplaar gekregen van de complete gedichten van Hermann Hesse, die hem inspireerden tot de muziek voor Frühling, September en Beim Schlafengehen.
De titel Vier letzte Lieder kwam van Strauss' vriend Ernst Roth, hoofdredacteur van de muziekuitgeverij Boosey and Hawkes. Hij bracht ze tezamen en zette ze in de volgorde waarin ze meestal worden uitgevoerd: Frühling, September, Beim Schlafengehen, Im Abendrot. Strauss zelf prefereerde een andere volgorde: Beim Schlafengehen, September, Frühling en Im Abendrot. In de jaren vijftig werden beide volgorden door elkaar gebruikt. Kirsten Flagstad (bij de première in 1950), Sena Jurinac (1950), Lisa Della Casa (1953)[1] en Felicity Lott (1986) namen de vier liederen op in de door Strauss geprefereerde volgorde.
De vier liederen gaan over de dood en werden gecomponeerd kort voordat Strauss zelf stierf. In plaats van de typische opstandigheid van de romantiek stralen deze laatromantische Vier letzte Lieder een gevoel van kalmte en acceptatie uit. De stem van de sopraan wordt op serene wijze begeleid door een groot orkest. In alle vier liederen vervullen de hoorns een belangrijke rol. De juxtapositie van de vocale lijn met de koperen begeleiding refereert ook aan Strauss' eigen leven: zijn echtgenote Pauline de Ahna was een beroemde sopraan en zijn vader was hoornist van professie.
Tegen het einde van Im Abendrot verwijst Strauss muzikaal naar zijn eigen symfonisch gedicht Tod und Verklärung, dat hij zestig jaar eerder schreef. Zoals in dat stuk symboliseert de aangehaalde passage de vervulling van de ziel in de dood.
("Lente") (Tekst: Hermann Hesse, vertaling Karel D'huyvetters)
In dämmrigen Grüften Nun liegst du erschlossen Du kennst mich wieder, |
In schemerige krochten Nu lig je als ontsloten Je kent me weer, |
Gecomponeerd op 20 juli 1948
(Tekst: Hermann Hesse)
Der Garten trauert, Golden tropft Blatt um Blatt Lange noch bei den Rosen |
De tuin treurt. Als goud druppelt blad na blad Lang nog bij de rozen |
Gecomponeerd op 20 september 1948
("Bij het slapengaan") (Tekst: Hermann Hesse)
Nun der Tag mich müd' gemacht, Hände, laßt von allem Tun, Und die Seele, unbewacht, |
Nu de dag mij moe heeft gemaakt, Mijn handen, ik laat ze niets meer doen En onbewaakt wil mijn ziel |
Gecomponeerd op 4 augustus 1948
("In het avondrood") (Tekst: Joseph von Eichendorff)
Wir sind durch Not und Freude Rings sich die Täler neigen, Tritt her und laß sie schwirren, O weiter, stiller Friede! |
Wij zijn door nood en vreugde Rondom ons buigen de dalen zich; Kom, laat ze maar fladderend zingen. Die weidse zwijgende vreedzaamheid, |
Gecomponeerd op 6 mei 1948
De première vond postuum plaats op 22 mei 1950 in de Royal Albert Hall in Londen. De liederen werden gezongen door de Noorse sopraan Kirsten Flagstad, die begeleid werd door het Philharmonia Orchestra onder leiding van Wilhelm Furtwängler.
In 1987 zong Miranda van Kralingen de Vier letzte Lieder tijdens het slotconcert van een masterclass bij Elisabeth Schwarzkopf. Ze verscheen er mee op de televisie.[2]
Er zijn veel sopranen die deze liederen hebben opgenomen, onder wie
Nadat hij Im Abendrot had gecomponeerd, maar voordat hij begon aan de andere drie liederen, orkestreerde Strauss het lied Ruhe, meine Seele!, dat hij in zijn huwelijksjaar 1894 had geschreven voor zijn vrouw, de sopraan Pauline de Ahna, op een gedicht van Karl Friedrich Henckell. Daarom is weleens verondersteld dat Strauss dit vroege lied, dat in tekst en sfeer aansluit bij de Vier letzte Lieder, mogelijk ook in de cyclus had willen opnemen als inleiding tot Im Abendrot.[3]
Er is geen aanwijzing dat Strauss deze liederen als een afgerond geheel beschouwde. Zijn allerlaatste complete lied Malven, voor solostem en piano op een gedicht van Betty Wehrli-Knobel, werd voltooid in november 1948, twee maanden na de Vier letzte Lieder. Strauss droeg het op aan de sopraan Maria Jeritza en vroeg haar een fotografische kopie terug te sturen. Dat dit niet is gebeurd, zodat hij zelf niet meer over het lied beschikte, heeft geleid tot de speculatie dat Strauss daardoor de kans werd ontnomen een orkestratie te maken en Malven in de cyclus op te nemen. Het sluit in sfeer aan bij de Vier letzte Lieder, vooral Beim Schlafengehen.[4] Ook is geopperd dat het onvoltooide lied Nachts voor sopraan en orkest voor de cyclus bedoeld zou kunnen zijn. In elk geval had Strauss Hesses gedichten Nacht en Hohe des Sommers geselecteerd om ook die eventueel te toonzetten.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.