![cover image](https://wikiwandv2-19431.kxcdn.com/_next/image?url=https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/0e/Ik-ich-Isogloss_-_Uerdinger_Lien.svg/langnl-640px-Ik-ich-Isogloss_-_Uerdinger_Lien.svg.png&w=640&q=50)
Uerdinger linie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Uerdinger linie is de scheidslijn tussen het Nederlandse en Nederduitse 'ik' en het Hoogduitse 'ich'.
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/0e/Ik-ich-Isogloss_-_Uerdinger_Lien.svg/640px-Ik-ich-Isogloss_-_Uerdinger_Lien.svg.png)
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/0d/Meuse-Rhenish-nl.png/640px-Meuse-Rhenish-nl.png)
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/86/Uerdinger_und_Karlsruher_Linie.png/640px-Uerdinger_und_Karlsruher_Linie.png)
Door deze dialectscheidingslijn (isoglosse) worden de taalvariëteiten die de medeklinkerverzachting van k in ch in het woord ik / ich (ek / ech) hebben doorgemaakt gescheiden van de variëteiten waar dat niet voor geldt. (Noord: "Ik gohn noh Hus" / Zuid: "Isch jon noh Huus").
De Uerdinger linie is door Georg Wenker vernoemd naar het Duitse stadje Uerdingen.[1] Variëteiten die de Hoogduitse klankverschuiving slechts op dergelijk beperkte wijze hebben doorgemaakt worden aangetroffen in een groot gebied, waarvan deze isoglosse de noordgrens vormt.