Technologische singulariteit
hypothetische toekomstvisie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Technologische singulariteit is een hypothetische toekomstvisie die voorspelt dat kunstmatige intelligentie zichzelf zal verbeteren en daardoor meer invloed krijgt op de richting waarin de maatschappij zich beweegt dan de mens zelf. De voorspelling bouwt op de aanname dat de Wet van Moore – die een verdubbeling in transistorcapaciteit voorspelt binnen een gegeven tijd – ook geldt voor het tempo waarin wetenschap en techniek zich ontwikkelen. Als dit waar is, dan volgt de opgaande lijn in technische vooruitgang een exponentiële groei die in de toekomst moet leiden tot een singulariteit; de technologische singulariteit. Dit concept werd voor het eerst uitvoerig beschreven door de Amerikaanse wiskundige en sciencefictionschrijver Vernor Vinge in zijn essay 'Singularity' (1993) en wordt tegenwoordig vooral uitgedragen door uitvinder en ondernemer Ray Kurzweil die 2045 voorspelde als jaar waarin dit bereikt zou worden.[1]
In de futurologie is een technologische singulariteit (verder gewoon de singulariteit) een toekomstig breekpunt wanneer de technologische vooruitgang zo snel gaat dat mensen met hun tegenwoordige intelligentie de resulterende maatschappij niet meer kunnen begrijpen. Die verandering zou in gang worden gezet door de eerste kunstmatige intelligenties of posthumans die zichzelf in hoog tempo blijven verbeteren (steeds intelligentere artificiële intelligentie). Deze singulariteit is genoemd naar analogie met het astronomisch punt in de ruimte-tijd waar de natuurwetten hun geldigheid verliezen (zoals volgens de huidige meest aanvaarde theorie betreffende de oorsprong van het universum: de oerknal of het centrum van een zwart gat).