Syndroom van Gilles de la Tourette
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het syndroom van Gilles de la Tourette (TS) is een verzameling verschijnselen die zich manifesteert als ongecontroleerde spierbewegingen en het maken van geluiden (tics). Het syndroom is vernoemd naar de Franse neuroloog Georges Gilles de la Tourette (1857-1904). Het syndroom is een genetische, erfelijke en neurologische aanlegstoornis die gekenmerkt wordt door motorische en vocale tics.[1][2] Kinderen kunnen hierdoor 50% kans hebben om de aandoening te erven van een ouder met het tourettesyndroom, maar men moet daarnaast ook aanleg hebben om de aandoening te ontwikkelen en verder kunnen ook omgevingsfactoren een rol spelen.[3] Ook kunnen er niet-erfelijke genetische oorzaken zijn voor de ontwikkeling van het syndroom.[4][5]
Syndroom van Gilles de la Tourette | ||||
---|---|---|---|---|
Georges Gilles de la Tourette (1857-1904), naamgever van het syndroom | ||||
Coderingen | ||||
DSM-IV | 307.23 | |||
ICD-10 | F95.2 | |||
ICD-9 | 307.23 | |||
OMIM | 137580 | |||
MedlinePlus | 000733 | |||
eMedicine | med/3107 neuro/664 | |||
standaarden | ||||
MeSH | D005879 | |||
|
Mensen die hieraan lijden, voelen sterke prikkels om bepaalde bewegingen te maken of bepaalde geluiden of woorden te uiten. Toch ervaren deze mensen ook dat ze hun tics soms voor korte tijd kunnen onderdrukken (d.w.z. de prikkel die leidt tot een tic kan soms even vrijwillig weerstaan worden, net zoals men jeuk even kan weerstaan alvorens te krabben), maar het onderdrukken van tics leidt nadien tot een toename van tics. Zij ervaren een spanning (bijv. in een spiergroep) die even wordt ontladen door het doen van de tic.[6][7] De tic beoogt dus de prikkel of spanning die men ervaart te compenseren.
De tics zijn ongewild en worden in de omgang veelal in meerdere of mindere mate als storend ervaren door zowel de persoon zelf als door de omgeving. Wanneer er regelmatig minstens twee motorische tics en één vocale tic (niet noodzakelijk tezelfdertijd) optreden en dit binnen een observatieperiode van minstens één jaar, dan spreekt men van het syndroom van Gilles de la Tourette. Men kan gedurende dit jaar ook ticvrije periodes hebben, die tot drie maanden kunnen duren.
In de volksmond en de media wordt tourettesyndroom vaak als synoniem gebruikt voor coprolalie (een tic of dwanghandeling waarbij men vloekt of schuttingtaal gebruikt), maar uit een populatieonderzoek onder "597 patiënten uit 7 verschillende landen" blijkt schuttingtaal in minder dan 20% voor te komen.[2][8]