Slingerarm
middeleeuwse artilleriewapenklasse Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
middeleeuwse artilleriewapenklasse Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De slingerarm is een middeleeuwse artilleriewapenklasse en is de opvolger van het spangeschut en torsiegeschut. Deze belegeringswapens waren net als alle andere artilleriewapens uit de Oudheid en vroege middeleeuwen katapulten; wapens die gebruikmaken van mechanische energie om projectielen weg te schieten. Slingerarmkatapulten waren bedoeld om projectielen mee tegen of over vestingmuren te schieten. Verder werd dit wapen gebruikt om karkassen van aan ziekten overleden dieren of mensen over de vijandige muren te slingeren. Dit met de hoop om de waterput te vergiftigen en ziekten zoals pest te verspreiden bij de belegerden. Ten slotte was de aanwezigheid van het wapen voldoende om de vijand schrik aan te jagen. De installatie van een dergelijk werptuig voor een burcht werkte bovendien als psychologische dreiging: de vijand was soms zo onder de indruk dat deze spontaan de witte vlag hees.
De eerste artilleriewapens uit de oudheid vielen onder het spangeschut; boogachtige wapens zoals de Griekse oxybeles en de Chinese Jiaoche-Nu. Dit waren zeer grote kruisboogachtige wapens met composietboog die op een houten onderstel waren gemonteerd. Er zijn aanwijzingen dat spangeschut reeds in Mesopotamië of Fenicië werd gebruikt,[1] maar daar zijn tot op heden geen bewijzen voor gevonden. Midden 4e eeuw v.Chr. werden spanboogwapens opgevolgd door torsiegeschut, waarvan de Romeinse ballista en onager de bekendste exponenten zijn.
Slingerarmkatapulten zijn gebaseerd op de stafslinger (Latijn: fustibalus), die weer is gebaseerd op het oeroude projectiel-handwapen de slinger. Omdat ze werken volgens het hefboomprincipe zijn de wapens mogelijk ook afgeleid van het irrigatiewerktuig sjadoef, dat volgens hetzelfde principe werkt.[2]
Al voor het begin van onze jaartelling bestonden in het oude China trekslingerkatapulten: in de teksten van de Chinees filosoof Mozi uit de 4e eeuw v.Chr. wordt een Jiche beschreven, een trekslingerarmkatapult die een karas als draaipunt gebruikte.[3] Waarschijnlijk tussen de 3e en 6e eeuw ten tijde van de Zes Dynastieën werd de om zijn as draaibare, snel herlaadbare en zeer accurate Xuanfeng Pao "wervelwindkatapult" uitgevonden en in de 8e eeuw ten tijde van de Tang-dynastie verschenen de middelzware Hudun Pao en zware Sijiao Pao.[4]
Via de zijderoute zou de slingerarmkatapult in de 6e eeuw zijn weg naar Europa vinden. In zijn Strategikon uit de 6e eeuw schrijft de Byzantijnse keizer Mauricius over een bricole-achtige slingerkatapult, een "naar twee kanten draaiende ballista".[5] Aan het einde van de 6e eeuw[6] verscheen de slingerarmkatapult ook in Europa, maar tot de 11e eeuw werd deze niet veel gebruikt. Rond die tijd werden oude versterkingen als palissades en donjons vervangen door vrijwel onneembare stenen forten en kastelen. Om deze in te nemen waren nieuwe krachtigere belegeringswapens nodig. Dit werden de slingerarmkatapulten. Vroege slingerarmen zoals de hierboven geschreven machines werkten volledig op trekkracht zoals de Pierrière of waren hybride trekkracht-zwaartekrachtkatapulten zoals de Bricole of Mangonel. De 12e-eeuwse trebuchet werkte volledig op zwaartekracht; het zware contragewicht levert de benodigde energie. In de 14e eeuw werd het kanon uitgevonden, maar omdat de eerste vuurwapens nog onnauwkeurig en onbetrouwbaar waren werden slingerarmkatapulten tot aan het einde van de 15e eeuw gebruikt.
In China bleef men tot de 13e eeuw trekslingerarmkatapulten gebruiken. Vanaf de 10e eeuw werden naast stenen en brandbommen als projectielen ook explosieve mengsels gebruikt[7] en vanaf de 11e eeuw buskruitexplosieven.[8] Begin 13e eeuw begon de Mongoolse veroveraar Dzjengis Khan met de verovering van China. Nadat de rijken van de Westelijke Xia en Jin waren gevallen richtten de Mongoolse veroveraars hun pijlen op het rijk van de Song-dynastie. De Mongoolse opmars stokte in 1267 bij de versterkte tweelingsteden Fancheng en Xiangyang. Na een jarenlange belegering zonder resultaat riep Koeblai Khan, kleinzoon van Dzjengis Khan, in 1272 de hulp in van Perzische specialisten, die voor hem in 1273 een twintigtal trebuchets bouwden waarmee Fancheng binnen enkele dagen werd veroverd. Daarop gaf Xiangyang zich over en andere steden volgden snel, wat binnen een aantal jaren later in 1279 leidde tot de val van de Song-dynastie.[4]
De eerste slingerarmkatapulten verschenen in de 4e eeuw v.Chr. in China. De Chinezen kenden enkel op mankracht werkende trekslingerarmkatapulten. De belegeringswapens met contragewichten werden in de 13e eeuw door de Mongoolse veroveraars in China geïntroduceerd.
Zoals de naam al aangeeft werkt de slingerkatapult als een slinger. De eerste slingerkatapulten werkten op volledig mankracht. Door aan touwen te trekken maakt de arm een halve aswenteling. Het projectiel (bijvoorbeeld een stenen kogel) in een leren of touwen zak wordt bevrijd wanneer de arm in verticale positie komt. De zak zit met twee koorden vast aan een arm. Aan een van de koorden zit een ring die, aan het einde van het schot, van de haak aan het uiteinde van de slingerarm glijdt. De Jiche "met de kar" is de eerste slingerarmkatapult in de geschiedenis en werd waarschijnlijk rond 320 v.Chr. in China ontwikkeld. Het draaipunt van deze slingerarmkatapult is gemaakt van de as en karrenwielen van een kar, vandaar de naam.
De Xuanfeng Pao "wervelwindkatapult" werd ten tijde van de Zes Dynastieën, waarschijnlijk tussen de 3e en 6e eeuw, ontwikkeld. Het is een zeer gebruiksvriendelijke en relatief lichte katapult die eenvoudig te richten is omdat de enkele staander draaibaar is. Er zijn vele uitvoeringen van dit wapen bekend, met een voet die in de grond wordt gestoken, met een zware houten voet, met een verrijdbaar onderstel en zelfs een maritieme versie voor gebruik op oorlogsschepen. Er is ook een variant met een langwerpige voet waarop meerdere katapulten naast elkaar staan, als een soort batterij.
De Hudun Pao "ineengedoken tijger-katapult" werd waarschijnlijk in de 8e eeuw ten tijde van de Tang-dynastie ontwikkeld en is een middelzware trekslingerarmkatapult met een eenvoudig driehoek raamwerk die in korte tijd is op te zetten en dus snel gebruiksklaar is.
De Sijiao Pao "viervoetige katapult" is de zwaarste Chinese katapult en staat zoals de naam al aangeeft op vier zware voeten. Deze trekslingerarmkatapult heeft 250 trekkrachten en kan een steen van 60 kilogram 80 meter wegslingeren. In de 13e eeuw maakten de Chinezen kennis met de trebuchet, die door de Mongoolse veroveraars uit het Midden-oosten was meegenomen. Deze door de Chinezen Huihui Pao "moslimkatapult" genoemde slingerarm met contragewicht is veel krachtiger dan welke Chinese katapult dan ook en werd dus door de Chinezen overgenomen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.