De Novemberaanval op Grozny van 1994 was een poging van Russische inlichtingendiensten om de Tsjetsjeense regering van Dzjochar Doedajev te verwijderen door de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny te veroveren. De aanval werd op 26 november 1994 uitgevoerd door de Tsjetsjeense oppositieraad onder leiding van Oemar Avturkhanov, met heimelijke steun van Russische pantservoertuigen en gevechtsvliegtuigen. Het gevecht duurde slechts 10 uur, waarna Itsjkerië de aanval had afgeslagen.
Snelle feiten Onderdeel van Eerste Tsjetsjeense Oorlog, Datum ...
Slag om Grozny |
Onderdeel van Eerste Tsjetsjeense Oorlog |
Datum |
26 november 1994 |
Locatie |
Grozny, Tsjetsjenië |
Resultaat |
Overwinning Itsjkerië |
Strijdende partijen |
|
Leiders en commandanten |
|
Verliezen |
500 doden[1] 70 Russische huurlingen gevangengenomen[2] 20-23 tanks vernietigd[1] 20 tanks buitgemaakt door Tsjetsjenen[1] 4 Russische helikopters neergeschoten, 1 Soechoj Soe-25 neergeschoten[3] |
onbekend |
|
Sluiten
De Russische regering ontkende officieel militair betrokken te zijn bij de operatie, maar steunde de Tsjetsjeense oppositie openlijk. De aanval eindigde in een nederlaag voor de aanvallers waarbij honderden strijders gedood of gevangengenomen werden. Daar kwam nog eens bij dat 70 Russen werden gedood en 35 tot 120 gevangengenomen. Doedajev dreigde de gevangenen te executeren in een poging om Rusland haar betrokkenheid toe te laten geven. Moskou eiste hierop dat de gevangenen vrijgelaten zouden worden en de strijdkrachten van Itsjkerië de wapens neer zouden leggen, anders zou er een militaire interventie plaatsvinden. Het incident leidde tot de grootschalige militaire invasie van Tsjetsjenië vanaf december 1994.