Senator voor het leven (Italië)
Italië / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In Italië wordt het ambt van senator voor het leven volgens de grondwet automatisch verkregen (tenzij geweigerd) door aftredend presidenten. Daarnaast kan de president vijf senatoren voor het leven benoemen voor getoonde buitengewone diensten aan het vaderland op maatschappelijk, wetenschappelijk, artistiek of literair gebied.[1]
In het staatsrecht is er onenigheid of het maximum van vijf inhoudt dat er maximaal vijf senatoren voor het leven mogen zijn die geen voormalig president zijn, of dat dit betekent dat iedere president vijf senatoren voor het leven mag benoemen. President Luigi Einaudi heeft achtmaal een senator voor het leven benoemd, waarbij hij Arturo Toscanini (ontslag genomen), Carlo Salustri (overleden) en Guido Castelnuovo (overleden) verving. Om die reden kan worden aangenomen dat het maximumaantal senatoren voor het leven bedoeld wordt dat lid mag zijn van de senaat op hetzelfde moment.
President Sandro Pertini benoemde echter twee senatoren voor het leven terwijl er al vijf lid waren van de Senaat - na een positief advies door de Commissie van Regels van de Senaat. Volgens deze interpretatie zou het maximum het aantal benoemingen per president gelden. Zijn opvolger Francesco Cossiga volgde dezelfde redenering, en benoemde vijf senatoren. Dankzij deze benoemingen ging het aantal senatoren voor het leven tussen 1982 en 1992 omhoog met 6 (4 benoemingen en 2 voormalig presidenten) tot een maximum van 11 in 1992 (9 benoemd en 2 voormalig presidenten).
Anno 2013 zijn er zes senatoren voor het leven benoemd. 5 vanwege hun verdienste (Claudio Abbado, Elena Cattaneo, Mario Monti, Renzo Piano en Carlo Rubbia) en één voormalig president (Carlo Azeglio Ciampi).