Loading AI tools
Brits auteur en dichter (1895–1985) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Robert Graves (Wimbledon (Londen), 24 juli 1895 – Deià op Mallorca, 7 december 1985) was een Engels dichter en schrijver. In zijn lange leven was hij goed voor 140 werken. Zijn bekendste werk is de historische roman I, Claudius, maar Graves beschouwde zichzelf eerst en vooral als dichter.
Robert Graves | ||||
---|---|---|---|---|
Buste van Robert Graves bij zijn huis op Mallorca | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Robert von Ranke Graves | |||
Geboren | 24 juli 1895 | |||
Geboorteplaats | Wimbledon | |||
Overleden | 7 december 1985 | |||
Overlijdensplaats | Deià | |||
Land | Engeland | |||
Beroep | dichter en schrijver | |||
Werk | ||||
Genre | Historische roman | |||
Bekende werken | Good-bye to All That (1927), I, Claudius (1934), Claudius the God (1935) | |||
Dbnl-profiel | ||||
(en) IMDb-profiel | ||||
|
Hij was de zoon van Alfred Perceval Graves, een Engels-Ierse schrijver, en de Duitse Amalie Elisabeth Sophie von Ranke. Ook zijn broer Charles Patrick Graves was schrijver.
Graves kreeg zijn eerste opleiding in zes verschillende scholen, waaronder King's College School in Wimbledon, Penrallt in Wales, Hillbrow School in Rugby en Copthorne in West Sussex. In 1909, in zijn laatste school, boden ze hem een beurs aan voor Charterhouse. Daar begon hij met het schrijven van poëzie en met boksen, als reactie op zijn vervolging. Dit mede door het Duitse element in zijn naam, zijn vrijmoedigheid, zijn wetenschappelijke en morele ernst en armoede ten opzichte van de andere jongens. Bij het boksen werd hij kampioen in zijn school in het "welter en middengewicht". Hij zong ook in het koor en ontmoette er een aristocratische jongen, GH "Peter" Johnstone, met wie hij een intense romantische vriendschap had. Het schandaal van die vriendschap leidde uiteindelijk tot een gesprek bij de directeur. Leraar George Mallory had een erg belangrijke invloed op Graves. Hij liet hem kennis maken met hedendaagse literatuur en nam hem mee om te leren bergbeklimmen tijdens vakantieperiodes. In zijn laatste jaar op Charterhouse won hij een klassieke tentoonstelling aan St John's College. Dit is pas doorgegaan na de oorlog.[1]
Graves won een studiebeurs voor St John's College, Oxford. Direct bij het uitbreken van de oorlog in augustus 1914 kwam hij onder de wapenen. Met zijn eerste dichtbundel Over the Brazier (1916) verwierf hij faam als een van de eerste dichters van realistische oorlogsgedichten. Zelf had hij in latere jaren weinig waardering voor dit werk. In de Slag aan de Somme (1916) raakte hij zeer ernstig gewond; hij stond zelfs even als overleden geregistreerd. Na een langzaam herstel in het gebouw van Somerville College in Oxford, dat op last van de overheid als ziekenhuis was ingericht, bracht hij de verdere oorlog door in Engeland. Een van Graves' vrienden, medeofficier Siegfried Sassoon, verbleef ook in het universiteitsgebouw om te herstellen. Hij schreef in 1917 aan Graves: How unlike you to crib my idea of going to the Ladies' College at Oxford. Graves zelf schreef over zijn verblijf in Somerville College: I enjoyed my stay at Somerville. The sun shone, and the discipline was easy. Hij ontmoette er een verpleegkundige en pianiste op wie hij verliefd werd maar verbrak later het contact met haar nadat zij zich had verloofd.
In 1917 sprak Sassoon zich publiekelijk tegen de oorlog uit. Om berechting voor de krijgsraad te voorkomen, bepleitte Graves met succes dat zijn vriend aan shellshock leed. Deze episode is onderwerp van een roman van Pat Barker: Regeneration. De hechtheid van Graves' vriendschap met Sassoon komt tot uiting in Graves' dichtbundel Fairies and Fusiliers uit 1917.
Via Sassoon raakte Graves bevriend met Wilfred Owen, wellicht de prominentste schrijver van oorlogspoëzie. Owen woonde het huwelijk van Graves met Nancy Nicholson in 1918 bij, maar hij overleed een week voor het eind van de oorlog.
In 1926 toog Graves, vergezeld van zijn gezin en de dichteres Laura Riding, naar Egypte om daar aan te treden als hoogleraar Engelse literatuur aan de Universiteit van Caïro. Na een kort emotioneel verblijf in Londen (scheiding van zijn vrouw Nancy, zelfmoordpoging van Laura Riding) vertrok hij met Riding naar Mallorca. Aldaar publiceerden Graves en Riding gezaghebbende werken over poëzie: A Survey of Modernist Poetry (1927) en A Pamphlet Against Anthologies (1928).
In 1927 publiceerde hij Lawrence and the Arabs, een commercieel succesvolle biografie van T. E. Lawrence. Uit deze periode stamt het ook in het Nederlands vertaalde dagboek over zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog (Dat hebben we gehad) Good-bye to All That (1927). Ook dit boek was een succes, maar het kostte hem zijn vriendschap met Sassoon. In 1934 had hij zijn grootste commerciële succes met een op klassieke bronnen gebaseerde meeslepende biografie van de Romeinse keizer, I, Claudius, met zijn vervolg Claudius the God (1935).
Graves en Riding gingen bij het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog van Mallorca naar New Hope, Pennsylvania. Hun relatie (door Graves zelf beschreven in zijn dagboek: 1927-1940, The Years with Laura) was stof voor andere schrijvers, bijvoorbeeld voor Miranda Seymour's romanThe Summer of '39 (1998).
Graves keerde terug naar Engeland en begon een relatie met Beryl Hodge, toen nog getrouwd met Alan Hodge, met wie Graves samenwerkte in The Long Week-End (1941) en The Reader Over Your Shoulder (1943; in bewerkte vorm gepubliceerd in 1947 als The Use and Abuse of the English Language).
In 1946 vestigden Graves en zijn nieuwe vrouw Beryl zich opnieuw in Deyá, Mallorca. Datzelfde jaar verscheen de historische roman King Jesus. The White Goddess (1948) was een van zijn meest omstreden boeken.
Voorts schreef hij Seven Days in New Crete (1949) (sciencefiction) en The Nazarene Gospel Restored (1953). In 1955 publiceerde hij The Greek Myths, een boek dat al decennia de Engelstalige markt van boeken over mythen domineert.
In 1961 werd hij hoogleraar in de poëzie in Oxford. Er bestaat nog een briefwisseling met Spike Milligan (Dear Robert, Dear Spike) en een bundel korte verhalen. Tot 1975 bleef Graves als schrijver actief.
Graves was een groot en meeslepend verteller. Maar waar hij zonder terughoudendheid aan zijn visie wetenschappelijke aspiraties toekent, wordt zijn bijdrage kritisch bekeken. Hij kon daar bijzonder geërgerd op reageren. Het meest uitgesproken geldt dit voor zijn boek The White Goddess (zie aldaar voor een overzicht van de discussie).
Ook zijn The Greek Myths (Ned. vertaling: Griekse mythen) is omstreden. Hier is een groot aantal mythen met al hun varianten bijeengebracht in steeds drie hoofdstukken per mythologische entiteit:
Met name is het "verklarend commentaar" sterk gekleurd door visies zoals Graves die in zijn The White Goddess, maar ook bijvoorbeeld in het voorwoord voor de 3e druk van zijn Griekse mythen uiteenzet. Vervelender echter dan dat is dat ook de weergave van de verhalen uit de bronnen volgens enkele deskundige classici niet objectief zou zijn. Het gaat hier om een zeer uitgebreid werk (3e editie: 734 dichtbedrukte bladzijden). Qua literatuur blijft het intrigerend, omdat met een groot aantal vaak tegenstrijdige versies van de goed vertelde verhalen rond een mythologische figuur, er steeds een rijkgeschakeerd beeld wordt gegeven.
In 1970 kreeg Graves steeds meer last van geheugenverlies. Toen hij tachtig werd, in 1975, kwam er een eind aan zijn beroepsleven. Tegen die tijd had hij meer dan 140 werken gepubliceerd. In de tien jaren die daarop volgden, werd hij steeds afhankelijker. Hij stierf, 90 jaar oud, aan hartfalen op 7 december 1985. Hij werd de volgende ochtend begraven op een klein kerkhof op een heuvel in Deià. Zijn tweede vrouw, Beryl Graves, stierf op 27 oktober 2003 en werd in hetzelfde graf begraven.[2]
Graves had acht kinderen bij twee vrouwen. Nancy Nicholson, zijn eerste vrouw, schonk hem Jennie (getrouwd met de journalist Alexander Clifford), David (overleed in de Tweede Wereldoorlog), Catherine (getrouwd met de nucleaire wetenschapper Clifford Dalton) en Sam. Zijn tweede vrouw, Beryl Graves (1915-2003), schonk hem William, Lucia (eveneens een vertaler), Juan en Tomás (een schrijver en musicus).
Graves' populariteit in Nederland berust vooral op:
Veel minder bekend zijn in Nederland andere historische romans als The Twelve Caesars en Count Belisarius, dat in 2010 verscheen in het Nederlands onder de titel Heer Belisarius.. Hij verzorgde vertalingen uit het Latijn en Grieks: The Golden Ass, The Golden Fleece in een mooie heldere stijl.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.