Republiek Bosnië en Herzegovina
historisch land / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De republiek Bosnië en Herzegovina (Servo-Kroatisch: Republika Bosna i Hercegovina/Република Босна и Херцеговина) was een staat in Zuidoost-Europa die bestond van 1992 tot 1995. Het is de directe rechtsvoorganger van de huidige[(sinds) wanneer?] staat Bosnië en Herzegovina.[1]
Bosnië en Herzegovina scheidde zich op 3 maart 1992 af van de uiteenvallende Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië. Dit leidde vrijwel onmiddellijk tot het uitbreken van de oorlog in Bosnië, die gedurende het hele bestaan van de republiek duurde. Leiders van twee van de drie belangrijkste etniciteiten van Bosnië en Herzegovina, namelijk Serviërs en Kroaten, richtten afzonderlijke entiteiten op van de Republika Srpska en de Kroatische Republiek Herzeg-Bosnië, die niet werden erkend door de internationale gemeenschap.[2] Informeel werden deze gebeurtenissen door nationalisten beschouwd als bewijs dat de Republiek Bosnië en Herzegovina voornamelijk de Bosnische bevolking vertegenwoordigde, hoewel formeel het presidentschap en de regering van de republiek nog steeds bestond uit Serviërs en Kroaten, samen met Bosniërs.[3][4][5]
Onder het Akkoord van Washington van 1994 werden Bosniërs echter vergezeld door Kroaten van Herzeg-Bosnië, die door deze overeenkomst werd afgeschaft, ter ondersteuning van de republiek door de vorming van de Federatie van Bosnië en Herzegovina, een gezamenlijke entiteit van een substaat. In 1995 sloten de Dayton-vredesakkoorden zich aan bij de Federatie van Bosnië en Herzegovina met de Servische entiteit, Republika Srpska, die vanaf dat moment formeel werd erkend als een politieke substaatentiteit zonder recht op afscheiding, in de staat Bosnië en Herzegovina.[2][4][6]
De republiek Bosnië en Herzegovina bestond legaal tot op 14 december 1995 de bijlage 4 van het Dayton-akkoord door de drie partijen werd ondertekend, die de grondwet van Bosnië en Herzegovina bevat, maar uit officiële documenten blijkt dat de staat bestond tot eind 1997 toen de implementatie van het Dayton-akkoord was afgelopen en pas daarna volledig begon te gelden.[7]