Pompeblêd
heraldisch figuur / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Pompeblêd, Nederlands waterblad of meerblad (ook wel zeeblad, plompenblad of pompeblad), is de Friese benaming voor het blad van de gele plomp, de witte waterlelie en de watergentiaan. De naam wordt gebruikt om de zeven rode, hartvormige bladen op de Friese vlag aan te duiden. De vlag grijpt terug op middeleeuwse afbeeldingen van het fictieve wapen dat de koning van Friesland gehad zou hebben. De Nederlandse term 'waterblad' werd in 1857 geïntroduceerd door de heraldicus Johannes Rietstap als vertaling van de Duitse term Seeblatt.[1] De term 'meerblad' is ten minste sinds 1700 in gebruik.
De zeven rode waterleliebladeren (palustris herbae nympheae rubra folia) zouden volgens de 16e-eeuwse geleerde Suffridus Petrus naar de Zeven Friese Zeelanden verwijzen, die door drie waterstromen van elkaar gescheiden waren. Dit waren landstreken zonder centraal gezag in het kustgebied van Alkmaar tot aan de Wezer. Er zijn nooit precies zeven van deze bestuurseenheden geweest; het getal zeven had waarschijnlijk de connotatie 'veel'.
In Friesland worden de pompeblêden vanouds in de vorm van een hart met een afgeronde punt of een gekromde boon getekend. In het 16e-eeuwse wapen van de Groninger Ommelanden, dat van het oudste Friese wapen is afgeleid, is eerder de hartvorm gebruikelijk. Het onderscheid met heraldische harten is moeilijk te maken en beide vormen waren in de middeleeuwen uitwisselbaar.