Over de vertroosting der wijsbegeerte
literair werk van Boëthius / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Over de vertroosting der wijsbegeerte (Latijn: De consolatione philosophiae) is een in hoofdzaak neoplatonistisch werk van Anicius Manlius Severinus Boëthius waarin het streven naar wijsheid en de liefde voor God beschreven worden als de twee voornaamste bronnen voor menselijk geluk. Boëthius schreef dit werk rond 524, toen hij in afwachting van zijn berechting en uiteindelijke executie een jaar in de gevangenis zat. 'Over de vertroosting' is wel beschreven als het belangrijkste en invloedrijkste werk in het westen over het vroege middeleeuwse christendom. Het is in het Westen ook het laatste werk dat met recht klassiek genoemd kan worden.[1][2]