Loading AI tools
Episch gedicht van Herman Gorter Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mei is een gedicht, geschreven door Herman Gorter in 1887 en 1888.[1] Het is een verhalend gedicht, dat in 4381 versregels het leven en de liefde van Mei en haar dichter beschrijft. Doordat Gorter eigen keuzes maakt in ritme en beeldspraak en dus afstand neemt van de dwingende voorschriften in oudere stromingen, is het gedicht het hoogtepunt van de poëzie van de Tachtigers. Ook de kenmerkende emotionaliteit, natuurliefde, melancholie en erotiek dragen daaraan bij.[1]
Het voltooide gedicht bestaat uit drie zangen, waarvan de eerste in 1889 verscheen in de 4e jaargang van De Nieuwe Gids, met de opmerking "Eerste der drie Deelen van het aldus betitelde Gedicht, dat eerlang bij den uitgever dezes het licht zal zien". In het gedicht bezingt Gorter de liefde voor Wies Cnoop Koopmans op wie hij in 1886 verliefd werd. Hij verloofde zich met haar in datzelfde jaar en zij trouwden in 1890. Op 15 november 1888 berichtte hij aan zijn vriend Alphons Diepenbrock: "Het ding is af", wat sloeg op zijn gedicht Mei. Op 19 maart 1889 verscheen het volledige gedicht in boekvorm bij de uitgeverij W. Versluys, tevens uitgever van De Nieuwe Gids, hetzelfde jaar dat Gorter ook promoveerde.
De eerste regel: Een nieuwe lente en een nieuw geluid is zeer bekend geworden.
Gorter schreef dit gedicht in het Friese plaatsje Balk waar zijn grootvader predikant was aan de doopsgezinde kerk. Hier bracht hij in zijn jonge jaren veel tijd door. De zin 'In een oud stadje, langs de watergracht' verwijst dan ook naar Balk.
Geboren uit de moedermaan en de zon, komt Mei in de eerste zang aan op een strand. Haar dode zus April wordt die nacht weggedragen. Mei begint de volgende dag een "tooverige tocht" door het Hollandse landschap, dat uitgebreid beschreven wordt. Ze ontmoet diverse mensen en mythische figuren en belandt uiteindelijk in een stadje. Daar treft ze de dichter en samen trekken ze nog rond door het landschap tot de dichter terugkeert naar de stad.
In de tweede zang ziet Mei de jonge god Balder die door het landschap trekt en zijn leven bezingt. De blinde Balder leeft voor de muziek alleen. Als zijn lied afgelopen is, verdwijnt hij. Mei is zeer bedroefd en wordt in de nacht door de Maan getroost en gesterkt. De volgende ochtend gaat zij weer op zoek naar Balder. Ze reist door een sprookjesachtige wereld en via de wolkenspinster uit het noorden komt ze bij Wodan en de andere goden terecht. Deze weten echter niet waar Balder is, maar het feit dat Mei Balder gezien heeft, verheugt de goden zeer. Mei blijft zoeken en na enkele dagen vindt ze Balder in een vallei. Zijn muziek doet vele wonderlijke beelden verschijnen en in zijn lied vertelt Balder opnieuw veel over zichzelf. Hij besluit zijn zang door te zeggen dat hij alleen voor zijn muziek leeft, dat is zijn ziel en in zijn ziel is hij een God. Mei weet dat er voor haar geen plaats is en zinkt terug naar de aarde.
In de derde zang is Mei terug in Holland bij de dichter. Ze zwerven opnieuw door het Hollandse landschap en brengen de laatste dagen van Meis leven door in elkaars gezelschap. Als de laatste dag is aangebroken sterft Mei en wordt opgevolgd door haar zus Juni. De dichter neemt Mei mee naar het strand en begraaft haar daar.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.