Frans schrijver (1740–1814) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Donatien Alphonse François de Sade (Parijs, 2 juni1740 – Charenton-Saint-Maurice, 2 december1814), bekend als Markies de Sade, was een Franseschrijver, essayist en filosoof. Tijdens zijn leven bracht hij diverse grote werken uit als Liefde's misdaden enAline et Valcour, ou le roman philosophique. Na zijn overlijden zijn andere stukken aan hem toegeschreven waaronder de beroemde libertijnse novellen Justine of De tegenspoed der deugdzaamheid en Juliette of De voorspoed van de ondeugd. Hij werd vanwege zijn literaire werk en (latere) deelname aan de Franse Revolutie vrijwel voortdurend belaagd. Koning Lodewijk XV liet hem schaduwen door een politie-inspecteur die persoonlijk aan hem moest rapporteren. In totaal heeft hij zo'n 30 jaar van zijn leven in (verplichte) ballingschap of gevangenschap doorgebracht, is tweemaal tot de dood veroordeeld en ten slotte opgesloten in een gesticht. Zijn literaire stijl werd door de machthebbers als pornografisch en anti-christelijk weggezet en gecensureerd, mede waardoor het woord sadisme aan zijn naam is gekoppeld. Pas sinds 1900 is er serieuze literaire en historische aandacht voor zijn werk en daarmee een groeiende waardering voor de kwaliteit en betekenis daarvan.
Snelle feiten Algemene informatie, Bijnaam ...
Markies de Sade
Portret van De Sade (ca. 19/20 jr.) door Van Loo (1760).
"Om de deugd te leren kennen, moeten we eerst kennis maken met de ondeugd." "Er is geen God, de natuur is voor zichzelf voldoende; ze heeft op geen enkele manier een auteur nodig."
Algemene informatie
Bijnaam
Monsieur Le Six, The Divine Marquis
Volledige naam
Donatien Alphonse François de Sade
Pseudoniem(en)
Marquis de Sade, Louis Sade, Marquis de Mazan, D.A.F. de Sade, De Sade, Sade
Donatien Alphonse François de Sade werd op 2 juni 1740 te Parijs in het Hôtel de Condé geboren. Zijn ouders lieten zijn opvoeding goeddeels aan zijn oom, de libertijns ingestelde abbé De Sade over; later aan een jezuïetenschool. Na de cavalerieschool te Versailles doorlopen te hebben, nam De Sade op 16-jarige leeftijd deel aan de Zevenjarige Oorlog tegen Pruisen. Toen in 1763 de vrede gesloten werd, keerde De Sade terug naar Frankrijk en trouwde in datzelfde jaar met Renée-Pélagie de Montreuil, een dochter van de president van het Gerechtshof te Parijs. Het was een gearrangeerd huwelijk.
In oktober 1763 werd De Sade voor de eerste maal opgesloten in het kasteel van Vincennes wegens "kleine uitspattingen" in een bordeel. Zijn celstraf bleef door ingrijpen van zijn invloedrijke schoonfamilie beperkt tot 15 dagen. Op Paaszondag van 1768 haalde De Sade een bedelares - wellicht betrof het hier een prostituee - over hem gezelschap te houden in zijn huis in Arceuil. Hij geselde haar, terwijl hij zichzelf daarbij bevredigde. De vrouw diende een aanklacht in en De Sade werd opnieuw veroordeeld. De zaak trok veel aandacht en De Sade's naam als libertijn was gevestigd. Madame de Montreuil kreeg het voor elkaar dat er een lettre de cachet tegen hem werd uitgevaardigd. Dit was een tweesnijdend zwaard waardoor het schandaal buiten de gewone rechtspraak om afgehandeld kon worden, maar ook inhield dat De Sade in de toekomst voor iedere rechtbank zijn rechten zou verliezen. (Wat haar motief toen ook geweest mocht zijn, Madame de Montreuil zou De Sade voor de rest van haar leven in toenemende mate blijven achtervolgen.) Na een half jaar gevangenis en een symbolische boete werd De Sade weer vrijgelaten met het advies zich niet meer in Parijs te laten zien.
Er volgden relatief rustige jaren in zijn kasteel in Lacoste in de Provence, hoewel geruchten over seksuele escapades met zijn personeel telkens weer opdoken. Waarom hij in 1769 een reis naar Nederland maakte is niet duidelijk. Als reisschrijver noteerde hij dat de Nederlanders goed in handelen zijn, klaar staan voor een ander zolang hen dat niets kost, en dat de vrouwen mooier hadden kunnen zijn en hun gebit verwoestten met te veel hete thee en koffie.
In 1772 volgde het tweede grote schandaal. Tijdens een orgie met zijn bediende Latour en enkele prostituees deelde De Sade bonbons met Spaanse vlieg uit. Omdat de prostituees daar onwel van werden, klaagden ze hem aan. De Sade werd op 11 september 1772 bij verstek ter dood veroordeeld wegens sodomie en vergiftiging. Het vonnis werd later vernietigd. In het achttiende-eeuwse Frankrijk werden lustopwekkende bonbons met Spaanse vlieg daarna naar hem vernoemd.
De Sade ging in juli 1775 voor een jaar op reis naar Italië, waar hij Florence, Rome en Napels bezocht. De Franse inlichtingendiensten hielden hem ook daar in de gaten. Uiteindelijk werd hij in 1777 opnieuw opgesloten in het kasteel van Vincennes. Toen hij na een jaar beschikking kreeg over pen en papier, begon hij tomeloos te schrijven.
In 1784 werd De Sade overgeplaatst naar de Bastille. Hier ontstond het werk dat hij als zijn magnum opus zag, Les Cent Vingt Journées de Sodome. Alleen de eerste versie, een papierrol van 12 meter lengte die verstopt was in een muur, overleefde de bestorming en plundering van de Bastille in 1789. De Sade heeft dit nooit geweten; hij beschouwde het werk als voorgoed verloren. Het werk is pas na zijn dood gepubliceerd in 1904.
Na de bestorming van de Bastille, het begin van de Franse Revolutie, werd De Sade, die ondertussen naar de inrichting van Charenton was overgeplaatst, bevrijd. Aanvankelijk sympathiseerde hij met de revolutionairen. Hij schreef lofredes op o.a. Jean-Paul Marat. Als voorzitter van een revolutionaire rechtbank ontpopte hij zich echter als fel tegenstander van de doodstraf; hij werd beschuldigd van gematigdheid en in 1793 opnieuw ter dood veroordeeld. Als gevolg van een administratieve fout ontsnapte hij echter aan de guillotine.
In 1802 werd De Sade wegens aanstootgevende (en anti-napoleontische) geschriften op last van Napoleon opgesloten in het Hôpital Esquirol, een asiel in Charenton-Saint-Maurice waar meer vijanden van Napoleon terechtkwamen. Hij voerde met enig succes zijn toneelstukken op, met patiënten en Parijse beroepsspelers als acteurs. De Sade bleef hier tot zijn dood in 1814 gevangen. Het was zijn laatste wil begraven te worden op Malmaison, een van zijn vroegere landgoederen in de omgeving van Épernon, in een put die bestrooid moest worden met eikels, zodat 'alle tekenen van mijn begraafplaats van het aardoppervlak zullen verdwijnen, in de hoop dat hetzelfde zal gebeuren met mijn nagedachtenis, behalve van diegenen die van me hielden tot aan mijn dood, en wier herinnering ik meeneem in mijn graf.' Die wens werd niet gerespecteerd: hij werd begraven in gewijde grond. Zijn schedel werd later verwijderd voor frenologisch onderzoek. Zijn ongepubliceerde manuscripten werden door zijn zoon verbrand.
De Sade's literaire oeuvre kan worden gezien als filosofische kritiek op de moraal van zijn tijd door een uitgesproken atheïst. In zijn materialistische visie op de mens, zoals die bijvoorbeeld in l'Histoire de Juliette naar voren gebracht wordt, vormen we slechts een inwisselbaar onderdeel van een blinde natuur en zijn we elkaar onderling geen enkele rekenschap verschuldigd, omdat elke moraal die voortkomt uit consensus, religie of overheid tegennatuurlijk zou zijn. De mens zou juist de zeer individuele hartstochten moeten botvieren die hem door de natuur zijn ingeblazen, ongeacht de verschrikkelijke uitwerkingen die dat op zijn medemens heeft. De Sade illustreert dit met allerlei sadistische gruwelijkheden die tot in het absurde gaan.
Zijn "pornografische" werken zijn een staalkaart van misdaden (marteling, incest, kindermoord, vader/moedermoord, genocide) en seksuele aberraties (flagellatie, coprofagie, sadisme, bestialiteit, necrofilie) die naar hartenlust door zijn libertijnse, in eigen ogen verlichte personages worden bedreven. Meestal zijn dit machthebbers als rechters, ministers, hoge geestelijken, etc., die een pervers plezier beleven aan het misbruik van hun macht en het bespotten van de gelijkheid tussen de mensen. In lange monologen verdedigen zij hun verdorvenheden evenwel in de rationele stijl van de Verlichting. (In De Sade's ambivalente wereld strijden revolutionaire filosofie en een zwarte kijk op de diepste drijfveren van de mens om voorrang.)
Sadomasochistische tendensen voeren bij de seksuele passages de boventoon, maar ook deze staan eerder in het teken van de omkering en de ontwrichting dan van de erotiek.
De Sade valt bij voorkeur hypocrisie, religie en vooroordelen aan, maar ook de standpunten van verlichte filosofen (zoals Voltaire), waarbij hij opvalt door uiterst gevat, sterk, agressief en humoristisch taalgebruik. De vele herhalingen hebben zijn omvangrijke boeken echter vaak het predicaat 'onleesbaar' opgeleverd. De Sade's radicale houding van 'alles zeggen', ook op het gebied van de donkere kanten van de individuele seksualiteit, maakte dat zijn werk gevierd werd door onder meer de surrealisten. Zijn werk is lang verboden geweest, wat nauwelijks door het pornografische karakter van zijn werk verklaard kan worden, maar veeleer door de nietsontziende brutaliteit ervan, en wellicht ook door het gegeven dat in De Sade's werk de machthebbers zo praten zoals de onderdrukten denken dat ze praten[1]. Het oeuvre van De Sade is in 1990 opgenomen in de Bibliothèque de la Pléiade, tussen dat van andere grote Franse schrijvers (deze uitgave werd in de Franse pers 'de hel op bijbelpapier' genoemd). Minder tekstgetrouwe uitgaven van zijn schandaalwerken zijn legio.
Dorcy ou la Bizarrerie du sort, uitgegeven in 1881
Les Journées de Florbelle, verloren gegaan
Voyage de Hollande en forme de lettres. Éd. Gilbert Lély. 1967
Lettres et Mélanges Littéraires Écrits à Vincennes et à la Bastille, uitgegeven in 1980
Toneelstukken
L’Inconstant, 1781
Le Prévaricateur, 1783
La Folle Épreuve, ou le Mari crédule, 1783
Oxtiern ou les Malheurs du libertinage, 1791
Politieke pamfletten
Addresse d'un citoyen de Paris, au roi des Français (1791)
Section des Piques. Observations presentées à l'Assemblee administrative des hopitaux (1792)
Section des Piques. Idée sur le mode de la sanction des Lois; par un citoyen de cette Section ( 1792)
Pétition des Sections de Paris à la Convention nationale (1793)
Section des Piques. Extraits des Registres des déliberations de l'Assemblée générale et permanente de la Section des Piques (1793)
La Section des Piques à ses Frères et Amis de la Société de la Liberté et de l'Égalite, à Saintes, département de la Charente-Inferieure (1793)
Section des Piques. Discours prononcé par la Section des Piques, aux manes de Marat et de Le Pelletier, par Sade, citoyen de cette section et membre de la Société populaire (1793)
Petition de la Section des Piques, aux representants de peuple français (1793)
Les Caprices, ou un peu de tout (verloren gegaan)
Vertalingen in het Nederlands
Gesprek tussen een priester en een stervende, en andere teksten. Galge, Brugge, 1965
Uitspraken. L.J.C. Boucher, Den Haag, 1965, F.J. Schmit en A.C. Niemeyer (red.)
Zoloé en haar trawantes, of Enkele episodes uit het leven van drie mooie vrouwen, Vertaling Hans Warren. Arbeiderspers, 1973 (toegeschreven aan De Sade)
Juliette, of De voorspoed van de ondeugd. (1e en 2e periode/3e en 4e periode). Vertaling Hans Warren. Bert Bakker, 1972-1974, heruitgaven 1980, 1981, 1995, 1996
Aforismen. Ad. Donker, Rotterdam, 1990
De 120 dagen van Sodom of De school der losbandigheid. Heruitgave Lekturama, 1990
Slaapkamergesprekken, of De immorele leermeesters. Vertaling Théo Buckinx, Bert Bakker, 1995
De nieuwe Justine of de tegenspoed van de deugd. Vertaling Théo Buckinx, Bert Bakker, 1995
Brieven uit de gevangenis. Bert Bakker, 1996
Gesprek tussen een priester en een stervende. Vertaling Herwig Leus, Jef Meert Uitgeverij, heruitgave 1997
Slaapkamergesprekken. Een erotische leerschool. Ooievaar, 1998
God bestaat niet. Dialoog tussen een priester en een stervende. Iris, Amsterdam, 2002
Fransen, de revolutie is moeilijker dan u denkt. De Dolle Hond, Amsterdam, 2002
Dialoog tussen een priester en een stervende. De Dolle Hond, Amsterdam, 2002
De 120 dagen van Sodom of De school der losbandigheid. Heruitgave Pockethuis, 2004.
De 120 dagen van Sodom. Heruitgave Het Parool-Bibliotheek, 2005.
Augustine de Villeblanche of liefdes list (uit: Historiettes, Contes et Fabliaux). Vertaling Jan Pieter van der Sterre. Voetnoot, 2006
René Gysen, De slecht befaamde Markies de Sade, Heijnis, Amsterdam, 1961
Peter Weiss, De vervolging van en de moord op Jean-Paul Marat opgevoerd door de verpleegden van het krankzinnigengesticht van Charenton onder regie van de heer De Sade, Appeltheater, 1963
W.F. Hermans, Het sadistische universum I, De Bezige Bij, 1964
Geoffrey Gorer,The Life and Ideas of the Marquis de Sade, Panther Books, 1964
Simone de Beauvoir, Moeten wij Sade verbranden? Begeleidend essay bij een selectie uit Sade's werk en levensbeschrijving, Van Ditmar, 1965
F.J. Schmit en A.C. Niemeyer, Uitspraken van Sade, Boucher, Den Haag, 1965
Walter Lennig, Markies de Sade, Rowohlt Taschenbuch, 1965
Robert Bloch, The Skull of the Marquis de Sade, Pyramid Books, 1965
Herwig Leus, Marquis de Sade, De Galge, 1965
Norman Gear, De Sade: een biografie, Kruseman, Den Haag, 1966
Guy Endore, Satan's Saint ~ De Sade: A Novel about the Man, 1966
Otto Flake, Marquis de Sade, DTV, 1966
R.E.L. Masters & Eduard Lea, Sex Crimes in History - Evolving concepts of sadism, lust-murder, and necrophilia from ancient to modern times, Matrix House, 1966
Gemma Pappot, De markies De Sade: een portret uit brieven en documenten, Arbeiderspers, 1967
Susan Sontag, essay The Pornographic Imagination, 1967
Justine Lemercier en Juliette Lemercier, The Turkish Bath, Olympia Press, 1969
Mary Ann Mitchell, Tainted Blood (Marquis de Sade #4), Leisure Books, 2003
Atte Jongstra, De tegenhanger, Querido, Amsterdam, 2003
Anton Proosdij, Sade zaken. De 150 eenvoudige passies uit De 120 dagen van Sodom van D.A.F. de Sade, Papieren Tijger, 2003
Mary Ann Mitchell, The Vampire de Sade (Marquis de Sade #5), Leisure Books, 2004
Mary Ann Mitchell, In the Name of the Vampire (Marquis de Sade #6), Leisure Books, 2005
Gerrit Komrij, Komrij's Kakafonie. Encyclopedie van de stront, De Bezige Bij, Amsterdam, 2006
A.G.L. de Pelleport, De Bohemiens, Prometheus, 2006
Pierre Courage, De pornografische verleiding: Verslag van een leeservaring, Aspekt, 2008
Jean-Marc Piret, De geschiedenis als slachtbank. Reflexieve modernisering en de wet bij Joseph de Maistre, Marquis de Sade en G.W.F. Hegel, VUBPRESS, Brussel, 2009
Ian Buruma, Grenzen aan de vrijheid: Van de Sade tot Wilders, Lemniscaat, 2010
Bart Van Loo, O Vermiljoenen Spleet! Seks, Erotiek en Literatuur, Manteau, 2010
Jan Willem Geerinck, De Geschiedenis van de Erotiek: Van Holbewoner tot Markies de Sade, Antwerpen, 2011
F.L. Holthoon, Terug naar de Verlichting, Damon VOF, 2013
Dr. Ivan Bloch, Marquis de Sade: The Man and His Age, Magnolia Books, 2013
Sasha Grey, The Juliette Society (Het Juliette Genootschap), Sphere, Londen, 2013
Abnousse Shalmani, Khomeini, Sade en Ik, Grasset, Parijs, 2014
Lode Lauwaert, Markies de Sade. Essays over ethiek en kliniek, literatuur en natuur, Pelckmans, 2014
Henry Martyn Lloyd, Sade's Philosophical System in its Enlightenment Context, Springer International Publishing, 2018
Marquis de Sade - 100 Erotic Illustrations, Goliath, 2018 (prentenboek met de oorspronkelijke gravures uit De Sades werken)
David Huckvale, Terrors of the Flesh, McFarland & Co., 2020
Alyce Mahon, The Marquis de Sade and the Avant-Garde, Princeton University, 2020
Films
Films gebaseerd op de werken van De Sade, biopics en films waar gerefereerd wordt naar De Sade.
Marquis De Sade: The Sexual Deviant (2011), (pornofilm)
The Cult (2012), van Gazzman (pornofilm)
Tom, Sally and the Marquis de Sade (2013), van George Spencer (documentaire)
Justine (2016), van Jac Avila
Muziek
Marquis de Sade: Een Franse postpunk-band actief uit 1977.
Anne Linnet & Marquis De Sade: Een Deens muziekproject.
In de jaren '90 heeft het Duitse New age-project Enigma een aantal nummers over de seksuele verlangens van De Sade gemaakt, namelijk Sadeness (Part I) (1990), Mea Culpa (Part II) (1991) en Sadeness (Part II) in 2016.
Stefan Zweifel & Michael Pfister, Sade zwischen Justine und Juliette (in "Justine und Juliette I", Matthes & Seitz, 1990, p. 27). Verwezen wordt hierin ook naar een uitspraak van Georges Bataille, dat Sade de taal van de slachtoffers spreekt.