Kleurlading
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In de deeltjesfysica is kleurlading een eigenschap van quarks en gluonen, die gerelateerd is aan de sterke wisselwerking van de deeltjes in de theorie van kwantumchromodynamica (QCD). Kleurlading heeft analogieën met de notie van elektrische lading van de deeltjes, maar vanwege de wiskundige complicaties van QCD zijn er veel technische verschillen. De "kleur" van quarks en gluonen staat volledig los van visuele perceptie van kleur.[1] Het is een grillig gekozen naam voor een eigenschap die zich bijna niet manifesteert bij afstanden boven de grootte van een atoomkern. De term kleur werd gekozen omdat de abstracte eigenschap, waaraan deze term refereert, betrekking heeft op drie aspecten, dit naar analogie met de drie primaire kleuren rood, groen en blauw.[2] Ter vergelijking: elektromagnetische lading heeft één enkel aspect, dat de waarden positief of negatief kan aannemen.
In 1964, kort nadat het bestaan van quarks voor het eerst werd voorgesteld, introduceerde Oscar Greenberg het begrip "kleurlading" om uit te leggen hoe quarks binnen een aantal hadronen in verder identieke kwantummechanische toestanden naast elkaar kunnen bestaan zonder het uitsluitingsprincipe van Pauli te overtreden. Het concept bleek nuttig te zijn. De theorie van de kwantumchromodynamica is sinds de jaren 1970 in ontwikkeling en vormt een belangrijk onderdeel van het standaardmodel van de deeltjesfysica.