Het keurvorstendom Baden was een staat in het Heilige Roomse Rijk tussen 1803 en 1806. Keurvorst Karel Frederik was de keurvorst van het keurvorstendom.
In paragraaf 31 werd de markgraaf de waardigheid van keurvorst toegekend.
In paragraaf 32 werden de markgraaf twee nieuwe zetels in de raad van vorsten van de Rijksdag toegekend, namelijk een voor Bruchsal als vervanging voor Spiers en een voor Ettenheim als vervanging voor Straatsburg. Samen met de drie oude zetels had Baden nu vijf zetels in de Rijksdag.
In juli 1803 werd een ruilverdrag met het landgraafschap Hessen-Darmstadt gesloten. Baden stond de helft van de voormalige rijksstad Wimpfen de dorpen Hochstätten en Darsberg en het deel van Neckarhausen, dat vroeger deel uitmaakte van het prinsbisdom Spiers
De ondertekening van de Rijnbondakte in 1806 maakte een eind aan het Heilige Roomse Rijk met de bijbehorende keurvorsten. De keurvorst van Baden kreeg de titel Groothertog met het predicaat Koninklijke Hoogheid.
Zie verder het Groothertogdom Baden