Nadat Stapel de mavo had afgerond, begon hij te werken als glazenwasser en automonteur. Hij had hiernaast een jaar amateurtoneel gedaan. Voor de toneelacademie Maastricht werd hij afgewezen wegens gebrek aan talent. Toen is hij in Rijswijk spellessen gaan volgen, waardoor hij na een jaar wel werd toegelaten tot de academie in Amsterdam. Eind 1975, toen zijn vader overleed, is hij weer in Tegelen gaan wonen en heeft hij zijn opleiding in Maastricht afgemaakt. Hij was de eerste student die afstudeerde met twee diploma's, het docenten- en het acteursdiploma. In zijn studiejaren kreeg hij contact met Guus Hermus, die hem vroeg voor de hoofdrol in het toneelstuk Harold and Maude.[1]
In 1983 brak hij grootschalig door met zijn hoofdrol als liftmonteur in de horror/thrillerDe lift van Dick Maas. Een vriend van Maas had Stapel op het toneel gezien. Door het succes volgde opnieuw een samenwerking met Maas: in 1986 speelde hij de rol van Johnnie Flodder in Flodder, waarvoor hij 12 kg aankwam, en in 1988 de rol van Eric Visser in Amsterdamned, waarbij hij een nekhernia opliep tijdens de opnames van de achtervolging door de grachten met de speedboot. Beide films van First Floor Features worden een enorm succes. Ook heeft hij een cameo in First Floor Featuresfilm Oh Boy! Hiernaast heeft Stapel een rol in Op hoop van zegen naast Leen Jongewaard.
In 1992 speelt Stapel in het langverwachte vervolg Flodder in Amerika! als Johnnie Flodder. In de televisieserie Flodder alsmede de film Flodder 3 liet Stapel deze rol aan Coen van Vrijberghe de Coningh, met wie hij samen te zien was in Het nadeel van de twijfel (1990)[2] en De onfatsoenlijke vrouw (1991). Wel keerde Stapel nog één keer terug in Flodder: in 1999 was hij te zien als Paolo Marquez in de aflevering "Egotrip" van het vijfde televisieseizoen (opgenomen in 1997).
Verder was Stapel in gastrollen te zien op televisie in Theo en Thea (aflevering: Homoseksualiteit), In de Vlaamsche pot (aflevering: Trouwen) en Loenatik (aflevering: De milieuactie). Tussen 1992 en 1993 speelde hij de hoofdrol in de televisie Sjans en in 1997 in het eerste seizoen van de Vlaamse serie Windkracht 10.
Vanaf januari 2016 is Stapel te zien als Officier van justitie Hein Berg in de politieserie Flikken Rotterdam. In 2021 was hij te zien in de Netflix-film Ferry.
Hiernaast presenteerde Stapel als autoliefhebber de televisieprogramma's Stapel op auto's en Stapel in de States.
Stapel ontving op 16 juni 2014 voor het seizoen 2013/2014 de Johan Kaartprijs. Hij kreeg de prijs voor de theaterrollen die hij speelt in Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus en God van de slachting.
Stapel nam samen met Mooder Hellup (de voorloper van Minsekinder) een cd op met het carnavalsliedje Och waas ik maar beej mooder toësgebleve van Thuur Luxembourg en Frans Boermans, dat eerder in een Nederlandstalige bewerking van Johnny Hoes een landelijke hit was. Het was Stapels versie die Vic van de Reijt op plaats 14 opnam in zijn Top 100 Nederlandstalige singles. Voor deze Nederlandstalige versie werd hij in 1993 wegens het 'verloochen van zijn afkomst' in zijn voormalige geboorteplaats veroordeeld tijdens het ludieke Kaetelgerich. Het origineel werd echter geschreven en, als eerste, opgenomen door Thuur Luxembourg en Frans Boermans. Met Gé Reinders zong Stapel het duet Ja Ja Limburgia.
Stapel trouwde op zijn vijftigste verjaardag en is inmiddels gescheiden.[bron?]