Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een gier- of (drijf- of meng)mesttank, ook wel beerton genoemd, is een getrokken of zelfrijdende landbouwmachine die wordt gebruikt voor het vervoeren en op het land brengen van vloeibare mest (gier of drijfmest) of digestaat.[1] Een mesttank zonder een verspreidingswerktuig kan de drijfmest enkel transporteren en niet verspreiden over de akker. Om die reden zijn de meeste mesttanken uitgerust met een verspreidingswerktuig dat toelaat om, aan de hand van vloeibare mest of digestaat, bouw- of grasland te bemesten. Een getrokken mesttank kan uitgerust zijn met een dissel, of met een kingpin. In dit laatste geval spreekt men van een tankoplegger, ook wel mestoplegger genoemd. Deze oplegger, die dienst doet als mesttank, kan worden voortgetrokken door een vrachtwagen met een koppelschotel, of een tractor met een dolly aanhanger. Vaak wordt een mestoplegger gebruikt voor het transport van de drijfmest terwijl een zelfrijdende of getrokken mesttank het land bemest.
Een mesttank bevat logischerwijze een tank waarin de drijfmest vervoerd wordt. Ook heeft een mesttank zo goed als altijd een pomp om de vloeibare mest of digestaat in en uit de tank te halen. Indien de mesttank gebruikt wordt om landbouwgrond te bemesten, is de machine vaak uitgerust met brede banden (al dan niet met een drukwisselsysteem om de bandenspanning te kunnen variëren) zodat het gewicht beter over het grondoppervlak wordt verdeeld. Andere manieren om spoorvorming op de akker te minimaliseren zijn onder meer het gebruik van uitschuifbare wielen, zie figuur I, of het rijden in hondengang. Geregeld brengen grote mesttanken (al dan niet in de vorm van mestopleggers) de vloeibare mest of digestaat naar de plaats waar de landbouwgrond bemest wordt. Aan de rand van het veld wordt de transportmesttank geleegd in een andere mesttank die de vloeibare mest of digestaat over het land verspreidt. Om de continuïteit van de drijfmesttank die het land bemest te vergroten, kan gebruik gemaakt worden van een mestcontainer aan de rand van het veld. Deze container met een groot volume dient als buffer tussen de mesttank die instaat voor het transport, en de mesttank die instaat voor het bemesten van het land.[2]
De tankinhoud van een mesttank wordt in grote mate bepaald door het aantal assen. De kleinere enkelassige mesttanken hebben een inhoud van achtduizend liter. mesttanken met twee, drie of zelfs vier assen kunnen eventueel uitgevoerd zijn met een draaikrans bovenop de voorste as. Een mesttank met een draaikrans is eerder geschikt voor het wegtransport terwijl het eigenlijke bemesten veeleer met een mesttank gebeurt waarvan de assen zich achter elkaar bevinden. In het geval dat een mesttank een dubbele as heeft zonder draaikrans, waarbij de twee assen direct achter elkaar geplaatst zijn, is er sprake van een tandemas. Dit wordt ook wel tandem of tandemstel genoemd. Grote drie- of vierassige mesttanken kunnen een inhoud tot wel 40 duizend liter hebben.[3] mesttanken met een twee, drie of vier assen zijn vaak uitgerust met één of meerdere gestuurde assen.[4] Dit betekent dat de wielen op de gestuurde as meedraaien met het trekkende voertuig. Hierdoor kan de draaicirkel van de voertuig-giertank combinatie sterk gereduceerd worden. De werkbreedte van een mesttank is afhankelijk van het verspreidingswerktuig en ligt bij een bouwlandbemester rond de zes meter. De grootste werkbreedtes worden bereikt met een sleepslangenboom vespreidingswerktuig welke de landbouwgrond tot wel 36 meter breed kan bemesten.[5]
Een mesttank bevat altijd aansluitingen waarlangs de vloeibare mest de tank binnenkomt of verlaat. Indien de mesttank de gier of drijfmest zelf wilt kunnen aanzuigen en wegpompen, moet de mesttank uitgerust zijn met een pompsysteem. Er zijn verschillende technieken beschikbaar om de vloeibare mest te verpompen.
In de meeste gevallen slaan veehouders de vloeibare uitwerpselen van hun dieren op in een mestput. De mengmest die de landbouwer wens te gebruiken als bemesting op het land dient nu getransporteerd te worden van de mestput naar de tank. Dit kan manueel gebeuren door de zuigslang van de mestput aan de mesttank te koppelen. Anderzijds kan een beweegbare zuigarm op de mesttank de drijfmest zelf opzuigen. Een zuigarm is ook handig om de mesttank op te vullen vanuit een andere mesttank die instaat voor het transport van en naar het veld. Een pomp (al dan niet geïntegreerd op de mesttank) is altijd nodig om de vloeibare mest in de mengmesttank te krijgen. In het geval dat de mesttank uitgerust is met een pompsysteem wordt het vermogen voor de pomp bij een getrokken mesttank geleverd door de aftakas van de tractor. Twee soorten pompen worden gebruikt om een mesttank op te vullen: volumetrische pompen en vacuümpompen. Bij een volumetrische pomp zoals een monopomp of een lobbenpomp wordt de vloeibare mest naar de mesttank verplaatst de de pomp zelf. Een vacuümpomp zoals een schottenpomp daarentegen, pompt de lucht uit de tank waardoor de mengmest in de mesttank gezogen wordt. Een speciaal geval van de vacuümpomp is de ejector. Een mesttank met een vacuüm ejector, verder uitgelicht in de eerste externe link, gebruikt een klein overgebleven volume vloeibare mest om de mesttank via het venturi-effect op te vullen. Een optionele turbo-vuller kan grote volumes vloeibare mest sneller aanzuigen. mesttanken zijn ook vaak uitgerust met een snijfilter waarvan de werking getoond wordt in de tweede externe link. Dit onderdeel, ook wel snijkast of mestvoorsnijder genoemd, zorgt voor de verkleining van grote partikels in de vloeibare mest die verstopping bij het ledigen van de mesttank kunnen veroorzaken. Anderzijds dient de snijfilter ook als zeef om vreemde objecten zoals stenen die beschadigingen kunnen aanbrengen binnenin de mesttank tegen te houden.
Om de gier of drijfmest weer uit de tank te krijgen wordt de pomp die instond voor het opvullen van de tank opnieuw aangesproken. In het geval van een vacuümpomp wordt een overdruk in de tank gecreëerd die de vloeibare mest naar buiten dringt. Bij volumetrische pompen zorgen kleppen ervoor dat de pomp de mest nu naar buiten pompt in plaats van naar binnen. Ook een centrifugaalpomp kan gebruikt worden voor het ledigen van de mesttank. Via een losarm op de mesttank of mestoplegger kan een container of andere mesttank gemakkelijk worden gevuld zonder dat de bestuurder de tractorcabine hoeft te verlaten.
Een verspreidingswerktuig is essentieel indien de mesttank ook gebruikt wil worden om vloeibare mest over het land te verdelen. Het bemesten van de landbouwgrond kan gebeuren aan de hand van een uitspreidende techniek, of een injecterende techniek. Een verspreidingswerktuig zal de mest in beiden gevallen van de tank naar het land brengen via één van volgende methodes.
Het meest eenvoudige systeem voor het toedienen van mengmest is het breedwerpig uitspreiden. Deze techniek om vloeibare mest toe te dienen kan op bouw- of grasland gebruikt worden en vereist geen mestverdeler, ook wel snijverdeler genoemd. Dit apparaat moet de drijfmest vanuit de tank uniform doseren en verdelen naar de verschillende mestuitlaten zoals bijvoorbeeld naar de verschillende slangen bij een sleepslangenboom.[6] De mest wordt bij het breedwerpig uitspreiden simpelweg door een opening achteraan of bovenaan de tank gepompt. Het verspreiden van drijfmest vanuit deze opening kan op verschillende manieren gebeuren.
De vloeibare mest kan via een pompsysteem met een verspreidingskanon bovenop de mesttank over het land verdeeld worden. Deze techniek wordt vooral toegepast in bergachtige gebieden waar de mest in kleine hoekjes, over heggen of op berghellingen dient te worden verspreid.
Er kan ook gebruik gemaakt worden van een spreidplaat. Bij deze methode wordt de mest door een opening achteraan in de tank tegen een keerplaat, ook wel ketsplaat genoemd, gepompt. Door de hoge snelheid waarmee de mest op de spreidplaat terechtkomt, wordt een dunne laag mest over het land verdeeld. Afhankelijk van de vorm van de spreidplaat wordt de mengmest meer of minder naar de grond gericht, en over een kleinere of grotere verspreidingsbreedte verdeeld.
Een andere veelgebruikte techniek is de zwenkverdeler, afgebeeld in figuur II. Deze verdeler verspreidt de mengmest aan de hand van een holle keerplaat die een continue pendelbeweging van links naar rechts maakt. De techniek zorgt voor een verdeling met grote druppel op lage druk.
Een bouwlandbemester is in principe een cultivator of schijveneg waarbij alle tanden of schuingeplaatste schijven aan de achterkant voorzien zijn van een slang. Via zo een slang, afkomstig van de mestverdeler en lopend tot aan de voet van een tand of schuingeplaatste schijf, wordt de vloeibare mest in de grond geïnjecteerd. De mest komt op die manier in sleuven onder de grond terecht. De techniek is vooral geschikt voor het bemesten van niet-beteelde akkers aangezien de bouwlandbemester de grond door zijn tanden of schuingeplaatste schijven openwerkt. De graszoden in een grasland of de gewassen op een akker zouden namelijk beschadigd geraken door de tanden of schuingeplaatste schijven.
Een zodebemester maakt veelal gebruik van een rij platte schijven om gleuven in de akker of graszode te maken.[7] Deze schijven snijden door de grond zonder de grond om te woelen zoals het geval is bij een schijveneg. Achter deze schijven zitten rubberen uitlopen die de drijfmest in de gleuven aanbrengen (zie de laatste externe link). Een zodebemester wordt daarom gebruikt om mengmest in de grond te injecteren terwijl schade aan de begroeiing op het land tot een minimum wordt beperkt.
Een sleufkouterbemester kan gezien worden als een zodebemester zonder snijdende schijven. Bodemvolgende kouters maken ondiepe gleufjes waarin de mest via rubberen uitlopen aangebracht wordt. Via deze techniek treedt er zo goed als geen beschadiging op aan het bouw- of grasland. Voor de bemesting van grasland worden smalle kouters gebruikt, voor akkerland brede kouters.
Sleepslangbomen hebben flexibele slangen die over de grond lopen en de mengmest dicht bij de plant toedienen. Er wordt dus geen gleuf gemaakt waar de mest in dient te komen. De techniek kan zowel op grasland als op akkerland worden gebruikt. Bij de toediening op grasland bestaat de kans, vooral bij dikke rundveemest, dat de drijfmest niet ideaal kan worden opgenomen door het gras.[8]
In de winter kan een zelfrijdende giertank worden ingezet om een natuurijsbaan te maken. Zodra er een vorstperiode aanbreekt, wordt de tank gevuld met water uit een sloot. Vervolgens rijdt de tank over bijvoorbeeld een atletiek- of skatebaan, waarbij het water met een verspreidingssysteem gelijkmatig op de baan wordt gesproeid. Het water bevriest vervolgens en kan regelmatig opnieuw worden aangebracht, zodat er een stevige ijslaag ontstaat die geschikt is om op te schaatsen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.