Gebruiker:Benedict Wydooghe/Evoluties in het welzijns- en veiligheidsdenken deel8a
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
HOOFDSTUK 8: DE LAATSTE VOLLE EEUW
1919-2020
Een verminkte Fransman na de oorlog. Wanneer eindigt de Eerste Wereldoorlog precies? In de geschiedenisboeken staat een officiële datum: op 11.11.1918, om 11 uur. Toen ondertekenden de Duitsers en de Franse maarschalk Ferdinand Foch in een treinwagon in het bos van Compiègne de wapenstilstand. Op diezelfde plaats sloten de Fransen op 22 juni1940 een vernederende wapenstilstand met Duitsland. Hitler liet de wagon terugplaatsen en was aanwezig. De plaats staat bekend als de clairière de l'armistice. Voor wie terugkwam, was de vrede echter niets meer dan een schriftelijke afspraak. De slachtoffers kwamen niet terug, verminkte gezichten werden niet hersteld, een afgezet been werd niet vervangen door een nieuw en Louis-Ferdinand Céline zou zich zijn lange leven geconfronteerd zien met de pijn van zijn oorlogswonde. Van het interbellum - en hier spreek ik de student aan - wist jullie overgrootmoeder en jullie overgrootvader niets. Ze leefden er, maar hadden er zelf geen naam voor. Wisten ze veel dat er na de Eerste Wereldoorlog nog een tweede zou volgen. Inter staat voor tussen, bellum verwijst naar oorlog. Te beginnen in 1919 en eindigend in 1939. Een periode van hooguit twintig jaar, maar voldoende om een nieuw demografisch potentieel op te bouwen van jonge soldaten, fysiek sterke mannen van twintig jaar die perfect te brainwashen zijn. Het interbellum is voor Vlaanderen een tijd van herstel, heropbouw. Voor Nieuwpoort, Diksmuide en Ieper duiken er verschillend scenario’s op voor de heropbouw. Pacifistische stemmen willen de verwoeste gewesten laten voor wat het is om de gruwel te tonen zodat dit nooit meer zou gebeuren. Wie dit slagveld heeft gezien, zal doordrongen zijn van de gedachte hoe waardevol de vrede is. Nooit meer oorlog dus. Andere stemmen verkiezen de heropbouw en vermits de tabula rasa zijn nieuwe steden, aangepast aan de toekomst een mogelijkheid: een tweede New York, een rationele stad met groenzones, een scheiding tussen wonen en werken en vol mobiliteit. Uiteindelijk zullen deze ideeën het niet halen. De heropbouw tracht de vooroorlogse stad zo goed mogelijk te imiteren. In Duitsland ervaart men het einde van de oorlog anders. Daar haalt de dolkstoottheorie de overhand. Sommigen zijn overtuigd dat de oorlog niet voorbij is of een nieuwe wending kan nemen. Berlijn beleeft tussen 1924 en 1929 (de beurscrash in New York) hoogdagen. Paul Van Ostayen vertoeft er en hij is er de getuige van. In België beloont de koning tijdens de laatste oorlogsdagen het 'proletariaat' - nu een groep oud strijders - voor hun verbetenheid in de loopgraven. Deze Coup van Loppem geeft alle Belgische mannen vanaf 21 jaar stemrecht. De socialisten komen versterkt uit de wereldbrand: hun loyaliteit diende vier jaar lang het land en niet de eigen klasse. Van de leuze van Marx 'proletariërs aller landen' kwam dus niets in huis. De gedachte van een internationale klassenstrijd, een oorlog van arm tegen rijk, verdween met de Eerste Wereldoorlog als sneeuw voor de zon. Maar nu, na de gewelddadige Russische Revolutie van 1917 en het einde van de Groote Oorlog klinken de socialistische slogans niet alleen aantrekkelijk maar ook aanvaardbaar. De leuze van ‘de drie achten’ (acht uur werken, acht uur ontspannen, acht uur slapen) en 'Rood of geen brood' zijn realpolitiek. Ook de politie lijkt in die dagen democratisch te worden. Officier worden blijft moeilijk. In 1933 grijpt Adolf Hitler in Duitsland de macht en eigent zich een eigen militie toe: de SS. Ironisch genoeg had Aldous Huxley hiervoor in 1935 gewaarschuwd met zijn Brave New World (roman).
Een uur is niet een uur, het is een vat gevuld met geuren, geluiden, voornemens en klimaten. Wat wij de werkelijkheid noemen is een bepaald verband tussen zulke sensaties en herinneringen die ons gelijktijdig omringen.