Gascilinder
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een gascilinder is een metalen cilinder waarin een bepaald industriegas of medicinaal gas, zoals zuurstof, propaan of butaan, onder druk is opgeslagen. De bekendste vorm is de naadloze cilinder, waarin geen lassen voorkomen. Een soort staal is het belangrijkste materiaal waaruit gascilinders vervaardigd zijn.
In Europa zijn ongeveer 40 miljoen gascilinders in omloop.[bron?] De meeste kunnen een werkdruk tot 200 bar verdragen. Er zijn ook flessen die werkdrukken tot 300 bar verdragen kunnen. Deze kwamen sinds ongeveer 1990 in zwang. Het volume van een gascilinder bedraagt maximaal 150 liter.