Loading AI tools
waterspuitinstallatie Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een fontein (van Latijn fons, fontis, 'bron') is een natuurlijke of kunstmatige installatie die water spuit. Dit kan permanent zijn of variëren afhankelijk van de druk door de toevoer van de vloeistof. De fontein is de oorsprong van de kraan en van de wastafel. Een kleine wastafel (bijvoorbeeld in een toiletruimte) wordt nog altijd een fonteintje genoemd.
In de natuur komen fonteinen voor op plaatsen waar water met grote kracht door een nauwe opening wordt geperst. Als het water van onder de grond komt, is de fontein tevens een bron en spreekt men van een bronfontein (lat. fontana aqua).
Een geiser is een natuurlijke bronfontein met kokend water, dat in onderaardse processen wordt opgewarmd en door de steeds toenemende druk zich op gezette tijden een uitweg baant als stoom.[1]
Een blaasgat of blowhole is een gat in de rotsen aan de kust zoals op het eiland Española, het zuidelijkste van de Galapagoseilanden, waar de golven het water bij vloed soms tot 20 meter hoog opspuiten. De blowhole nabij het strand van Tangalle op Sri Lanka zou zelfs 25 meter halen.[2] Vlak voor de kust van het eiland Savai'i in Samoa vormen de Alofa’aga blowholes door gestold lava in de branding een reeks van verbonden fonteinen.
Een fontein van vuur en as is een vulkaan.
Fonteinen bieden verfrissing en verfraaiing en van oorsprong ook drinkwater. Vanwege de complexe techniek waren en zijn fonteinen een statussymbool van machthebbers, overheden en projectontwikkelaars.
Fonteinen kunnen worden aangelegd in stadsparken, in een vijver, in een betonnen bak of in een metalen schaal op een verhoging. Ook binnen in wolkenkrabbers, grote hotellobby's en winkelcentra zijn fonteinen te vinden. In Tilburg was ooit een decoratief fonteintje in een woonwijk bedacht, maar het werd weer verwijderd na klachten van omwonenden over een overmatige behoefte om te plassen vanwege het klaterende geluid.
Een fontein die op onverwachte momenten water spuit uit onvermoede hoeken en gaten, heet wel een bedriegertje, en kan op zomerse dagen een bron van vermaak zijn, bijvoorbeeld in de Koopgoot in Rotterdam.
Voor de ontwikkeling van elektrische pompen was men bij de aanleg van een fontein aangewezen op natuurlijk verval, reservoirs op een hoger niveau, of andere krachtbronnen. De Romeinen plaatsten al kunstig gebeeldhouwde fonteinen aan de uiteinden van hun aquaducten.
De barok was bij uitstek de periode waarin het wilde geweld van spetterend fonteinwater werd gewaardeerd. De Italiaanse beeldhouwer Bernini wordt gezien als de eerste die in de zeventiende eeuw stromend water toepaste als een hoofdonderdeel van zijn kunst. Hij schiep onder meer de Fontana del Tritone met een beeld van Triton, de Fontein van de lelijke boot Fontana della Barcaccia en de Fontein der vier stromen Fontana dei Quattro Fiumi in Rome.[3]
Omstreeks dezelfde periode stelden de Franse koningen hun rijkdom graag tentoon door de aanleg van grote stads- en paleistuinen met kunstige watervallen en fonteinen die bij gelegenheid ook feestelijke dranken zoals wijn konden sproeien. In de Lage Landen is de nodige concentratie van macht nooit van de grond gekomen voor de pracht en praal van een trotse fonteincultuur, en het was altijd al nat genoeg.[4]
De Zonnekoning was zeer gesteld op het watergespatter. De tuinen van het Kasteel van Versailles werden ontworpen door André le Nôtre. De fonteinen van Versailles werden gevoed met regenwater dat in tonnen was opgeslagen, en bediend door "fonteinmeesters" in verdekt opgestelde kleine houten hokjes die elkaar met fluitsignalen attendeerden op de komst van de koning, en met een stelsel van loden leidingen en kraantjes de druk op peil hielden.
Toen zich uiteindelijk een hofcultuur ontwikkelde op Paleis Het Loo, sinds 1686 de zomerresidentie van de Nederlandse stadhouders en later van de koningen, werden voor de aanleg van de Koningsfontein hooggelegen gronden op de Veluwe aangekocht, vanwaar vers bronwater in leidingen naar de tuin kon stromen. De Koningsfontein kon permanent sproeien, en met maximaal 13½ meter ook hoger dan de hoogste fontein in Versailles. De meeste aandacht voor de grandeur van een vorstelijk paleis had koning-stadhouder Willem III (1650-1702). Zijn hovenier Jan van der Groen schreef in zijn boek Den Nederlandtsen hovenier in 1670 (heruitgegeven in 1699) over de techniek en vormgeving van fonteinen in de lusthoven in het derde hoofdstuk Van de Fonteynen:[5]
De Romeinse god van zee Neptunus (dan wel Poseidon, de Griekse) wordt in de klassieke traditie vaak afgebeeld met als vaste attribuut een grote drietand, omringd door zeemeerminnen, te midden van vissen, schaaldieren en schelpen. Het water sproeit veelal uit de monden van de figuren, of het stroomt uit kruiken en bekers.
De komst van de waterleiding in 1853 en de stoommachine die ongekende hoeveelheden water kon pompen, maakten een eind aan de meeste technische beperkingen. Moderne inspiratiebronnen zijn raffinement, vernuft en spektakel.
Het woord "fontein" verscheen aan het eind van de 13e eeuw als "fonteine" in de Nederlandse taal, overgenomen van het Oudfranse fontaine, dat was overgenomen van fontana of oorspronkelijk fontâna aqua, Vulgair "bronwater", van het Latijn fons, "bron" en aqua, "water".[6]
Sommige voorbeelden zijn wereldberoemd:
Andere bijzondere kunstwerken genieten soms landelijke bekendheid:
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.