Ereteken van Verdienste voor de Republiek Oostenrijk
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Ereteken van Verdienste voor de Republiek Oostenrijk, in het Duits "Ehrenzeichen für Verdienste um die Republik Österreich" werd op 2 april 1952 door de Oostenrijkse regering bij wet ingesteld. Oostenrijk vermeed het gebruik van het woord "Ridderorde" en de gebruikelijke aanduidingen van rangen als "Commandeur" en "Ridder"[1], maar het ereteken heeft desondanks veel van de kenmerken van een ridderorde en wordt in de literatuur[2] tot de orden van verdienste gerekend.
De Oostenrijkse bondspresident verleent de onderscheiding op voordracht van de regering[3], hij is geen Grootmeester maar is wel gerechtigd om het ereteken van de hoogste graad te dragen[4]. Men verleent de orde voor verdiensten op allerlei gebied, voor cultuur en de strijdkrachten zijn er nog het Oostenrijks Erekruis voor Wetenschap en Kunst, (Duits: "Das Österreichische Ehrenkreuz für Wissenschaft und Kunst") en het Ereteken voor Militaire Verdienste (Duits: "Militär-Verdienstzeichen") gesticht. Sinds 1976 is er ook een Ereteken voor Verdienste voor de Bevrijding van Oostenrijk (Duits: "Ehrenzeichen für Verdienste um die Befreiung Österreichs"). Ook de bondsstaten bezitten eigen eretekens.