Loading AI tools
volk Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chin is een verzamelnaam voor de etnische groepen die wonen in het heuvelgebied langs de grens van Myanmar (Birma) met India en Bangladesh. In Myanmar zijn het voornamelijk de bewoners van de dunbevolkte Chin-staat. De Chin spreken verschillende maar vergelijkbare Tibetobirmaanse talen en dialecten. Er zijn 1,5 miljoen Chin.
De naam Chin, in een iets andere uitspraak en spelling Khyang, werd door de Birmezen en etnografen gebruikt voor een aantal bevolkingsgroepen waarvan de taal veel op elkaar leek. In India (Manipur) en Bangladesh wordt de term Kuki wel gebruikt, in Mizoram in India de term Mizo. Op basis van taalkundige criteria wordt onderscheid gemaakt tussen de Chins in het noordelijke, midden- en zuidelijke deel van de Chin-staat, en een Oud-Kukigroep in het westen ervan.[1] Er worden ook wel zes groepen stammen van de Chin onderscheiden. Dit zijn dan de Asho, Sho, Khuami, Laimi, Mizo en Zomi.[2]
De bevolking noemt zichzelf geen Chin, ze gebruikt voor de afzonderlijke groepen namen die zijn afgeleid van de klank Zo, Jo of Sho[3], bijvoorbeeld Zomi en Asho, en kent geen naam voor de gehele groepering van Chins.[4]
De sprekers van de Tibetobirmaanse talen zijn in opeenvolgende volksverhuizingen vanuit het huidige China naar het zuiden gekomen. Volgens de antropoloog Lehman, die in de jaren zestig uitgebreid literatuur- en empirisch onderzoek heeft gedaan, en koloniaal Birmaspecialist Gordon Luce, hebben de Chin zich vanaf ongeveer 2000 jaar geleden in verschillende fasen in het gebied gevestigd. De voorouders van de Chin vestigden zich in het eerste millennium[3][5] in het Westen van de Birmese laagvlakte. Een groep arriveerde uiterlijk in de achtste eeuw in de vallei van de rivier de Chindwin.[6] In het jaar 862 maakte de Chinese diplomaat Fan-Chuo melding van een koninkrijk in de Chindwinvallei, waarvan de prinsen Shou zouden heten.[7] Dit wordt wel gezien als een vroeg historisch bewijs voor de aanwezigheid van het volk in de regio. Het woongebied van deze groep Chin strekte toen tot aan de rivier de Irriwaddy in het oosten. Rond de tiende eeuw is er een duidelijk cultureel onderscheid tussen de Chin en bijvoorbeeld de Birmezen[3]. Overtuigende aanwijzingen voor hun aanwezigheid, zijn inscripties in het Birmese Pagan uit de elfde eeuw, die verwijzen naar Chin in de vallei van de Chindwin[6]. De Mongoolse invasies kwamen tot aan de rand van hun woongebied. Het Birmese rijk en Pagan werden in 1287 veroverd. In de veertiende eeuw hadden de Chin de benedenloop van de Chindwin verlaten, en zich gevestigd aan de bovenloop, de vallei van de Kale, en in de heuvels in het westen hiervan. Er is dan sprake van een hoofdstad Khampat. Het woongebied van de Chin in de Kalevallei wordt aan het eind van de veertiende eeuw bezet door de Shan. De Shan weten dit gebied bezet te houden tot de verovering door de Engelsen aan het eind van de negentiende eeuw. Er wordt wel geopperd dat gevluchte Chins het gebied rond Tiddim hebben bevolkt.[8][9] Andere gebieden ontlopen de annexatie door de Shan. Ze worden uiteindelijk in 1887 bezet met de Britse kolonisatie van Birma, en zijn rond 1894 definitief onderworpen. In Myanmar wordt de Chin Special Division uiteindelijk Chin-staat. In India heeft de deelstaat Mizoram een bijna volledig Chinbevolking (Mizo, Lusai, Mara).
In India had een deel van de Mizo (Chin) een beperkte autonomie sinds de onafhankelijkheid van het land. Tijdens de Mautam hongersnood in 1959, had het Mizo National Famine Front een grote rol gespeeld in de hulpverlening. Met de grotere invloed die het hierdoor onder de bevolking had, vormde het zich in de jaren zestig om tot het Mizo National Front, dat volledige onafhankelijkheid nastreefde van een Mizoland, of mizoram. Hoewel de organisatie in 1967 verboden werd, leidde het onafhankelijkheidsstreven uiteindelijk in 1987 tot erkenning van Mizoram als een van de staten van India.[10]
Bij het einde van de Britse bezetting in 1947, viel het oosten van het woongebied van de Chin onder de Birmese Unie. Hierin zou de bevolking, volgens het Akkoord van Panglong,[11] met de Kachin en de Shan, inspraak hebben. Dit laatste is echter een dode letter gebleven. Er zijn in Chin-staat kleinschalige gewapende conflicten geweest met het regeringsleger. Een groep als het Chin National Front, die een gewapende tak heeft, werkt voornamelijk vanuit India, en beheerst geen gebied.
In Bangladesh woont een klein aantal Chin in de Chittagong Hill Tracts (Bawm, Lusai, Khyang, Khumi, Mru, Pankhua groepen[12]). Hun belangen komen overeen met die van andere, grotere, bevolkingsgroepen die dit gebied van oudsher bewonen, zoals de Chakma, de Arakanezen en de Garo. Een gewapende strijd van 20 jaar leidde in 1997 tot een akkoord waarin deze verschillende groepen vertegenwoordigd zijn in een Chittagong Hill Tracts Regional Council, die belast werd met het bestuur van de drie districten van het gebied.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.