Angelsaksisch glas
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Angelsaksisch glas wordt in heel Engeland gevonden bij archeologische opgravingen van nederzettingen en begraafplaatsen. In de Angelsaksische periode werd glas gebruikt bij de vervaardiging van verschillende objecten, waaronder vaten, kralen, ramen en sieraden.[1] In de 5e eeuw na Christus veranderde met het Romeinse vertrek uit Groot-Brittannië het gebruik van glas aanzienlijk.[2] Bij opgravingen van Romeins-Britse vindplaatsen is een overvloed aan glas gevonden, maar de hoeveelheid glas die is teruggevonden uit de 5e eeuw en Angelsaksische vindplaatsen is minuscuul.
De meeste complete glazen objecten en verzamelingen van kralen zijn afkomstig van opgravingen van vroeg Angelsaksische begraafplaatsen. In de 7e veranderde begrafenisrituelen onder gekerstende Angelsaksen, waardoor er minder grafgiften werden meegegeven en waardoor glazen grafgiften wordt zelden worden teruggevonden voor deze periode. Vanaf de late 7e eeuw komt vensterglas vaker voor. Dit houdt rechtstreeks verband met de introductie van het christendom en de bouw van kerken en kloosters.[2][3] Er zijn een paar Angelsaksische kerkelijke[4] literaire bronnen die de productie en het gebruik van glas vermelden. Deze bronnen hebben betrekking op vensterglas wat in kerkelijke gebouwen wordt gebruikt.[5] Glas werd door de Angelsaksen ook gebruikt in hun sieraden, zowel in de vorm van emaille als in gebruik van zettingen.[6][7]