Ambohimanga
nederzetting in Madagaskar Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
nederzetting in Madagaskar Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ambohimanga is een voormalige hoofdstad van de Merinakoningen in Madagaskar en een van de twaalf heilige heuvels die rondom Antananarivo, de huidige hoofdstad van Madagaskar, liggen. Op de heuvel ligt een ommuurde koninklijke stad (rova) met een paleis, een koninklijke begraafplaats en een geheel van heilige plaatsen. Sinds 2001 staat de heuvel op de Werelderfgoedlijst van de Unesco ingeschreven als cultureel patrimonium als de "Koninklijke heuvel van Abohimanga".
Koninklijke heuvel van Ambohimanga | ||
---|---|---|
Werelderfgoed cultuur | ||
Land | Madagaskar | |
Coördinaten | 18° 46′ ZB, 47° 34′ OL | |
UNESCO-regio | Afrika | |
Criteria | iii, iv, vi | |
Inschrijvingsverloop | ||
UNESCO-volgnr. | 950 | |
Inschrijving | 2001 (25e sessie) | |
Kaart | ||
UNESCO-werelderfgoedlijst |
Abohimanga ligt in de gemeente Ambohimanga Rova, in de regio Analamanga[1] in het centrum van het land, op zo'n 15 km van de hoofdstad Antananarivo, in het district Antananarivo-Avaradrano.
Politiek gezien is Madagaskar gegroeid als een gefragmenteerd landschap gebaseerd op lokale heersers. Dit betekende dat heuvels, die een strategische waarde hebben, belangrijk waren vanuit een defensief oogpunt. Op deze heuvels werden vaak rova's gebouwd. Dit zijn versterkte koninklijke steden. Op de top werd een deel van het bos behouden om praktische en spirituele redenen, maar de rest van de heuvel en de lagergelegen omringende gebieden werden ontbost om de stad economisch te kunnen ondersteunen door middel van landbouw. Vaak werd op de lagere hellingen ook aan terrascultuur gedaan. Dit soort culturele landschappen verschenen in Madagaskar vanaf de 15e-16e eeuw.
Ambohimanga is een voorbeeld van een dergelijke rova en dateert op zijn minst van de 15e eeuw. Archeologen hebben de oorsprong van de site kunnen terugvoeren naar de regeerperiode van koning Andriamborona aan het begin van de 15e eeuw.[2] Tegen de 18e eeuw – en in het bijzonder dankzij de regeerperiode van koning Andriantsimitoviaminandriana (1740-45) – was Ambohimanga uitgegroeid tot een hoofdstad met verdedigingswerken en zeven stadspoorten. Hieraan werden in 1787 nog meer verdedigingswerken en nog eens zeven poorten toegevoegd.
In 1794, onder koning Andrianampoinimerina, werd het koninklijk paleis werd overgebracht naar Antananarivo, dat de politieke hoofdstad werd. Ambohimanga bleef de religieuze hoofdstad en de koninklijke begraafplaats. De bestaande buitenmuur van Ambohimanga is gebouwd door koningin Ranavalona I (1828-61), met nieuwe stadspoorten in het noorden en zuidwesten.
In maart 1897 bracht de Franse koloniale overheid de lichamen van de overleden koningen over naar Antananarivo. Zij wilde de heiligheid van de plaats en het nationaal belang ervan tenietdoen, maar slaagde hierin niet. De koninklijke graven werden vernietigd en militaire gebouwen werden opgericht binnen de vroegere koninklijke stad.[3] Deze gebouwen waren echter tegen 1904 weer allemaal verwijderd. De stad bleef een belangrijke plaats van religieuze betekenis, meer bepaald als pelgrimsoord. In 2008 zijn de graven herbouwd in de oude stijl en zijn de koninklijke overblijfselen teruggezet.
De koninklijke heuvel van Ambohimanga, waarvan de top op 1468 m ligt, staat symbool voor de culturele identiteit van het Malagassische volk en is daarom een pelgrimsoord geworden. Bovendien heeft de site ook een architectonische waarde door de koninklijke gebouwen op de heuvel en een ecologische waarde omdat het woud dat bewaard is gebleven op de heuvel de inheemse plantensoorten van de oorspronkelijke begroeiing toont.
De rova, de versterkte koninklijke stad, is ontstaan in de 15e eeuw en heeft zich verder ontwikkeld in de 17e en 18e eeuw. De versterkingen rond de stad bestaan uit een geheel van wallen, greppels en veertien stenen toegangspoorten ("vavahady"), die onder streng toezicht stonden. De zeven buitenste poorten werden gebouwd in 1787 onder Andrianampoinimerina; de binnenste zijn ouder en dateren van de vroege 18e eeuw. De deuren waren dik en wogen tot 12 ton. Zij waren echte statussymbolen. De poorten hadden ook elk hun eigen functie: de westpoort van de heuvel bijvoorbeeld was de koninklijke poort en verboden voor rouwstoeten. Vanaf de poorten leiden er wandelpaadjes naar de rova.
De rova zelf bestaat uit verschillende gebouwen en plaatsen die bestemd zijn voor openbare functies:
De rova omvat ook enkele belangrijke natuurlijke elementen:
De landbouwterrassen, die aangelegd zijn op de noordelijke en zuidelijke flank van de heuvel tijdens de 17e en 18e eeuw, maken ook deel uit van de site. Zij tonen hoe de koninklijke macht zich ook uitbreidt in de economie. De hoger gelegen terrassen zijn droog, de laaggelegen terrassen zijn rijstvelden.
Verder bestaan er nog verschillende andere heilige plaatsen, zowel natuurlijke als kunstmatige, binnen en buiten het koninklijk gebied.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.