De jaren 1480-1489 (van de christelijke jaartelling) zijn een decennium in de 15e eeuw.
Amerika
- 1486 : Ahuitzotl wordt heerser van het Aztekenrijk. Tijdens zijn regering zal het rijk in oppervlakte verdubbelen.
Godsdienst
- 1484 – Paus Innocentius VIII vaardigt zijn Heksenbul uit: Summis desiderantes affectibus (Er zijn mensen die bezeten zijn). Heinrich Kramer (ook: Henricus Institoris), een dominicaanse inquisiteur voert heksenprocessen in verscheidene Duitse steden. Hij wordt tegengewerkt door plaatselijke bisschoppen, die in de meeste gevallen de verdachten weer loslaten. Dit maakt hem nog vastberadener (vandaar de bijnaam institoris) heksen en ketters te vervolgen. Hij schrijft het boek Malleus maleficarum of Heksenhamer.
- In 1488 vindt na een oproep van de paus een kruistocht plaats tegen de waldenzen, die zich echter in de Alpen schuilhouden.
- de Spaanse Inquisitie stuurt tussen 1478 en 1490 ongeveer 2.000 mensen naar de brandstapel en "verzoent" 15.000 mensen met de kerk. Het gaat voornamelijk om joodse bekeerlingen die ervan worden verdacht heimelijk de joodse feesten te vieren.
- De Aduarder Kring komt regelmatig bijeen in het klooster van abt Henricus van Rees. Naast hem bestaat ze uit aanhangers van de Moderne Devotie als Rudolf Agricola, Wessel Gansfort, de onderwijshervormer Alexander Hegius uit Deventer, Johannes Oostendorp (schoolbestuurder van Hegius’ school), Rodolphus Langius uit Münster en veel minder bekende jongere kloosterlingen. De groep krijgt van Gansfort de dringende raad om de Bijbel te lezen.
- In 1481 benoemt koningin Isabella I van Castilië haar biechtvader, de Dominicaan Tomás de Torquemada, tot grootinquisiteur. Daarna worden in Castilië ongeveer zevenhonderd mensen van Joodse afkomst levend verbrand die christelijk gedoopt zijn (conversos), maar ervan beschuldigd worden heimelijk nog het jodendom aan te hangen. Zo wordt de stemming gemaakt die in 1488 leidt tot een grote pogrom.