felgekleurd

Dutch

Etymology

Univerbation of fel (“brightly, intensely”) +‎ gekleurd (“coloured”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌfɛl.ɣəˈkløːrt/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: fel‧ge‧kleurd

Adjective

felgekleurd (comparative feller gekleurd, superlative felst gekleurd)

1. brightly coloured, flashy

   Antonyms: bleek, flets

   De dragqueen was gehuld in felgekleurde gewaden.

   The drag queen was clothed in brighly coloured raiments.

Declension

Declension of felgekleurd
uninflected	felgekleurd
inflected	felgekleurde
comparative	feller gekleurd
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		felgekleurd	feller gekleurd	het felst gekleurd het felst gekleurde
indefinite	m./f. sing.	felgekleurde	feller gekleurde	felst gekleurde
	n. sing.	felgekleurd	feller gekleurd	felst gekleurde
	plural	felgekleurde	feller gekleurde	felst gekleurde
definite		felgekleurde	feller gekleurde	felst gekleurde
partitive		felgekleurds	feller gekleurds	—