Hy het op 'n baie jong ouderdom begin skryf. Hy is geïnspireer deur sy oom, die groot skrywer Guido Gezelle. Tot 1905 werk hy as bakker by Avelghem, 'n dorpie naby Kortrijk. Sy werk is aanvanklik in 'n onbeduidende tydskrif (De jonge Vlaming) gepubliseer. Gou word hy ontdek deur die redakteurs van 'n nuwe tydskrif, Van Nu en Straks. Na hul eerste ontmoeting word Emmanuel de Bom sy mentor en raai hom aan om sy werk in boekvorm te publiseer.
In 1905 is hy met Alida Staelens getroud. Hulle het 4 kinders gehad: Paula (1906), Paul (1909), Dina (1916) en Isa (1922). In 1980 word hul huis 'n museum wat aan Streuvels toegewy is.
Streuvels se werk handel grootliks oor die plattelandse lewe van arm boere in Vlaandere. De teleurgang van de waterhoek is vir 'n rolprent getiteld Mira verwerk. Ook De vlaschaard (twee keer) en De blijde dag is verfilm.
In 1937 en 1938 het Streuvels die meerderheid van die stemme van die Nobelkomitee verkry, maar die prys is telkens aan iemand anders toegeken: in 1937 moes hy plek maak vir Roger Martin du Gard en in 1938 vir Pearl Buck.[1] Hy het 'n doktor honoris causa geword aan die Katolieke Universiteit van Leuven, die Universiteit van Münster en die Universiteit van Pretoria.
Lenteleven (1899) - bevat De witte zandweg, In den voorwinter, Kerstavond, Slenteren, Op den dool, Van ongroei, Lente, In de vlage, Een pijpe of geen pijpe, 's Zondags, Een ongeluk, Wit leven en Het einde
Zomerland (1900) - bevat Groeikracht, Zomerland, Meimorgen en Het woud
Zonnetij (1900) - bevat De oogst, In 't water, Zomerzondag en Avondrust
Doodendans (1901) - bevat Doodendans, Jongenstijd (in latere uitgawes: Kindertijd), In de wijde wereld, Een speeldag, In de weide, Noorsche liederen, Honden en Doodendans 2
De oogst (1901) - uit Zonnetij
Langs de wegen (1902) - Streuvels het self die meeste van die werk gehou
Dagen (1902) - containing De kalfkoe, Naar buiten, Sint-Jan, Sint-Josef, Vrede en Verovering
Vertellingen van Tolstoï (1902) - 13 verhale deur Tolstoi, vertaal uit Duits
Minnehandel (1903) - bevat Joel, Maagdekensminne, Het zomerlief, De wondertijd, Het levensbedrijf en In de wonnegaarde
Geluk in 't huishouden (1903) - Boek deur Tolstoi, vertaal uit die Duits
Soldatenbloed (1904) - toneelstuk
Dorpsgeheimen I (1904) - bevat De lawine, Bertken en de moordenaars alle twaalf (in latere uitgawes: Een beroerde maandag) en Jantje Verdure
Dorpsgeheimen II (1904) - bevat Kinderzieltje, Martje Maertens en de misdadige grafmaker en Op het kasteel
Openlucht (1905) - bevat Zonder dak, Grootmoederken, Een nieuw hoedje, Het duivelstuig en Jeugd
Stille avonden (1905) - bevat Een lustige begraving, Horieneke, Zomerdagen op het vlakke land, Zonneblommen en Ingoyghem
Grootmoederken (1905) - uit Openlucht
Het uitzicht der dingen (1906) - bevat De kwade dagen, De veeprijskamp en De ommegang
Vertelsel van Gokkel en Hinkel (1910) - 'n Verhaal deur Clemens Brentano wat uit die Duits vertaal is
De Mourlons (1910) - 'n Boek deur F. Bouché wat uit Frans vertaal is
Het kerstekind (1911)
Björnstjerne Björnson, Het Bruidslied (1911) - Vertaal uit Noorweegs
Over vrouwe Courtmans (1911) - Teks van 'n lesing
Het glorierijke licht (1912)
Morgenstond (1912)
De werkman (1913) - Later ingesluit in Werkmenschen
De landsche woning in Vlaanderen (1913)
Een beroerde maandag (1913) - bevat Een beroerde maandag en De lawine (from Dorpsgeheimen I)
Dorpslucht in 2 delen (1914)
Mijn rijwiel (1915) - bevat Mijn rijwiel , Hoe men schrijver wordt
In oorlogstijd (1915–1916) - bevat Augustus 1914, September 1914, October 1914, November 1914, December 1914-I en December 1914-Slot
De aanslag (1917) uit Najaar II
Charles de Coster's Vlaamsche vertelsels (1918) - vertaal uit Frans - bevat De mannen van Smeerop, Blanca, Clara en Candida, Heere Halewijn en Smedje Smee
Sint-Jan (1919) - uit Dagen
De boomen (1919) - uit Najaar II
Björnson, Een vrolijke knaap (1919) - uit Kleine verhalen
Genoveva van Brabant Deel I (1919)
Genoveva van Brabant Deel II (1920)
Reinaert de Vos (1921)
De blijde dag (1921) sien Najaar I
De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant (1921) - verkorte weergawe van die werk uit 1919
Prutske (1922)
Grootmoedertje (1922) - Toneel weergawe van Grootmoederken uit Openlucht
Vertelsels van 't jaar nul (1922) - bevat 29 kortverhale
Land en leven in Vlaanderen (1923) - bevat Het uitzicht, De landsche dorpen, De landsche woningen en De landsche bevolking
Herinneringen uit het verleden (1924) - bevat Onze streek, Damme, Veurn-Ambacht, Volkslectuur (= geredigeerde en verbeterde weergawe van Over vrouwe Courtmans), Schoonheid, De schoonste deugd, Kinderlectuur, Mijn schooltijd, Het lied van den weemoed, Mijn loopbaan op de planken, Voor den oorlog, Mijn fiets in oorlogstijd, Na den oorlog en Na vijf en twintig jaren
Tristan en Isolde (1924) - Gebaseer op die ou volksboek
Op de Vlaamsche binnenwateren (1925) - bevat 't Haantje, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag en Zondag
Waarom ik Vlaanderen liefheb (1926) - oorspronklik deur G. Blachon - vertaal uit Frans
Werkmenschen (1926) - bevat De werkman (separately published in 1913), Kerstmis in niemandsland en Het leven en de dood in den ast
De teleurgang van den Waterhoek (1927)
De drie Koningen aan de kust (1927)
De tijd der kollebloemen (1927) - oorspronklik deur D.-J. D'Orbaix - vertaal uit Frans
Levenswijsheid uit China (1928) - vertaal uit die Duits
Vader en dochter (1928) - Korrespondensie van Tolstoi met sy dogter Marie - vertaal uit die Duits
Reinaert de Vos fragment (1928)
Kerstwake (1928)
Kerstvertelsel (1929) - In 1938 gepubliseer as De vreemde verteller
Over Genoveva van Brabant (1929) - Teks van 'n lesing
Alma met de vlassen haren (1931)
De oude wiking (1931)
Dr. Lauwers schriften (1931) - Teks van 'n lesing
Drie Russische novellen (1932)
De rampzalige kaproen (1933) - Herskrywing van 'n middeleeuse landelike roman deur Wernher de Tuinder
IJslandsche Godensagen (1933) - bevat 18 verhale
Sagen uit het hooge noorden (1934) - bevat 38 verhale uit Denemarke, Swede en Ysland
Zeelieden en zeevisscherij (1934) - geredigeer uit die Franstalige boek deur René de Pauw: Gens de mer et pêche maritime
Vijf kerstvertellingen (1934) - vertaal uit die Franstalige werk deur Camille Melloy
Prutske's vertelselboek (1935) - bevat 9 verhale
Levensbloesem (1937)
Paradijssprookjes (1938) - Oorspronklik deur Max Mell.
De terechtstelling van een onschuldige (1940)
De maanden (1941) - Titel in Nederland: Een gang door het jaar
De grauwe ruiter (1942) - oorspronklik deur Herbert von Hoerner- vertaal uit die Duits
Smedje Smee (1942) - Uit Vlaamsche vertelsels deur Ch. de Coster
Heule (1942)
Jantje Verdure (1943) - uit Dorpsgeheimen I
Het leven en de dood in den ast (1944) - uit Werkmenschen
Jeugd (1946) - uit Openlucht
Avelghem (1946)
Beroering over het dorp (1948) - Herskryfde korter weergawe van Dorpslucht
Ingoyghem (1951) - Periode 1904-1914
Ingoyghem II (1957) - Periode 1914-1940
Ingooigem (1980) - containing Ingoyghem en Ingoyghem II
Kroniek van de familie Gezelle (1960)
Hugo Verriest (1964) - Monography
In levenden lijve (1966) - Reworkings of some texts from Heule, Avelghem, Ingoyghem en Ingoyghem II, Kroniek van de familie Gezelle en Herinneringen uit het verleden
In den voorwinter (1970) - uit Lenteleven
Het zinnespel van droom en dood (1971) - toneel weergawe van Het leven en de dood in den ast
Hoe ik Brugge gezien en beleefd heb (1971)
Onze streek (1972) - deel van Herinneringen uit het verleden
Nederlandse letterkunde-prys in 1906 vir sy werk oor die tydperk 1900-1904
Nederlandse letterkunde-prys in 1911 vir sy werk oor die tydperk 1905-1909
Staats-prys vir Letterkunde 1935
Scriptores Catholici-prys in 1950
Prijs der Nederlandse Letteren 1962 vir sy gehele oeuvre