Zuidelijke Nederlanden
(verzamel)naam voor de verschillende landsheerlijkheden uit de Habsburgse Nederlanden / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Zuidelijke Nederlanden, ook wel de Katholieke Nederlanden genoemd, is de (verzamel)naam voor de verschillende landsheerlijkheden uit de Habsburgse Nederlanden die onder het gezag van het Huis Habsburg bleven, nadat de zeven noordelijke provinciën zich in 1581 na een opstand hadden afgescheiden.[1] Omdat de Habsburgse landsheer vanaf 1556 tevens koning van het Spaanse Rijk was, werden de Zeventien Provinciën als geheel toen de Koninklijke of Spaanse Nederlanden genoemd. Na de afscheiding was die benaming nog enkel op de Zuidelijke Nederlanden van toepassing. Geografisch gezien kunnen, naast de gebieden onder bewind van de Habsburgers, ook het prinsbisdom Luik en andere kleinere territoria tot de Zuidelijke Nederlanden gerekend worden. De Spaanse Successieoorlog werd in 1713 beeïndigd met afspraken vastgehouden in het Verdrag van Utrecht. De Zuidelijke Nederlanden waren daarbij toegewezen aan de Oostenrijkse tak van het Huis Habsburg en werden om die reden ook wel de Oostenrijkse Nederlanden of Belgium Austriacum genoemd.
Aan deze staatkundige eenheid van de Zuidelijke Nederlanden kwam een eind toen het in 1795 door het revolutionaire Frankrijk geannexeerd werd en er voor korte duur een Franse heerser was. Bij het einde van de Franse revolutionaire en napoleonitische oorlogen werd op het Congres van Wenen het opvolgende bewind van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) ingesteld, waar de noordelijke en zuidelijke grondgebieden weer werden samengevoegd en werd het betreffende gebied wel weer aangeduid als de Zuidelijke Nederlanden.