Boekverbranding in nazi-Duitsland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De nazi-boekverbrandingen was een campagne van de Deutsche Studentenschaft (Duitse Studentenvakbond). In de jaren '30 van de twintigste eeuw werden in nazi-Duitsland en Oostenrijk boeken ceremonieel verbrand. Het betrof boeken die door de nazi's werden gezien als boeken die de nazi-ideologie konden ondermijnen of waren geschreven door personen die behoorden tot ideologieën die antinazistisch waren. Boeken van onder andere Joodse, halfjoodse, communistische, socialistische, anarchistische, liberale, pacifistische en seksuologische auteurs.[1]
Aanvankelijk werden voornamelijk boeken van Karl Marx en de Duitse politicus Karl Kautsky verbrand. Later werden ook boeken van de Joodse Albert Einstein, de doofblinde Helen Keller en andere auteurs die werden gezien als onverenigbaar met de nazi-ideologie het doelwit van boekverbrandingen. Ook kwamen grootschalige boekverbrandingen voor in landen die bezet waren door nazi-Duitsland, zoals in Polen.[2] Het verbranden van boeken wordt gezien als een vorm van culturele genocide.[3]