Betsaïda
archeologische vindplaats in Israël / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Betsaïda (ook wel Bethsaïda) betekent in het Hebreeuws vissersdorp, oude naam van een dorp aan de noordzijde van het Meer van Tiberias, waaruit volgens Johannes 1:45 de eerste drie leerlingen van Jezus, nl. Simon Petrus, Andreas en Filippus afkomstig waren.
Hier trok Jezus zich terug na de onthoofding van Johannes de Doper, maar de mensen kwamen het te weten en volgden hem. De toeloop was enorm, meer dan vijfduizend.(Lc 9:10-17). Hier vond het wonder van de vijf broden en twee vissen plaats.
In latere geschriften van Chrysostomos en Hiëronymus van Stridon, die dateren van omstreeks het jaar 400, wordt ook van de apostelen Jacobus en Johannes gezegd dat ze uit Bethsaïda kwamen. Volgens Mattheüs noemt Jezus Bethsaïda, samen met het 8 km verderop gelegen Chorazin, de twee Galileïsche plaatsen die onwillig zijn ten aanzien van bekering, terwijl hij er de meeste wonderen heeft gedaan. In de omgeving van Bethsaïda wordt ook de genezing van een blinde gelokaliseerd.[1]
De ruïnes van het dorp Betsaïda werden in 1987 door Bargil Pixner ontdekt bij opgravingen op de heuvel Et-Tell.