Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zündapp is een historisch Duits merk van auto's, bromfietsen, grasmaaiers, naaimachines, rijdende mijnen (de Goliath) en motorfietsen.
De naam Zündapp is een samentrekking van de bedrijfsnaam Zünder-Apparatebau-Gesellschaft mbH Nürnberg.
De bedrijfsnaam was vanaf 1919 Zündapp Gesellschaft für den Bau von Spezialmaschinen mbH, vanaf 1939 Zündapp-Werke GmbH, Neurenberg en München.
Het bedrijf Zünder-Apparatebau-Gesellschaft mbH werd op 17 september 1917 opgericht door Fritz Neumeyer samen met de gebroeders Thiel (klokken- en gereedschapmakers) en Friedrich Krupp A.G. (een staalfabrikant). Neumeyer zelf produceerde tot op dat moment radiatoren, maar de nieuwe firma zou exploders (dynamo's voor het elektrisch ontsteken van explosieven) gaan produceren. In november 1918 waren er al 1800 werknemers in dienst. Krijgsgevangenen werden als dwangarbeider ingezet. Door de ontwapeningsparagraaf van het Verdrag van Versailles moest het bedrijf omzien naar ander emplooi. Er werden dynamo's en startmotoren geproduceerd, maar het bedrijf stond aan het eind van 1919 op het punt failliet te gaan. Neumeyer kocht zijn zakenpartners uit en vormde het bedrijf om tot de Zündapp Gesellschaft für den Bau von Spezialmaschinen m.b.H. Men ging onder andere bouten en moeren produceren. Na een bezoek aan de Berliner Automobil- und Motorradausstellung in 1921 besloot Neumeyer motorfietsen te gaan produceren.
Zündapp begon met goedkope tweetaktmotoren, die aanvankelijk kopieën waren van 211 cc Britse motorfietsen. Er kwamen ook 250- en 300cc-modellen, maar toen de Duitse regering in 1928 de bevolking mobiel wilde maken door motorfietsen tot 200 cc belasting- en rijbewijsvrij te maken werden ook deze modellen belangrijk voor het merk. In de jaren twintig was DKW (in 1928 de grootste motorfietsenproducent ter wereld) de grootste concurrent van Zündapp. BMW bediende toen nog een andere markt, die van dure, zware viertakten, maar er waren honderden kleine Duitse merken die goedkope motorfietsen met inbouwmotoren maakten, maar slechts enkele jaren overleefden. Vaak waren ze in de jaren tien afhankelijk geweest van oorlogsproductie tijdens de Eerste Wereldoorlog en hadden ze - vergeefs - nieuw emplooi gezocht in de motorfietsenproductie. De crisis die vanaf 1923 ontstond door de Duitse herstelbetalingen na de Eerste Wereldoorlog kostte de meeste de kop. Zündapp overleefde en voerde in 1924 zelfs de lopende band in. De Zündappmodellen werden aan het einde van de jaren twintig in vier verschillende werkplaatsen geproduceerd om de enorme vraag bij te benen. In 1929 werd een geheel nieuwe fabriek aan de Dieselstrasse in Neurenberg-Schweinau geopend.
Zündapp | Z 22 | Z 2 G | Z 249 | K 211 | K 249 | EM 249 | EM 300 | Z 200 | Z 300 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1921-1924 | 1922-1924 | 1923-1924 | 1924-1925 | 1925-1927 | 1928 | 1928-1929 | ||
Categorie | toer | sport | toer | ||||||
Motortype | Kamzuiger tweetaktmotor | ||||||||
Bouwwijze | Luchtgekoelde staande eencilinder | ||||||||
boring | 62 mm | 68 mm | 60 mm | 68 mm | |||||
slag | 70 mm | 82,5 mm | 70 mm | 82,5 mm | 70 mm | 82,5 mm | |||
Cilinderinhoud | 211 cc | 249 cc | 211 cc | 249 cc | 298 cc | 198 cc | 298 cc | ||
Max. Vermogen | 2,5 pk
bij 2.600 tpm |
2,75 pk
bij 2.600 tpm |
2,5 pk
bij 2.600 tpm |
3,5 pk
bij 2.600 tpm |
4,5 pk
bij 3.100 tpm |
8 pk
bij 3.000 tpm |
4,5 pk
bij 3.300 tpm |
9 pk
bij 3.200 tpm | |
Topsnelheid | 65 km/h | 70 km/h | 65 km/h | 70 km/h | 80 km/h | 90 km/h | 80 km/h | 90 km/h | |
Aandrijving | riem | ketting | |||||||
Versnellingen | geen | 2 | 2 of 3 | 3 | |||||
Rijwielgedeelte | Stalen buisframe | ||||||||
Leeg gewicht | 58 kg | 73 kg | 75 kg | 85 kg | 100 kg | 86 kg | 105 kg | ||
Voorvork | Druid parallellogram | parallellogram | Webb parallellogram | ||||||
Achtervork | Star | ||||||||
Voorganger | Geen | Z 22 | geen | Z 22 en Z 2 G | Z 249 | K 249 | EM 249 | geen | EM 249 |
Opvolger | K 211 | K 211 | K 249 | K 211 | EM 249 | EM 300 en Z 300 | Z 300 | Rekord en S 200 | S 300 |
Juist op het moment dat Hans-Friedrich Neumeyer, de zoon van de oprichter, in juli 1929 bedrijfsleider werd begon de motorfietsenverkoop in Duitsland te dalen. Ondanks de heersende recessie beleefde Zündapp in de jaren dertig grote technische vooruitgang. De slecht presterende kamzuiger-tweetakten kregen een door Richard Küchen ontwikkelde omkeerspoeling met vlakke zuigers. Zündapp werd daarop door DKW aangeklaagd, omdat het omkeerspoelingpatent van ingenieur Adolf Schnürle in handen was van DKW. Zündapp moest vanaf dat moment 6 Reichsmark per motor aan DKW betalen. In 1930 begon men zwaardere (viertakt)modellen te produceren. Aanvankelijk met blokken die als inbouwmotor werden ingekocht bij Rudge Python, maar later voor Zündapp werden ontwikkeld door Richard Küchen en Ernst Schmidt. 1932 was voor Zündapp een soort tussenjaar, in afwachting van de nieuwe motoren die door de gebroeders Küchen ontwikkeld gingen worden. Alle voorgaande modellen verdwenen en werden vervangen door drie modellen die slechts één jaar in productie zouden blijven. In 1933 verschenen liefst negen nieuwe modellen. Men bleef lichte tweetakten met kettingaandrijving produceren, maar de zware viertaktboxermotoren van de gebroeders Küchen waren helemaal nieuw en vooral de topmodellen K 600 en K 800 met hun vier cilinders waren spectaculair. Men keek nadrukkelijk naar de modellen van BMW en de letter "K", die in de jaren twintig nog voor Kettenantrieb had gestaan, werd nu voorbehouden aan de Kardanmodellen. Deze modellen hielpen Zündapp goeddeels uit de crisis: het marktaandeel steeg tot bijna 13%. Vooral BMW, dat zich vooral op zware modellen richtte, kreeg er een concurrent bij. Zündapp bracht een enorme hoeveelheid verschillende modellen uit, die soms maar marginaal van elkaar verschilden, maar toch werden plaat- en buisframes, langsgeplaatste- en dwarsgeplaatste motoren en ketting- en asaandrijving toegepast. De populaire modellen tot 200 cc bleven belangrijke producten. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog werden een aantal modellen aangepast aan militair gebruik, vaak alleen door ze in een andere kleur te spuiten. In 1937 werd voor de oorlogsproductie de fabriek aan de Dieselstraße uitgebreid met het Werk II. Zelfs deze nieuwe fabriek kon de vraag niet aan, zodat de oude fabriek, die nu Werk I heette, ook aan deze productie moest werken. Zündapp had dus een meer dan goede relatie met het nazi-regime. Mogelijk was dat ook de reden van de naamsverandering in 1938 in Zündapp Werke G.m.b.H. Generaal Adolf von Schell had een plan bedacht om de Duitse auto- en motorfietsindustrie te standaardiseren. Als veel bedrijven gelijksoortige voertuigen zouden produceren zou dat de onderdelenvoorziening vereenvoudigen. De modellen van Zündapp, variërend van lichte, eenvoudige tweetakten tot zware viertakten en vooral veel geschikte zijspantrekkers, voldeden hierbij goed. In 1938 werd de 200.000ste Zündappmotorfiets geproduceerd. Het Schell-Plan werd op 2 maart 1939 ingevoerd. In dat jaar leverde Zündapp al 22.766 motorfietsen aan de Wehrmacht.
Zündapp | B 170 Zugvogel | DB 175 | Rekord | S 200 | B 200 | DE 200 | DL 200 | K 200 | OK 200 | DK 200 | KK 200 | DB 200 | DBK 200 | DB 125 | DL 125 | DS 125 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1932 | 1933-1934 | 1930-1931 | 1930-1931 | 1932 | 1933-1935 | 1933-1935 | 1933-1934 | 1933 | 1935 | 1935-1936 | 1935-1940
en 1947-1951 |
1936-1938 | 1939-1940 | ||
Categorie | toer | sport | toer | |||||||||||||
Motortype | kamzuiger tweetakt | kopklep | kamzuiger
tweetakt |
tweetakt | ||||||||||||
Bouwwijze | Staande eencilinder | |||||||||||||||
Plaatsing | dwars | langs | dwars | |||||||||||||
Boring | 60 mm | 56 mm | 60 mm | 51 mm | ||||||||||||
slag | 60 mm | 70 mm | 60 mm | |||||||||||||
Cilinderinhoud | 169 cc | 174 cc | 198 cc | 123 cc | ||||||||||||
Max. Vermogen | 4,5 pk bij
4.000 tpm |
5,5 pk bij
4.000 tpm |
6 pk bij
3.500 tpm |
7 pk bij
3.850 tpm |
6,5 pk bij
4.000 tpm |
8,5 pk bij
4.000 tpm |
7 pk bij
3.850 tpm |
7 pk bij
4.000 tpm |
7 pk bij
3.800 tpm |
4,7 pk bij
4.350 tpm | ||||||
Topsnelheid | 75 km/h | 78 km/h | 80 km/h | 90 km/h | 80 km/h | 85 km/h | 75 km/h | |||||||||
Aandrijving | ketting | aandrijfas | ketting | |||||||||||||
Versnellingen | 2 | 3 | 4 | 3 | ||||||||||||
Rijwielgedeelte | stalen buisframe | stalen plaatframe | stalen buisframe | stalen plaatframe | stalen buisframe | |||||||||||
Leeg gewicht | 90 kg | 95 kg | 125 kg | 120 kg | 117 kg | 132 kg | 140 kg | 117 kg | 132 kg | 123 kg | 100 kg | |||||
Voorvork | trapezium | Webb of
plaatstalen trapezium |
Webb trapezium | trapezium | ||||||||||||
Achtervork | Star | |||||||||||||||
Voorganger | geen | B 170 Zugvogel | Z 200 | Rekord
en S 200 |
B 200 | geen | geen | K 200 | DB 175 | DK 200 | geen | |||||
Opvolger | DB 175 | DB 200 | B 200 | DE 200
DL 200 K 200 |
DBK 200 | KK 200 | geen | DBK 200 | geen | DB 201 | DBK 250 | geen |
Zündapp | S 300 | S 500 Touren | SS 500 Sport | S 350 AVUS | K 400 | K 500 | K 600 | K 800 | K 350 | KK 350 | KS 500 | DB 250 | DS 350 | KKS 500 | KKS 500 R | DBK 250 | KS 600 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1930-1931 | 1932 | 1933 | 1933-1940 | 1933 | 1933-1938 | 1935-1936 | 1936-1937 | 1936-1939 | 1937-1940 | 1937-1940 | 1937-1938 | 1938-1940 | 1938-1940
en 1949-1950 | |||
Categorie | toer | sport | toer | sport | toer | sport | wegrace | toer | |||||||||
Motortype | kamzuiger | Rudge-Python | kamzuiger
tweetakt |
zijklep | tweetakt | kopklep | tweetakt | kopklep | tweetakt | kopklep | |||||||
Bouwwijze | staande
eencilinder |
tweecilinder | viercilinder
boxermotor |
staande
eencilinder |
tweecilinder
boxermotor |
staande
eencilinder |
tweecilinder
boxermotor |
staande
eencilinder |
tweecilinder
boxermotor | ||||||||
Plaatsing | dwars | langs | dwars | langs | dwars | langs | |||||||||||
Boring | 68 mm | 85 mm | 73 mm | 62 mm | 69 mm | 53 mm | 62 mm | 75 mm | 69 mm | 67 mm | 72 mm | 69 mm | 67 mm | 75 mm | |||
slag | 70 mm | 88 mm | 82,5 mm | 66,6 mm | 79 mm | 66,6 mm | 70 mm | 85 mm | 66,6 mm | 70 mm | 67,6 mm | ||||||
Cilinderinhoud | 298 cc | 499 cc | 345 cc | 398 cc | 498 cc | 598 cc | 791 cc | 349 cc | 498 cc | 247 cc | 346 cc | 496 cc | 247 cc | 597 cc | |||
Max. Vermogen | 9 pk bij
3.500 tpm |
18 pk bij
4.250 tpm |
22 pk bij
4.900 tpm |
11 pk bij
4.000 tpm |
10 pk bij
4.500 tpm |
13,5 pk bij
4.800 tpm |
15 pk bij
4.300 tpm |
20 pk bij
4.300 tpm later 20 pk bij 4.300 tpm |
12 pk bij
3.700 tpm |
11 pk bij
3.750 tpm |
24 pk bij
5.200 tpm |
8,6 pk bij
3.850 tpm |
17,5 pk bij
5.200 tpm |
24 pk bij
5.200 tpm |
onbekend | 8,5 pk bij
3.850 tpm |
28 pk bij
4.700 tpm |
Topsnelheid | 90 km/h | 125 km/h | 130 km/h | 100 km/h | 95 km/h | 105 km/h | 100 km/h | 125 km/h | 95 km/h | 130 km/h | 90 km/h | 110 km/h | 140 km/h | onbekend | 90 km/h | 145 km/h | |
Aandrijving | ketting | aandrijfas | ketting | aandrijfas | ketting | aandrijfas | |||||||||||
Versnellingen | 3 | 4 | 3 | 4 | 3 | 4 | 3 | 4 | |||||||||
Rijwielgedeelte | buisframe | plaatframe | buisframe | plaatframe | |||||||||||||
Leeg gewicht | 137 kg | 160 kg | 135 kg | 164 kg | 180 kg | 193 kg | 157 kg | 154 kg | 185 kg | 120 kg | 155 kg | 178 kg | onbekend | 124 kg | 195 kg | ||
Voorvork | Webb trapezium | trapezium | |||||||||||||||
Achtervork | star | ||||||||||||||||
Voorganger | Z 300 | geen | S 300 | geen | S 500 Touren | geen | geen | S 350 AVUS | K 350 | SS 500 Sport | geen | K 350
KK 350 |
KS 500 | geen | DBK 200 | K 600 | |
Opvolger | S 350 AVUS | K 500 | KS 500 | K 350 | geen | geen | KS 600 | geen | KK 350
DS 350 |
DS 350 | KKS 500
KS 600 |
geen | geen | geen | geen | geen | KS 601 |
Zündapp | Schnelllieferwagen 400 cc | Schnelllieferwagen 500 cc | Porsche Type 12 |
---|---|---|---|
Periode | 1933-1935 | 1931-1932 | |
Motortype | zijklep | ||
Bouwwijze | tweecilinder | vijfcilinder | |
Plaatsing | langs | ||
Boring | 62 mm | 69 mm | 70 mm |
slag | 66,6 mm | 62 mm | |
Cilinderinhoud | 398 cc | 498 cc | 1.193 ccc |
Max. Vermogen | 10 pk | 12,5 pk | 26 pk bij
3.600 tpm |
Topsnelheid | ca. 50 km/h | 80 km/h | |
Versnellingen | 3 + achteruit | 3 + overdrive
+ achteruit | |
Chassis | Ladder | ||
Leeg gewicht | ca. 660 kg
met open laadbak |
ca. 300 kg | |
Laadvermogen | 750 kg | n.v.t. | |
Wielbasis | 2,70 m | 2.50 m | |
Spoorbreedte | 1,20 m |
In 1940 was de Tweede Wereldoorlog al in volle gang. Zündapp produceerde volop voor de Wehrmacht, vooral motorfietsen, maar in licentie van Bosch werden ook startmotoren voor vliegtuigen gemaakt. De uitstekende relatie met het nazi-regime zorgde voor veel opdrachten én voldoende werkkrachten: krijgsgevangenen werden als dwangarbeider ingezet. In 1942 werd de 250.000ste Zündapp gebouwd. Aan het einde van de oorlog was de fabriek grotendeels verwoest. Op 17 april 1945 bereikten de Amerikanen de Zündapp fabriek. De krijgsgevangenen werden bevrijd en de fabriek werd gesloten, nog vóórdat de stad Neurenberg op 20 april capituleerde. De fabriek was al eerder grotendeels verwoest, maar de geallieerden maakten korte metten met alles was er nog stond. Het motorfietsonderdelenmagazijn werd op 20 april met brandgranaten in brand gezet, en de bedrijfsbrandweer werd op afstand gehouden door Amerikaanse soldaten én de voormalige krijgsgevangenen. De totale schade bedroeg nadat er nog uitgebreide plunderingen en diefstallen hadden plaatsgevonden ca. 9,5 miljoen Reichsmark. Hans-Friedrich Neumeyer hield zich schuil in zijn huis in Egolffstein, aan zijn bed gekluisterd door gewrichtsreuma, maar gaf nog wel leiding aan de fabriek. Toch begon men in het najaar van 1945 alweer te produceren. Al snel hield het bedrijf zich bezig met de productie van aardappelpersen, aggregaten en mobiele pompen (op basis van de 600cc-boxermotor), kerstboomstandaards, ladderwagens, onderdelen voor wagens en vensterbanken. Ook motorfietsonderdelen werden als vervanginsonderdeel nog geproduceerd, maar ook nog een aantal KS 600's en zelfs 349 KS 750's voor de bezetters en de Duitse overheidsdiensten. Mogelijk waren de Amerikanen geïnteresseerd in de techniek van de KS 750, zoals ook de Sovjets dat waren. Zij lieten in de BMW fabriek in Eisenach proefmodellen maken gebaseerd op de BMW R 75, maar met toepassing van de techniek van de KS 750. In het Oost-Duitse Suhl werden door AWO een tiental productiemodellen van de AWO 700 geproduceerd, die net als de KS 750 omhooggebogen cilinders hadden. Tot productie in de Sovjet-Unie of de Verenigde Staten is het echter nooit gekomen. De Russen hadden al militaire zijspancombinaties op basis van de oudere BMW R 71 gebouwd, de Amerikanen vertrouwden voor dezelfde taken op de Willys Jeep. Civiele motorfietsen kwamen er voorlopig niet: de geallieerden hadden de totale productie voor heel Duitsland beperkt tot 10.000 stuks, met een maximale cilinderinhoud van 60 cc. Dit werd al snel opgehoogd tot 100- en later 200 cc. Vanaf de herfst van 1945 ging men molenonderdelen maken: maalmachines voor graan en koren, ventilatoren en walsen. Eitel-Friedrich Mann was de echtgenoot van Elisabeth, de zuster van Hans-Friedrich Neumeyer. Hij kwam als bedrijfsleider in dienst in 1946. Hij besloot een nieuw product te ontwikkelen, waaraan in het naoorlogse Duitsland grote behoefte was: naaimachines. Pas vanaf 1949 mocht men weer motorfietsen van meer dan 200 cc maken. Nieuwe motorfietsmodellen kwamen er in de jaren veertig dan ook niet,
Zündapp | KS 750 |
---|---|
Periode | 1940-1948 |
Categorie | Wehrmachtsgespann |
Motortype | kopklep |
Bouwwijze | 170° tweecilinder boxermotor |
Plaatsing | langs |
Boring | 75 mm |
slag | 85 mm |
Cilinderinhoud | 751 cc |
Max. Vermogen | 26 pk bij 4.000 tpm |
Topsnelheid | 95 km/h |
Aandrijving | aandrijfas |
Versnellingen | 4 vooruit, 4 achteruit, hoge en lage gearing |
Rijwielgedeelte | buisframe |
Leeg gewicht | 420 kg |
Voorvork | ingekapselde trapezium |
Achtervork | star |
Voorganger | geen |
Opvolger | geen |
In april 1942 was de firma Borgward al begonnen met de vervaardiging van op afstand bestuurbare, rijdende mijnen, die de naam Goliath droegen. In april 1943 gingen zowel Zündapp als Zachertz deze mijnen produceren. Tot september 1944 produceerde Zündapp er 4.604. Het oorspronkelijke type Goliath E had nog twee elektromotoren, maar het door Zündapp geproduceerd type Goliath V had een 703cc-tweecilinder tweetaktmotor. Het apparaat was immers gemaakt om te ontploffen, en dan was het verlies van een simpele tweetaktmotor goedkoper dan dat van twee dure elektromotoren.
Kleding was vlak na de oorlog nauwelijks te koop en de bevolking was afhankelijk van het her- en verstellen van gebruikte kleding. Naaimachines waren echter nauwelijks te krijgen. De grote naaimachinefabriek Clemens Müller AG lag in de DDR en werd samen met Seidel & Naumann de Schreibmaschinenwerke Dresden, de naaimachineproductie ging naar de Volkseigener Betrieb Nähmaschinenwerk Wittenberge. De naaimachinefabrikant Pfaff in Kaiserslautern had zich ook met oorlogsproductie beziggehouden en de fabriek was grotendeels vernield. Ervaren personeel werd gezocht in Karlsruhe, waar de fabriek Haid & Neu stond, en bij de Anker Werke in Bielefeld. Voor deze mensen moesten woningen en werkplaatsen komen. Hun eerste product werd de Zeta draagbare elektrische naaimachine. Er volgden snel meer modellen, elektrische en trapmachines.
In 1950 werd een fabriek in München betrokken. Mann trok er met zijn naaimachineafdeling in, terwijl Hans-Friedrich Neumeyer leiding bleef geven aan de motorfietsenfabriek in Neurenberg. In juli 1950 werd de 300.000ste Zündapp motorfiets afgeleverd, en in 1958 al de 500.000ste. Doordat de geallieerden het patent op de omkeerspoeling van DKW ongeldig verklaarden, kon ook Zündapp het toepassen zonder betalingen te doen aan DKW. De naaimachines evolueerden en Zündapp produceerde uiteindelijk koffernaaimachines en machinemeubels, waarin de machine na gedane arbeid onzichtbaar weggeklapt konden worden. De Combimot-tweetaktmotor kon worden ingezet als clip-on motor, maar kreeg ook allerlei andere toepassingen. De Bella-scooter verscheen en langzaam begon men zich te richten op lichte tweetakten, die ook als inbouwmotor aan andere merken geleverd werden. De ontwikkeling van de 200cc-modellen ging snel, bijna jaarlijks kwam er een verbeterd model op de markt. Een nieuw autoproject, de Zündapp Janus, mislukte en leidde tot de sluiting van de fabriek in Neurenberg. De productie van motorfietsen verhuisde daarom in 1958 naar München. In de tweede helft van de jaren vijftig zat de hele motorfietsindustrie in een depressie. De kleine auto's, de dwergauto's en de scooter waren in opkomst. BMW overleefde deze periode ternauwernood. Zündapp ging zich richten op de lichtere tweetaktmodellen en de Bella scooters. Bijna vijftig Duitse motorfietsmerken gingen ter ziele.
Zündapp | KS 601 | KS 601 S | KS 601 ES | |
---|---|---|---|---|
Periode | 1951-1957 | 1952-1958 | 1956-1957 | |
Categorie | toer | sport | ||
Motortype | kopklepmotor | |||
Bouwwijze | tweecilinder boxermotor | |||
Plaatsing | langs | |||
Boring | 75 mm | |||
slag | 76,6 mm | |||
Cilinderinhoud | 597 cc | |||
Max. Vermogen | 28 pk bij
4.700 tpm |
34 pk bij
6.000 tpm | ||
Topsnelheid | 140 km/h | 155 km/h | ||
Aandrijving | cardanas | |||
Versnellingen | 4 | |||
Rijwielgedeelte | dubbel wiegframe | |||
Leeg gewicht | 224 kg | 216 kg | ||
Voorvork | telescoop | |||
Achtervork | plunjervering | swingarm |
Zündapp | DB 201 | DB 202 | DB 203 Comfort | DB 204 Norma | DB 234 Norma Luxus | DB 205 Elastic 200 | DB 255 Elastic 250 | B 250 | 200 S | 201 S | 175 S | 175 Trophy S | 250 S | 250 Trophy S |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1950-1951 | 1951-1952 | 1952-1953 | 1953-1955 | 1954-1955 | 1953 | 1955-1958 | 1956 | 1957-1963 | 1956 | 1957-1963 | |||
Categorie | toer | prototype | toer | |||||||||||
Motortype | tweetakt | kopklep | tweetakt | |||||||||||
Bouwwijze | staande
eencilinder |
sloper
eencilinder |
tweecilinder | sloper
eencilinder | ||||||||||
Plaatsing | dwars | langs | dwars | |||||||||||
Boring | 60 mm | 67 mm | 54 mm | 64 mm | 60 mm | 67 mm | ||||||||
slag | 70 mm | 54 mm | 62 mm | 62 mm | 70 mm | |||||||||
Cilinderinhoud | 198 cc | 246 cc | 247 cc | 197 cc | 174 cc | 245 cc | ||||||||
Max. Vermogen | 7,5 pk bij
4.000 tpm |
8,5 pk bij
4.250 tpm |
8,3 pk bij
4.600 tpm |
9,5 pk bij
4.700 tpm |
13 pk bij
5.200 tpm |
18,5 pk bij
7.000 tpm |
12 pk bij
5.400 tpm |
10,5 pk bij
5.400 tpm |
14,5 pk bij
5.500 tpm | |||||
Topsnelheid | 85 km/h | 90 km/h | 85 km/h | 95 km/h | 100 km/h | 120 km/h | 100 km/h | 95 km/h | 110 km/h | |||||
Aandrijving | ketting | cardanas | ketting | |||||||||||
Versnellingen | 3 | 4 | ||||||||||||
Rijwielgedeelte | buisframe | brug- plaatframe | brug- buisframe | brug- plaatframe | ||||||||||
Leeg gewicht | 121 kg | 125 kg | 130 kg | 122 kg | 132 kg | 141 kg | 147 kg | 165 kg | 132 kg | 136 kg | ||||
Voorvork | telescoop | schommel | telescoop | schommel | telescoop | schommel | telescoop | |||||||
Achtervork | star | plunjervering | star | plunjervering | swingarm | |||||||||
Voorganger | DB 200 | DB 201 | DB 202 | DB 202 | DB 203 Comfort
DB 204 Norma |
DB 203 Comfort
DB 204 Norma |
geen | geen | DB 205 Elastic 200 | geen | 175 S | DB 255 Elastic 250 | 250 S | |
Opvolger | DB 202 | DB 203 Comfort
DB 204 Norma |
DB 234 Norma Luxus | 200 S
201 S |
250 S | geen | geen | geen | 175 Trophy S | geen | 250 Trophy S | geen |
In de vroege jaren vijftig begon de groeiende populariteit van de scooter ook tot de Duitse producenten en vooral de dealers door te dringen. Maico bracht in 1950 de bijzondere, door Louis Lepoix ontworpen Maicomobil uit, Hans Glas volgde in 1952 met de Goggo, Hoffmann en NSU leverden ze en BMW experimenteerde met de BMW R 10. Opvallend was dat de Italiaanse merken Vespa en Lambretta vanaf het begin lichte en vlotte modellen maakten, met een meedraaiend voorspatbord, terwijl de Duitsers kozen voor grote, zwaar uitziende modellen met een vast voorspatbord. Omdat het wiel er in moest draaien waren dit ook nog heel brede spatborden, wat het lompe uiterlijk nog versterkte. Al in 1951 besloot men bij Zündapp scooters te gaan produceren. Er werden verschillende merken en typen beproefd, er werden proeven genomen met een tweecilinder tweetakt boxermotor en een langsgeplaatste eencilinder tweetakt, beiden met cardanaandrijving. De ontwerpen bleken te duur voor de productie en men zocht verder tot men bij de Moto Parilla uit kwam. Deze had een aantal voordelen: de tunnel onder de carrosserie zorgde voor rijwindkoeling, de 30 cm (12 inch) wielen benaderden de stabilteit van een motorfiets en de motor lag vlak vóór het achterwiel, waardoor een laag zwaartepunt en een goede gewichtsverdeling ontstond. Men onderhandelde met Parilla over licentiebouw, maar dat mislukte. Daarop besloot men de Moto Parilla zo goed mogelijk na te maken, zonder het risico op een proces te lopen. De DB 204 motor werd verkleind (zowel de boring als de slag), waardoor een 147cc-motortje ontstond. Zündapp bracht in 1953 de Bella R 150 scooter op de markt. Deze was nog steeds niet erg lichtvoetig vormgegeven, maar het voorspatbord was kleiner en draaide met het wiel mee. Er werden lichtmetalen schijfwielen en een telescoopvork toegepast. De Bella was de eerste Zündapp met een swingarm achtervork. Deze had twee veerelementen, maar slechts één schokdemper. Het machientje haalde 80 km/h. Met zijn bijna 150 cc was de Bella ook relatief zwaar: 125 cc was voor scooters in het begin van de jaren vijftig nog gangbaar. De R 150 werd meteen een verkoophit: in drie jaar tijd werden er ruim 18.000 verkocht. De Amerikaanse importeur Joe Berliner bestelde een bijzondere uitvoering, de Suburbanette. Dit was een uitgeklede R 150, waar de motorafdekking was weggezaagd. Daardoor werd de scooter 24 kg lichter en 8 km/h sneller. De Suburbanette was uitsluitend in het rood leverbaar en er werden er 370 van verkocht. In 1954 moest Zündapp alsnog met een 200cc-model komen, nadat de Goggo 200 was verschenen. Dit werd de R 200 die in 1955 alweer werd opgevolgd, nadat er bijna 27.000 exemplaren verkocht waren. In 1955 verschenen de Bella R 151 en R 201, die een startmotor hadden. Daarom werd een tweede 6-volt-accu aangebracht, waardoor de scooters een 12 V-installatie kregen. Ze waren te herkennen aan de grote accukast onder het stuur. De R 151 werd al in 1956 opgevolgd door de R 153, die goedkoper en lichter was. De R 203 verscheen in 1956 en bleef tot 1958 in productie. De laatste 200cc-versie was de R 204 uit 1958, die de motor van de 200 S motorfiets kreeg, met de licht voorover hellende cilinder. Daardoor steeg ook het vermogen tot 12 pk. De R 175 S kwam in 1961 in productie, maar daarvan werden slechts 2.000 stuks gebouwd. De productie van de zware scooters van Zündapp eindigde in 1964. Vanaf dat jaar werden alleen nog 50cc-scooters gebouwd.
Zündapp Bella | R 150 | Suburbanette | R 151 | R 153 | R 154 | R 200 | R 201 | R203 | R 204 | R 175 S |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Periode | 1953-1955 | 1954 | 1955 | 1956 | 1956-1958 | 1954-1958 | 1956 | 1956-1958 | 1958-1964 | 1961-1964 |
Productieaantal | 18.290 | 370 | 2.500 | 6.100 | 12.090 | 26.900 | 27.000 | 18.800 | 17.000 | 2.000 |
Categorie | scooter | |||||||||
Motortype | tweetakt | |||||||||
Bouwwijze | rijwindgekoelde staande eencilinder | |||||||||
Plaatsing | dwars | |||||||||
Boring | 57 mm | 64 mm | 60 mm | |||||||
slag | 58 mm | 62 mm | ||||||||
Cilinderinhoud | 147 cc | 198 cc | 175 cc | |||||||
Max. vermogen | 7,3 pk bij 4.700 tpm | 10 pk bij 5.200 tpm | 12 pk bij 5.400 tpm | 11 pk bij 5.400 tpm | ||||||
Max. koppel | 12 Nm bij 3.350 tpm | 15,7 Nm bij 4.000 tpm | onbekend | |||||||
Topsnelheid | 80 km/h | 88 km/h | 80 km/h | 90 km/h | 95 km/h | 90 km/h | ||||
Aandrijving | ketting | |||||||||
Versnellingen | 4 | |||||||||
Rijwielgedeelte | open dubbel wiegframe | |||||||||
Leeg gewicht | 130 kg | 106 kg | 141 kg | 137 kg | 139 kg | 146 kg | ||||
Voorvork | telescoop | schommel | telescoop | schommel | ||||||
Achtervork | swingarm |
Eind 1952 begon in München de productie van een 48cc-clip-on motor. Deze Combimot KM 48, die 1,5 pk leverde en ongeveer 6½ kilo woog, kon op verschillende manieren aan een fiets gemonteerd worden. Zündapp leverde ook complete gemotoriseerde fietsen, waarbij de frames bij TWN of Hercules (beiden in Neurenberg) ingekocht werden. Dit was de Zündapp Combinette 1b, de eerste Zündapp bromfiets. Ook in Duitsland was voor motorfietsen tot 50 cc geen rijbewijs vereist. De connectie met Neurenberg was ondanks de productie in München groot; ook het daar gevestigde Ferbedo gebruikte de Combimot voor haar scootertjes. In 1954 waren er al 150.000 Combimot motortjes geleverd, ook al omdat ze ook in speciale 70cc-versies voor de aandrijving van generatoren (SE 70) of compressoren, zaag- en boormachines (SM 70) werden gebouwd. De Combimot BM 70 was een buitenboordmotor. In 1957 werd de eerste echte bromfiets gepresenteerd: de Falconette. Tot 1962 werd deze geproduceerd in verschillende uitvoeringen, zowel met rijwindkoeling als geforceerde luchtkoeling, met drie- of vier versnellingen. Exportmodellen werden met 70- en 75cc-motoren geleverd.
Al in de vroege jaren vijftig werden dwergauto's populair en ook de Zündapp directeuren Neumeyer en Mann dachten erover ze te gaan produceren. Ze twijfelden er echter (te) lang over en toen het besluit viel was de markt al vrijwel verzadigd. Vele kleine fabrikanten, maar ook grote, zoals BMW (met de Isetta), Glas (met de Goggomobil) en Messerschmidt (met de Kabinenroller) hadden zich op die markt begeven. Daarom besloot men niet de tijd te nemen zelf een mini-auto te ontwikkelen, maar te rade te gaan bij andere producenten. De Elektromaschinenbau Fulda GmbH had de Fuldamobil gebouwd. Men dacht deze goedkoop te kunnen bouwen, maar toen de Zündapp technici gingen proberen het voertuig aan te passen aan de hogere kwaliteitseisen die bij Zündapp pasten, bleef van deze plannen niet veel over. Het resulteerde in een afkoopsom van 40.000 DM voor Fulda en het vernietigen van de bij Fulda aangeschafte machines en gereedschappen. Na de Alzmetall Spatz (te brandbaar vanwege de polyester carrosserie) kwam de Dornier Delta in beeld. Deze vertoonde wel wat gelijkenis met de Isetta, maar had vóór en achter een deur, terwijl de inzittenden met de rug naar elkaar toe zaten. Na een positief advies van enkele journalisten ging de nieuwe Zündapp Janus in productie. De naam Janus was afgeleid van de Romeinse God Ianus, die twee gezichten had. Men wilde eigenlijk de 600cc-motor van de KS 601 gebruiken, maar koos vanwege de productiekosten én het feit dat er in Duitsland een rijbewijscategorie tot 250 cc bestond, te kiezen voor een 14 pk sterke 250cc-tweetaktmotor. Die werd tussen de beide zittingen gebouwd, waardoor een welhaast ideaal zwaartepunt ontstond. De productie begon in 1957. Men moest ongeveer 12.000 exemplaren verkopen om uit de kosten te komen, maar in het eerste jaar werden er slechts 1.731 stuks afgeleverd. Ook in 1958 liepen de verkopen zwaar tegen. In totaal werden slechts ca. 6.900 stuks van de Janus gebouwd. De fabriek stond aan de rand van het faillissement. Om dat te voorkomen werd de fabriek in Neurenberg verkocht aan Bosch en de tweedehands aangeschafte pers voor de carrosserieën werd verkocht aan concurrent Hans Glas.
In het begin van de jaren zestig was Zündapp nog actief op de motorfietsmarkt met de 175 Trophy S en de 250 Trophy S en ook de Bella scooters werden nog gemaakt. Vanaf 1964 was het echter afgelopen, en werden er alleen nog bromfietsen en kleine scooters gemaakt.
In 1962 verscheen de KS 50, wellicht de bekendste lichte Zündapp, die het in verschillende uitvoeringen zou uithouden tot aan de sluiting van de fabriek in 1984. Hij werd geleverd met rijwind- en geforceerde luchtkoeling, de duurste uitvoeringen hadden thermosifonkoeling, waarbij geen waterpomp nodig was. De populairste uitvoering was de KS 50 Sport, het type 517, waarvan ook een crossversie gemaakt werd. In ongeknepen toestand haalde de machine 90–95 km/h, maar als bromfiets was dat uiteraard slechts 40 km/h. Tussen 1963 en 1966 werd een 100cc-model gebouwd, de KS 100. In 1964 verschenen twee lichte scootermodellen, de R 50 en de RS 50. De RS verdween in 1964 alweer, maar de R 50 bleef tot 1984 in productie. In 1965 verscheen de Automatic Mofa, een automaat met centrifugaalkoppeling, die in verschillende uitvoeringen tot 1977 in productie bleef. De Mofas haalden 25 km/h, de Automatic Moped-uitvoering liep 40 km/h. De Bergsteiger uit 1965 was een schakelbrommer met twee versnellingen die in twee uitvoeringen geleverd werd: de M 25 en de M 50, waarbij de typeaanduidingen de maximumsnelheid aangaven. De Bergsteiger bleef tot 1977 in productie. Eveneens in 1965 verscheen de RS 50 Super met vier versnellingen, voetschakeling en geforceerde luchtkoeling. Deze bleef tot 1980 in productie. De C 50 Sport, eveneens uit de 517 serie (van 1967 tot 1976) had drie versnellingen een aanvankelijk ook geforceerde luchtkoeling, die later werd vervangen door rijwindkoeling. De oorspronkelijke KS 100 werd in 1968 opgevolgd door het type 518 met vijf versnellingen. Hij had nu een topsnelheid van 100 km/h. Ook in 1968 verscheen de C 50 Super, een Mokick met een lage instap die 40 km/h haalde, maar daarnaast kwam ook een Moped-versie met 25 km/h.
In de jaren zeventig leverde Zündapp alleen nog lichte motorfietsen, maar de verkoop van Mopeds, Mofa's en Mokicks werd in Duitsland steeds moeilijker. De invoering van de helmplicht in 1978 deed de verkopen dalen, evenals de invoering van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering. Bovendien waren Zündapps veel robuuster, maar daardoor ook veel duurder geconstrueerd dan andere bromfietsen en lichte motorfietsen. De KS 175 MC had bijvoorbeeld dezelfde Brembo voorrem als de veel zwaardere BMW R 80. Zündapp ging motoren als inbouwmotor leveren aan andere merken. Feitelijk was men daar al in de jaren zestig mee begonnen, toen men afspraken maakte met het Portugese merk Casal. Ook het Italiaanse Laverda gebruikte voor zijn lichte modellen Zündapp motoren. In 1976 bouwde men bij Zundapp een prototype van een 350cc-tweecilinder, de KS 350, die het productiestadium niet haalde. Om extra inkomsten te genereren ging men ook grasmaaiers produceren.
In de jaren zeventig borduurde Zündapp verder op de 517 serie. De GTS 50 modellen waren moderner en strakker vormgegeven, maar hadden in grote lijnen dezelfde, inmiddels rijwindgekoelde motoren. Ze kwamen in verschillende versies op de markt. In 1973 kwam Zündapp met de GTS 50 Super en de watergekoelde versie van deze Nederlandse bromfiets. In 1976 kwam de watergekoelde versie van de populaire KS 50. Er werden verschillende snorfietsen (Mofa's) uitgebracht: de ZR 20 (1976-1981), de ZD 20 (1976-1981), de ZR 10 (1977-1980) en de ZB 22 (1979-1980). Bromfiets (Mokick)-uitvoeringen die 40 km/h haalden waren de ZD 40 (1976-1981), de ZR 30 (1977-1980), de ZD 30 (1978-1979) en de ZD 50 TS (1979-1980). Zündapp was nog steeds actief op het gebied van motocross en enduro met de modellen GS 50, GS 75, GS 125 en MC 125. De zwaardere straatmodellen waren de KS 125 Sport en de KS 175 WC, een sportief model dat zelfs een stuurkuipje had.
Om extra inkomsten te verkrijgen ging Zündapp in de jaren zeventig ook grasmaaiers produceren. Uiteraard werden veel modellen aangedreven door tweetaktmotoren, die zelfs met elektronische ontsteking en startmotor aangeboden werden, maar daarnaast waren er ook elektrische en accu-versies. Ze waren echter alleen via het Zündapp dealernetwerk te koop. Daar gingen de klanten voor een grasmaaier natuurlijk niet zoeken, en bovendien was het netwerk tamelijk beperkt. Hoewel er veel verschillende modellen te koop werden aangeboden, was het grasmaaierproject geen succes.
In de jaren tachtig werden nog een aantal vernieuwde modellen uitgebracht, waarbij vooral de Hai 50 met zijn haaietandenstickers in straat- en enduroversie opviel. Door gewijzigde Duitse wetgeving ging men 80cc-modellen bouwen, waarmee ook aan het Wereldkampioenschap wegrace werd deelgenomen. Stefan Dörflinger won de 80cc-titel in 1984 met zijn Zündapp, terwijl ook de constructeurstitel naar Zündapp ging. De markt voor lichte motorfietsen en bromfietsen was echter intussen ingenomen door de Japanse concurrentie. In 1984 moest Dieter Neumeyer, kleinzoon van de oprichter en sinds 1971 directeur, zijn bedrijf verkopen. Alle machines en ontwerptekeningen gingen naar het Chinese bedrijf Tianjin. In Portugal werden nog Zündapps gebouwd door het bedrijf Famel-Zündapp en ook in India liep de productie nog enige tijd door. Tianjin levert nog steeds de Zündapp lichte motorfietsen. Het laatste wapenfeit van Zündapp was een tweede wereldtitel voor Stefan Dörflinger in 1985. In de boeken staat zijn machine als Krauser, maar in feite was dit dezelfde motor die hij in 1984 had gebruikt.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.