Nederlands architect Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wilhelmus Josephus (Willem) Sandhövel (Amsterdam, 19 mei1883 - Maastricht, 3 oktober1962) was een Nederlands architect en publicist over architectuur. Hij was betrokken bij tal van bouwprojecten in Maastricht en omgeving, deels met zijn compagnon Victor Marres. Vanaf 1945 was hij directeur van de mede door hem opgerichte Academie voor Bouwkunst in Maastricht.
Snelle feiten Persoonsinformatie, Volledige naam ...
Willem Sandhövel werd in Amsterdam geboren als zesde van acht kinderen van Jacobus Hubertus Sandhövel (1839-1897) en Wilhelmina Esselina Hoedemaker (1844-1922). Van de acht kinderen bereikten alleen Willem en zijn jongste zus Wilhelmina de volwassenheid. Zijn ouders hadden een patisserie/chocolaterie op de Dam nr. 13. Na het behalen van zijn HBS B-diploma, volgde hij een architectenopleiding aan de kunstacademie in Amsterdam.[1] Volgens een andere bron volgde hij een hogere technische opleiding en was hij daarna werkzaam op het bureau van Hendrik Petrus Berlage.[2] Ook werkte hij enige tijd als assistent van Johan Wilhelm Hanrath.[3]
Sandhövel was tweemaal gehuwd. In 1909 trouwde hij met Antonette Sophia Peereboom (1886-1931). Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Een van de kinderen, Johannes Sandhövel (1918-1953) werd eveneens architect.[4] Op 19 juni 1933, twee jaar na de dood van Antonette, trouwde hij te Maastricht met Louisa Catharina Maria Hubertina Veugen (1911-1991). Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren.[1]
Sandhövel was in Maastricht enige tijd directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht. Vanaf 1919 was hij geassocieerd met de Maastrichtse architect Victor Marres, die eveneens in Amsterdam gestudeerd had en op het bureau van Berlage werkzaam geweest was.[5] Het architectenbureau Marres & Sandhövel was gevestigd aan de Van Hasseltkade 4, later Cortenstraat 1, in het centrum van Maastricht.[6] De meeste van hun ontwerpen waren in in traditionalistische stijl, soms met kenmerken van de Amsterdamse School (Jeanne d'Arclyceum) of de art deco (winkelpui Grote Staat 32). In 1927 ontstond er een geschil tussen Marres en Sandhövel enerzijds, en Bouwvereeniging St. Servatius anderzijds, over honoraria bij het niet realiseren van een ontwerp.[7] In 1928 adviseerde Sandhövel het Maastrichtse gemeentebestuur tegen de voorgestelde locatie voor de nieuw te bouwen Wilhelminabrug. Zijn bezwaren werd niet ter harte genomen. Later bleek de locatie van de brug, waarvoor tientallen historische panden moesten worden afgebroken, uitermate ongunstig, omdat alle verkeer via de Markt in de krappe straten van de binnenstad terechtkwam.[8] De samenwerking tussen Marres en Sandhövel eindigde omstreeks 1928, omdat Victor Marres al in 1924 met vrouw en kinderen naar Ukkel (bij Brussel) was vertrokken.[9]
Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde hij lid te worden van de Nederlandsche Kultuurkamer, waardoor hij zijn beroep niet meer mocht uitoefenen. Het gezin leefde daardoor in de oorlog in armoede.[1] Na de oorlog was hij in 1945 medeoprichter (samen met J. Turlings en J. Zollner) en eerste directeur van de Academie voor Bouwkunst te Maastricht (thans onderdeel van Zuyd Hogeschool).[2]
Sandhövel was vele jaren hoofdbestuurslid en districtscommissaris van de Bond van Nederlandse Architecten.[10] Vanaf 1923 was Sandhövel mederedacteur van het blad Mededeelingen van de architectuurafdeling van het Algemeen Kristelijk Kunstenaarsverbond. Daarnaast was hij hoofdarbiter voor de Raad van Arbitrage voor de Bouwzaken en lid van de Ereraad van Architecten.[1] Sandhövel was ridder in de Orde van Oranje-Nassau.[10]
Willem Sandhövel publiceerde regelmatig in vakbladen over architectuur, onder andere over zijn eigen ontwerpen. Ook schreef hij enkele in memoriams voor collega-architecten.
1918: 'Het toekomstig stadsbeeld', in: Bouwkundig Weekblad: orgaan van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, jrg. 39, nr. 50, pp. 291-293
1923: 'Bebouwingsplan van het Wijckerveld te Maastricht', in: Klei: tijdschrift gewijd aan de belangen der klei-industrie, jrg 15, nr. 8, pp. 85-88 (met V. Marres)
1926: 'De Maasbrug te Maastricht' (3 delen), in: Bouwkundig Weekblad: orgaan van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, jrg. 47, nrs. 24-26, pp. 247-250; 258-260; 265-270
1932: 'Hanrath, J.W.', in: Bouwkundig Weekblad Architectura, jrg. 53, nr. 28, p. 249
1933: 'Het zwembad te Sittard', in: Bouwkundig Weekblad Architectura, jrg. 54, nr. 29, pp. 233-236
1950: 'Het V.B.O. te Maastricht', in: Katholiek Bouwblad, jrg. 17 (1949/50), nr. 22, pp. 347-348
1951: 'Rede van de Heer W.J. Sandhövel gehouden op 2 September 1950, ter gelegenheid van het eerste lustrum van de Limburgse Academie voor Bouwkunst te Maastricht', in: Bouwkundig Weekblad, jrg. 69, nr. 5, pp. 52-54
1952: 'Gebrek aan waardering van ons beroep', in: Bouwkundig Weekblad, jrg. 70, nr. 13/14, pp. 108-109
1956: 'Jules Kayser 50 jaar architect', in: Bouwkundig Weekblad, jrg. 74, nr. 26, p. 318
Ontwerp voor een deels gerealiseerd tuinwijkje ten noorden van de Prof. Scholsstraat in Wyckerpoort, ca. 1920. Een deel van de woningen zijn gesloopt
N. Bisscheroux, S. Minis, W. van den Berg, F. Humblé (1997): Architectuurgids Maastricht 1895-1995. Stichting Topos & Gemeente Maastricht, Maastricht. ISBN 90-9010710-x (online tekst op toposmaastricht.com)
De school bevond zich op een binnenterrein tussen Herbenusstraat en Hoogfrankrijk, bereikbaar via de poortdoorgang in Herbenusstraat 39. Tot 1948 was het de Sint-Matthiasschool, een RK lagere school voor jongens, daarna Sint-Servaascollege, een RK middelbare handelsdagschool, vanaf 1967 MEAO. Het gebouw werd omstreeks 1990 afgebroken voor de bouw van de Charles Vos-cour.[13]
M. Cramer, A. den Dikken, A. Groot, A. Koenders, I. Marx-van Daal, R. Marx, H. van der Voort (2021): Architecten van Hilversum 1: De industriële revolutie bereikt Hilversum (1850-1915), p. 130. Uitgeverij Verloren (tekst deels online).
'Carnet familial – Familie berichten', in: Kroniek van de familie Regout / Chronique de la famille Regout, N°. 47 (december 2018), pp. 21-22 (online tekst).
'Valkenburg. Plechtige inwijding Meisjesschool', in: Limburgsch Dagblad, 12 september 1923, p. 3 (online tekst op Delpher, geraadpleegd op 17 juli 2022).